Regeling vervallen per 21-07-2015

Subsidieverordening investeringskosten in maatschappelijke accommodaties

Geldend van 01-01-2013 t/m 20-07-2015

Intitulé

Subsidieverordening investeringskosten in maatschappelijke accommodaties

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Verhouding tot de Algemene subsidieverordening

  • 1. De in deze verordening opgenomen bepalingen gelden naast de bepalingen uit de vigerende Algemene subsidieverordening Leudal.

  • 2. Wanneer en voor zover de bepalingen in deze verordening afwijken van de vigerende Algemene subsidieverordening Leudal, geldt niet de vigerende Algemene subsidiever-ordening Leudal, maar deze verordening.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de vigerende Algemene subsidieverordening van de gemeente Leudal;

  • b.

    maatschappelijke accommodaties: alle voorzieningen die voor gesubsidieerde verenigingen en instellingen in buurten,wijken en dorpen van vitaal belang zijn.

  • c.

    investeringskostensubsidie: een onder toepassing van deze verordening toegekende subsidie;

  • d.

    investeringen: de investeringskosten voor nieuwbouw, aanpassing, of groot onderhoud;

  • e.

    instelling: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk prestaties/activiteiten te verrichten;

  • f.

    nieuwbouw: het realiseren van een accommodatie of een uitbreiding daarvan, dan wel het aankopen van een geschikt of geschikt te maken accommodatie;

  • g.

    aanpassing: het door bouwkundige aanpassingen inpandig creëren van extra ruimte(n) dan wel het intern aanbrengen van bouwkundige voorzieningen, die noodzakelijk zijn voor een verantwoorde uitvoering van de in de betreffende accommodatie gangbare activiteiten;

  • h.

    groot onderhoud: bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden die in het kader van een goed gebouwenbeheer minder frequent voorkomen (minder dan eens in de 15 jaar);

  • i.

    regulier onderhoud: bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden die in het kader van een goed gebouwenbeheer min of meer frequent (eens in de 15 jaar, dan wel vaker) voorkomen en binnen de gangbare jaarlijkse exploitatie op verantwoorde wijze zouden moeten kunnen worden uitgevoerd;

  • j.

    eigen inbreng: door de organisatie zelf met behulp van vrijwilligers te verrichten, onbetaalde, bouwwerkzaamheden uitgedrukt in mensuren (uren arbeid voor één persoon), die in de plaats treden van geraamde aannemersuren;

  • k.

    basisvoorziening: voetbal- en tennisaccommodaties;

  • m.

    legeskosten: de kosten voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning te krijgen.

  • m.

    garantstelling: het (gedeeltelijk) garant staan voor leningen aan te gaan door een instelling welke een relatie heeft met de gemeente Leudal vanuit haar publieke taak.

Artikel 3 Subsidiabele activiteit

  • 1. Voor subsidiëring komen in beginsel in aanmerking de investeringskosten in accommodaties, gelegen binnen het grondgebied van de gemeente Leudal, welke niet van subsidiëring zijn uitgezonderd krachtens het tweede en derde lid van dit artikel.

  • 2. Niet voor subsidiëring in aanmerking komen de navolgende investeringskosten:

    • a.

      grondkosten;

    • b.

      kosten ten behoeve van aanschaf, vernieuwing, dan wel onderhoud van/aan speeltoestellen;

    • c.

      kosten ten behoeve van voorzieningen, die naar het oordeel van het college niet noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de, in de accommodatie in de regel te organiseren, activiteiten en/of niet verenigbaar zijn met de uitgangspunten duurzaamheid, doelmatigheid en soberheid;

    • d.

      kosten van werkzaamheden die naar het oordeel van het college te kwalificeren zijn als regulier onderhoud;

    • e.

      inrichtingskosten met uitzondering van vloerbedekking en verlichtingsarmaturen (o.a. inventaris, gordijnen, lamellen, zonwering, vitrages, wandbekleding, buffet, tapinstallatie, geluidsinstallatie);

    • f.

      kosten van koelkasten, keukens;

    • g.

      kosten van parketvloeren, tegelvloeren of natuursteenvloeren, met uitzondering van tegelvloeren in de zogenoemde natte ruimten, keukens en verblijfsruimten;

    • h.

      kosten van voorzieningen, welke naar het oordeel van het college niet noodzakelijk zijn voor het dagelijkse gebruik van de accommodatie;

    • i.

      kosten van inrichting van het buitenterrein;

    • j.

      kosten welke door een reguliere risicoverzekering door aanvrager kunnen worden afgedekt.

  • 3. Indien sprake is van groot onderhoud komen naast de in het tweede lid genoemde investeringskosten, tevens niet voor subsidiëring in aanmerking de navolgende investeringskosten:

    • a.

      de kosten van vloerbedekking en verlichtingsarmaturen;

    • b.

      kosten van parketvloeren, tegelvloeren of natuursteenvloeren in de zogenoemde verblijfsruimten.

Artikel 4 Soort subsidie

Op grond van deze verordening kan uitsluitend een éénmalige subsidie verstrekt worden. Voor het verstrekken van een jaarlijkse subsidie, vormt deze verordening geen grondslag.

Hoofdstuk 2 Eisen aan aanvrager en aanvraag

Artikel 5 Eisen aan aanvrager

  • 1. Aanvrager is gevestigd in de gemeente Leudal.

  • 2. Voor een subsidie op grond van deze verordening komen in aanmerking

    • a.

      de regulier gesubsidieerde instellingen die minimaal 20, in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Leudal, ingeschreven leden hebben.

    • b.

      Instellingen die het beheer voeren over een maatschappelijke accommodatie in de gemeente Leudal.

  • 3. Om voor subsidiëring in aanmerking te komen dienen de in het tweede lid genoemde instellingen tevens:

    • a.

      op 1 januari van het jaar waarin subsidie wordt aangevraagd minimaal 6 maanden te bestaan; en

    • b.

      eigenaar te zijn of te worden van de accommodatie waarop de subsidie betrekking heeft;

  • 4. Onder “eigenaar” als genoemd in het derde lid worden tevens begrepen gevallen:

    • a.

      waarbij de aanvrager huurder is van de accommodatie, waarvoor een investeringskostensubsidie wordt aangevraagd en de huurperiode, te rekenen vanaf de dag van ontvangst van de volledige aanvraag, ten minste 20 jaren bedraagt, wat moet blijken uit een door de aanvrager over te leggen huurovereenkomst; of

    • b.

      waarin de aanvrager gebruiker is van een door de gemeente krachtens een ‘ingebruikgevingovereenkomst clubgebouwen buitensport’ in gebruik gegeven gebouw; en

    • c.

      waarin dat bij subsidieverlening door het college expliciet en gemotiveerd is aangegeven.

Artikel 6 Aanvullende eisen voor een aanvraag

In aanvulling op de op grond van de Algemene subsidieverordening bij aanvraag in te dienen gegevens, dient de aanvrager bij de aanvraag tevens over te leggen:

  • a.

    een sluitende exploitatiebegroting over een periode van 5 jaar na realisatie van de nieuwbouw, aanpassing en/of groot onderhoud;

  • b.

    een bezettingsschema van de nieuwe, aan te passen of te onderhouden accommodatie;

  • b.

    een door een onafhankelijke ter zake deskundige opgesteld meerjaren- onderhoudsplan, welk plan op het moment van indiening van de subsidieaanvraag niet ouder is dan 2 jaar.

  • d.

    en ledenlijst waaruit blijkt dat minimaal twintig leden zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Leudal.

Artikel 7 Overige voorwaarden

  • 1. Om voor subsidiëring in aanmerking te komen, dient naar oordeel van het college, de bezetting van de (nieuwe) accommodatie de toekenning van subsidie te rechtvaardigen en dient de ingediende exploitatiebegroting (zie ook artikel 6 eerste lid, aanhef en onder a) te zijn gebaseerd op reële gegevens.

  • 2. Met de bouwwerkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming door het college (in het kader van het subsidietraject) niet reeds een aanvang zijn of worden gemaakt, voordat een beslissing is genomen op het verzoek tot verlening van een subsidie.

  • 3. In het kader van de subsidievaststelling dient de aanvrager de gemeente, desgevraagd, te allen tijde toegang te verschaffen tot de accommodatie, ter uitvoering van een bouwkundige inspectie van de accommodatie; dit ter beoordeling van een juiste aanwending van de toegekende subsidie.

  • 4. Het college kan ten behoeve van de aanwending van de subsidie voorwaarden stellen aan betalingen, kwaliteit, aanbesteding en toezicht.

Hoofdstuk 3 Weigeringsgrond en wachtlijst

Artikel 8 Weigeringsgrond en wachtlijst

  • 1. Naast de weigeringsgronden voortvloeiende uit de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening, wordt een op grond van deze verordening ingediende aanvraag voor een subsidie in een bepaald kalenderjaar in elk geval voor dat betreffende kalenderjaar geweigerd, wanneer het door de raad voor dat betreffende kalenderjaar vastgestelde budget ter uitvoering van deze verordening niet toereikend is.

  • 2. In het geval als bedoeld in lid 1 wordt de aanvraag op een wachtlijst geplaatst en beschouwd als een aanvraag voor het daaropvolgende kalenderjaar. De plaatsing op de wachtlijst vindt plaats in eerste instantie op basis van urgentie en maatschappelijk belang en vervolgens op volgorde van datum van ontvangst van de subsidieaanvragen.

  • 3. Het college kan een aanvraag voor een investeringskostensubsidie weigeren, indien naar het oordeel van het college in de behoefte aan huisvesting van de aanvrager op redelijke wijze kan worden voorzien door middel van multifunctioneel gebruik van (een) bestaande dan wel binnen afzienbare tijd te realiseren accommodatie(s).

Hoofdstuk 4 Subsidiebedragen: grondslag, plafond en verdelingsmaatstaf

Artikel 9 Subsidieplafond

Voor dit beleidsterrein geldt voor een kalenderjaar als subsidieplafond het budget zoals dat door de raad voor dat betreffende kalenderjaar bij de begroting is vastgesteld.

Artikel 10 Subsidiebedragen

De subsidie bedraagt bij:

  • 1.

    Niet basisvoorzieningen

    25% van de door het college vastgestelde en goedgekeurde subsidiabele investeringskosten (exclusief groot onderhoud).

  • 2.

    Basisvoorziening

    50% van de door het college vastgestelde en goedgekeurde subsidiabele investeringskosten (exclusief groot onderhoud).

  • 3.

    Bovenkernse voorziening

    Bij nieuwbouw of aanpassing van bovenkernse voorzieningen in verband met een fusie of gezamenlijke huisvesting van instellingen, waarbij de benodigde huisvestingscapaciteit aantoonbaar in wezenlijke mate afneemt, kan het college, onder voorbehoud van goedkeuring door de raad, bij de subsidieverlening afwijken van de in lid 1 genoemde percentages.

  • 4.

    Eigen inbreng

    Bij de bepaling van de subsidie mag de vooraf door het college goed te keuren eigen inbreng, die in de plaats treedt van geraamde aannemersuren, ten bedrage van € 30 per mensuur, tot de investeringskosten worden gerekend.

  • 5.

    Groot onderhoud

    Voor gesubsidieerde instellingen bedraagt de subsidie 80% van de door het college vastgestelde en goedgekeurde subsidiabele onderhoudskosten.

  • 6.

    Legeskosten

    100% Van de verschuldigde legeskosten voor de omgevingsvergunning bij bouw of verbouw.

  • 7.

    Garantstelling

    Er wordt geen garantstelling gegeven tenzij niet in het gevraagde en als noodzakelijk geconstateerde op andere wijze kan worden voorzien.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen bij subsidieverlening

Artikel 11 Aanspraak op subsidie

  • 1. De aanspraak op subsidie kan worden ingetrokken wanneer niet binnen 12 maanden, te rekenen vanaf de eerste dag na bekendmaking van de subsidieverlening, met de werkzaamheden waarvoor subsidie is toegekend is gestart.

  • 2. De aanspraak op subsidie kan lager worden vastgesteld, wanneer de werkzaamheden waarvoor subsidie is toegekend niet binnen 24 maanden zijn afgerond, te rekenen vanaf de eerste dag na bekendmaking van subsidieverlening.

  • 3. Lid 1 en 2 zijn niet van toepassing wanneer:

    • a.

      de overschrijding van de termijn als genoemd in de leden 1 en/of 2 veroorzaakt wordt door bijzondere omstandigheden, die niet aan subsidieontvanger toe te rekenen zijn, en

    • b.

      subsidieontvanger uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de in de leden 1 en/of 2 genoemde termijn een schriftelijk en gemotiveerd verzoek tot verlenging van de termijn bij het college heeft ingediend, en

    • c.

      het college dit verzoek inwilligt.

  • 4. Het college beslist binnen 4 weken op een verzoek tot verlenging van de termijn als genoemd in het derde lid. Wanneer het verzoek tot verlenging van de termijn wordt ingewilligd, wordt in het besluit aangegeven tot welke datum de termijn als bedoeld in het eerste en/of twee lid wordt verlengd. Met de bouwwerkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd mag zonder voorafgaande toestemming van het college (in het kader van het subsidietraject) niet al een aanvang zijn of worden gemaakt, voordat er een beslissing is genomen op het verzoek tot verlening van een subsidie.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Subsidieverordening investeringskosten in maatschappelijke accommodaties”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 22 mei 2012
De gemeenteraad van Leudal,