Uitvoeringsregeling gesubsidieerde arbeid 2008

1. De doelgroep van dit besluit betreft de persoon:

• a)

  die van de gemeente Leudal een uitkering ontvangt op grond van de Wwb, IOAW of IOAZ

• b)

  en van wie de gemeente Leudal heeft vastgesteld dat de voorziening, benoemd in artikel 3, artikel 8 of artikel 14, noodzakelijk is voor de arbeidsinschakeling.

2. De doelgroep van dit besluit betreft tevens die persoon:

• a)

  die inwoner is van de gemeente Leudal en niet-uitkeringsgerechtigd is en

• b)

  die jonger is dan 23 jaar en

• c)

  die staat ingeschreven als werkloos werkzoekende bij het Centrum voor Werk en Inkomen

• d)

  en van wie de gemeente Leudal heeft vastgesteld dat de voorziening, benoemd in artikel 3 of in artikel 8, noodzakelijk is voor de arbeidsinschakeling.

1. De gemeente kan een voorziening inzetten in de vorm van een loonkostensubsidie om de werkgever te stimuleren kandidaten een arbeidsovereenkomst aan te bieden.2.

.2 De gemeente verleent de loonkostensubsidie als bedoeld in het eerste lid aan de werkgever die een arbeidsovereenkomst aangaat met een persoon als bedoeld in artikel 2, mits voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in artikel 6.

1. De duur van de loonkostensubsidie is niet langer dan de duur van de arbeidsovereenkomst.

2. De duur van de loonkostensubsidie is maximaal twaalf maanden.3.

3. De loonkostensubsidie wordt in tijdvakken van een maand toegekend.

1. De werkgever en de kandidaat gaan een arbeidsovereenkomst aan met een minimale duur van zes maanden.

2. De kandidaat voor wie loonkostensubsidie wordt aangevraagd, behoort in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst tot de doelgroep ex artikel 2.

3. Voor de kandidaat die behoort tot de doelgroep ex artikel 2 tweede lid, moet de gemeente Leudal voor aanvang van het dienstverband hebben vastgesteld dat de voorziening, in artikel 3 van de regeling, noodzakelijk is om arbeidsinschakeling van de kandidaat in een reguliere “niet-gesubsidieerde” dienstbetrekking te realiseren.

4. In de arbeidsovereenkomst is de duur van de arbeidsovereenkomst vastgelegd en duidelijk en eenduidig vastgelegd hoeveel uur de kandidaat arbeid dient te verrichten.

1. Een door kandidaat en werkgever ondertekende arbeidsovereenkomst met een minimale duur van zes maanden wordt aan de gemeente Leudal overgelegd.

2. De gemeente stelt de loonkostensubsidie, genoemd in artikel 3, vast in 2 termijnen, voor de eerste keer nadat een periode van 6 maanden is verstreken en door de werkgever een kopie van de loonspecificatie van de kandidaat over de betreffende periode waarop de loonkostensubsidie betrekking heeft, is ingeleverd.

1. De gemeente kan een voorziening, in de vorm van detachering inzetten om een kandidaat uit de doelgroep de gelegenheid te bieden om werkervaring op te doen.

2. De kandidaat krijgt een arbeidsovereenkomst bij een uitvoerende organisatie, waarna hij bij een inlenende werkgever wordt geplaatst.

3. De gemeente verstrekt een vergoeding voor detachering aan de uitvoerende organisatie, mits voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in artikel 12.

4. De gemeente kan aanvullende afspraken maken met de uitvoerende organisatie over de ondersteuning van de kandidaat bij het verbeteren van de kwalificaties voor de arbeidsmarkt.

1. De uitvoerende organisatie sluit een detacheringovereenkomst voor de individuele kandidaat met een inlenende organisatie.

2. In de detacheringovereenkomst is het aantal uur en de termijn beschreven dat de kandidaat arbeid voor de inlenende werkgever verricht.

3. De uitvoerende organisatie heft een tarief, de inleenvergoeding, bij de inlenende werkgever.

4. De uitvoerende organisatie kan ondersteuning aan de kandidaat bieden bij het verbeteren van de kwalificaties voor de arbeidsmarkt.

1. De gemeente betaalt de uitvoerende organisatie een vergoeding voor de detachering.

2. De vergoeding van de detachering is het loon plus de verplichte werkgeverslasten minus de inleenvergoeding.

1. De duur van de vergoeding voor detachering bedraagt maximaal één jaar per kandidaat.

2. De gemeente kan deze duur maximaal één maal met één jaar per kandidaat verlengen.

3. De uitvoerende organisatie dient de aanvraag voor verlenging minimaal 2 maanden voor het einde van de arbeidsovereenkomst samen met de kandidaat in bij de gemeente.

4. De uitvoerende organisatie geeft bij de aanvraag bedoeld in het derde lid gemotiveerd aan waarom de verlenging van detachering voor deze kandidaat noodzakelijk is als middel voor arbeidsinschakeling in een reguliere “niet-gesubsidieerde” dienstbetrekking.

5. De gemeente beoordeelt of verlenging van de vergoeding noodzakelijk is en kent in die gevallen een verlenging toe.

6. De vergoeding voor de detachering wordt niet langer verstrekt dan de duur van de arbeidsovereenkomst van de kandidaat.

7. De vergoeding voor detachering wordt in tijdvakken van een maand toegekend.

1. De uitvoerende organisatie en de kandidaat gaan een arbeidsovereenkomst aan met een minimale duur van zes maanden.

2. De kandidaat, genoemd in het eerste lid, behoort in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst tot de doelgroep, als benoemd in artikel 2 en wordt door de gemeente voorgedragen aan de uitvoerende organisatie.

3. De uitvoerende organisatie betaalt 100% van het minimumloon aan de kandidaat.

4. De uitvoerende organisatie heft in het eerste jaar een inleenvergoeding van 30% van het minimumloon.

5. Indien de arbeidsovereenkomst met de uitvoerende organisatie met de duur van een jaar verlengd is, conform artikel 11 tweede lid, heft de uitvoerende organisatie in het tweede jaar een inleenvergoeding van 50% van het minimumloon.

6. In de arbeidsovereenkomst is de duur van de arbeidsovereenkomst vastgelegd en duidelijk en eenduidig vastgelegd hoeveel uur de kandidaat verplicht wordt arbeid te verrichten en tegen welk loon.

1. De aanvraag voor de vergoeding voor detachering wordt schriftelijk ingediend binnen een maand na de aanvang van de arbeidsovereenkomst.

2. De aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt vergezeld van een door de uitvoerende organisatie en de kandidaat ondertekende arbeidsovereenkomst.

3. De uitvoerende organisatie verstrekt aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk voor 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar, per kandidaat een schriftelijke jaaropgave, waarin opgenomen, de loonkosten en de begin- en einddatum van het dienstverband.

4. Uitvoerende organisatie verstrekt aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk voor 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar een goedkeurende accountantsverklaring waaruit blijkt dat het uitvoeringsbesluit door de uitvoerende organisatie correct is uitgevoerd.

1. De gemeente kan een voorziening, in de vorm van een werkervaringsbaan inzetten om een kandidaat de gelegenheid te bieden werkervaring op te doen.

2. De gemeente verstrekt een vergoeding voor een werkervaringsbaan aan de uitvoerende organisatie die een arbeidsovereenkomst aangaat met een persoon uit de doelgroep bedoeld in artikel 2 eerste lid, mits voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in artikel 18.

3. De uitvoerende organisatie ondersteunt de kandidaat bij het verbeteren van de kwalificaties voor de arbeidsmarkt.

1. De uitvoerende organisatie sluit een arbeidsovereenkomst met de individuele kandidaat.

2. De uitvoerende organisatie kan een detacheringovereenkomst sluiten ten behoeve van de individuele kandidaat met een inlenende organisatie.

3. In de detacheringovereenkomst is het aantal uur en de termijn beschreven dat de kandidaat arbeid voor de inlenende werkgever verricht.

4. De uitvoerende organisatie kan ondersteuning aan de kandidaat bieden bij het verrichten van werkzaamheden.

1. De gemeente betaalt de uitvoerende organisatie een vergoeding voor de werkervaringsbaan.

2. De vergoeding van de werkervaringsbanen, als benoemd in het eerste lid, is een forfaitair bedrag dat de uitvoerende organisatie en de gemeente jaarlijks overeenkomen.

1. De duur van de vergoeding voor de werkervaringsbaan bedraagt maximaal een jaar per kandidaat.

2. De vergoeding voor de werkervaringsbaan wordt niet langer verstrekt dan voor de duur van de arbeidsovereenkomst van de kandidaat.

3. De vergoeding voor de werkervaringsbaan wordt in tijdvakken van een maand toegekend aan de uitvoerende organisatie door de gemeente Leudal.

1. De uitvoerende organisatie en de kandidaat gaan een arbeidsovereenkomst aan met een minimale duur van zes maanden.

2. De kandidaat, genoemd in het eerste lid, behoort in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst tot de doelgroep, als benoemd in artikel 2 eerste lid, en wordt door de gemeente voorgedragen aan de uitvoerende organisatie.

3. De kandidaat verliest door de arbeidsovereenkomst met de uitvoerende organisatie het recht op de uitkering op grond van de wet, IOAW of IOAZ.

4. De uitvoerende organisatie betaalt 100% van het minimumloon aan de kandidaat.

5. In de arbeidsovereenkomst is de duur van de arbeidsovereenkomst vastgelegd en duidelijk en eenduidig vastgelegd hoeveel uur de kandidaat verplicht wordt arbeid te verrichten en tegen welk loon.

1. De aanvraag voor de vergoeding voor een werkervaringsbaan wordt schriftelijk ingediend binnen een maand na de aanvang van de arbeidsovereenkomst.

2. De aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt vergezeld van een door de uitvoerende organisatie en de kandidaat ondertekende arbeidsovereenkomst.

3. De uitvoerende organisatie verstrekt aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk voor 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar, per kandidaat een schriftelijke jaaropgave, waarin opgenomen, de loonkosten en de begin- en einddatum van het dienstverband.

4. Uitvoerende organisatie verstrekt aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk voor 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar een gecertificeerde accountantsverklaring waaruit blijkt dat het uitvoeringsbesluit door de uitvoerende organisatie correct is uitgevoerd.

1. De gemeente kan een vergoeding verstrekken voor scholingskosten van de kandidaat die deelneemt aan de voorziening benoemt in artikel 8, artikel 14 of artikel 22.

2. De aanvraag voor de vergoeding van scholingkosten wordt vooraf schriftelijk bij de gemeente ingediend.

3. In de aanvraag wordt gemotiveerd waarom de scholingsactiviteiten noodzakelijk zijn om de uitstroom naar een niet gesubsidieerde dienstbetrekking te realiseren.

4. Bij de aanvraag is een scholingsplan opgenomen en worden scholingskosten begroot.

5. De gemeente beoordeelt de aanvraag en beoordeelt of de scholing noodzakelijk is voor de kandidaat.