Regeling vervallen per 28-02-2023

Financiële verordening Gemeente Leudal 2018

Geldend van 04-10-2022 t/m 27-02-2023

Intitulé

Financiële verordening Gemeente Leudal 2018

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de organisatie van de gemeente Leudal en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • 2.

    afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

  • 3.

    bruto schuld: het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteurenvorderingen en overlopende passiva.

  • 4.

    geldelijke bezittingen: het totaal van leningen aan deelnemingen, leningen aan overige verbonden partijen, leningen aan derden, langlopende uitzettingen, kortlopende uitzettingen, debiteurenvorderingen, liquide middelen en overlopende activa;

  • 5.

    inkomsten: totaal van de baten voor toevoegingen en onttrekkingen van reserves;

  • 6.

    netto schuld per inwoner: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen gedeeld door het aantal inwoners op 31 december van het begrotingsjaar.

  • 7.

    onbenutte belastingcapaciteit onroerende zaakbelasting: verschil tussen de opbrengst onroerende zaakbelasting bij de tarieven die minimaal nodig zijn voor toegang tot de procedure van artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet en de (geraamde) opbrengst onroerende zaakbelasting.

  • 8.

    overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Programma-indeling

De raad stelt de programma-indeling van de programmabegroting inclusief de bijbehorende taakvelden vast.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting en de jaarstukken wordt onder elk van de programma’s, algemene dekkingsmiddelen en het overzicht van de overhead tenminste het totaal van de baten en lasten weergegeven.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven en inkomsten weergegeven.

Artikel 4. Kaders begroting

Het college biedt de raad jaarlijks voor 1 augustus een kadernota/-brief ter vaststelling aan met een voorstel voor de (financiële - en niet financiële) kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lasten per programma.

  • 2. Bij de begrotingsbehandeling worden nieuwe investeringsvoornemens enkel voor kennis aangenomen. Indien een investering een definitief karakter krijgt, wordt op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet aangeboden.

  • 3. Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad bedoeld in artikel 6, lid 1, doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid.

  • 4. Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, doet het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel aan de raad.

  • 5 Investeringskredieten die gedurende een periode van twee jaar niet volledig zijn benut worden afgevoerd, tenzij dit een majeur project betreft of hiervoor een deugdelijke onderbouwing is aangeleverd.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over het lopende boekjaar.

  • 2. De tussenrapportages bevatten een uiteenzetting over de uitvoering en het bijstellen van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

    • a.

      de baten en de lasten;

    • b.

      de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves;

    • c.

      het resultaat, volgend uit de onderdelen a en b;

    • d.

      de investeringskredieten.

  • 3. In de tussenrapportages worden afwijkingen op de vastgestelde ramingen van de baten en lasten groter dan € 25.000 toegelicht.

  • 4 Iedere raadsrapportage rapporteert het college over de investeringskredieten waarop het genoemde uit artikel 5 lid 5 van toepassing is.

Hoofdstuk 3. Financieel beleid

Artikel 7. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. Een vast actief met een verkrijgings-/vervaardigingsprijs van minder dan € 10.000 wordt niet geactiveerd.

  • 2. Gronden en terreinen en financiële vaste activa, met uitzondering van activa in eigendom van derden, worden onafhankelijk van de waarde geactiveerd.

  • 3. Het saldo van agio en disagio kan lineair in 5 jaar afgeschreven worden.

  • 4. Kosten voor het afsluiten van geldleningen komen direct ten laste van de exploitatie.

  • 5. Activa waarvan het voornemen is dat deze vervreemd gaan worden en die niet meer in gebruik zijn worden niet meer afgeschreven.

  • 6. Activa waarbij sprake is van financiële lease, worden geactiveerd. De som van de gedurende de resterende looptijd jaarlijks te betalen leasetermijnen worden als schuld opgenomen op de balans.

  • 7. De immateriële en materiele vaste activa worden afgeschreven overeenkomstig de bij deze verordening in bijlage 1 opgenomen afschrijvingstabel.

  • 8. Afschrijving van een vast actief vangt aan in het jaar volgend op het jaar van oplevering, in gebruik name of aanschaf van het actief.

  • 9. Indien een vast actief wordt afgeschreven, wordt als restwaarde nihil gehanteerd.

Artikel 8. Reserves en voorzieningen

  • 1. Het college stelt een nota reserves en voorzieningen op en biedt deze aan de raad aan. Deze nota wordt door de raad vastgesteld en behandeld:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding van voorzieningen.

  • 2. De nota reserves en voorzieningen wordt éénmaal per raadsperiode geëvalueerd en waar nodig herzien.

  • 3. Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve wordt minimaal aangegeven:

    • -

      Specifieke doel van de reserve;

    • -

      De voeding van de reserve;

    • -

      De maximale hoogte van de reserve; en

    • -

      De maximale looptijd van de reserve.

  • 4. Als een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen binnen de aangegeven maximale looptijd niet heeft geleid tot een investering, valt de bestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de algemene reserve toegevoegd.

Artikel 9. Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor de vorderingen op verbonden partijen en derden wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd. De basis van deze voorziening is een individuele beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.

Artikel 10. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de (indirecte) kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de kapitaallasten (bestaande afschrijvings- en rentelasten) van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht wordt daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) betrokken en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid.

  • 3. De toerekening van overheadkosten aan rechten en heffingen vindt jaarlijks plaats door middel van een opslag op de directe productieve formatie-uren.

  • 4. Voor de inzet van materiële activa worden naast directe kosten, indirecte kosten en afschrijvingskosten, de rente voor de financiering van het actief toegerekend. Deze rente is een vergoeding voor de inzet van vreemd vermogen en van eigen vermogen. Het rentepercentages voor deze vergoeding wordt jaarlijks bij de behandeling van de begroting vastgesteld.

  • 5. Voor de kostprijsberekening wordt de methodiek voor de integrale kostentoerekening (directe en indirecte kosten) gehanteerd.

  • 6. Het college doet jaarlijks een voorstel aan de raad voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen en rechten.

  • 7. Het college is bevoegd tot het vaststellen van tarieven en prijzen voor een gemeentelijke dienst of de levering van goederen of werken die niet krachtens de Gemeentewet aan de raad zijn voorbehouden.

Artikel 11. Prijzen economische activiteiten

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde prijzen van economische activiteiten wordt door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Economische activiteiten zijn leveringen van goederen, diensten of werken waarbij de gemeente in concurrentie treedt met andere ondernemingen.

  • 2. Het verstrekken van garanties en leningen is vastgelegd in het treasurystatuut.

Artikel 12. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

Het college doet jaarlijks voorstellen aan de raad inzake de uitgangspunten van de belastingen, rioolheffingen, de afvalstoffenheffing, rechten en leges.

Artikel 13. Financieringsfunctie

Alle zaken met betrekking tot de financieringsfunctie zijn vastgelegd in het treasurystatuut. Dit statuut wordt, indien dit noodzakelijk geacht wordt, geëvalueerd en herzien. Het statuut wordt vastgesteld door de raad.

Hoofdstuk 4. Paragrafen

Artikel 14. Paragrafen

  • 1. Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college ten minste de verplicht gestelde paragrafen op, zoals gesteld in art. 9 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.

  • 2. Het college zorgt ervoor dat bij de uitwerking van de paragrafen minimaal aan de wettelijke eisen wordt voldaan.

  • 3. Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een onderhoudsplan openbare ruimte aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair. De raad stelt het plan vast.

  • 4. Het college biedt de raad ten minste eens in de vijf jaar een rioleringsplan aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en de eventuele uitbreidingen. De raad stelt het plan vast.

  • 5. Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een onderhoudsplan gebouwen aan. Het plan bevat voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen. De raad stelt het plan vast.

Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 15. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden en contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving en

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 16. Financiële organisatie

Het college draagt zorg voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de te maken afspraken met de organisatorische eenheden over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van baten en lasten aan de taakvelden;

  • g.

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

  • h.

    het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen en

  • i.

    het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Zodat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 17. Interne controle

  • 1. Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheers handelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2. Het college draagt zorg voor een adequaat organisatiereglement, alsmede voor een mandaatregeling en budgethouders regeling.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 18. Intrekken oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De financiële verordening gemeente Leudal 2017 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.

  • 2. Op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die voor 1 januari 2017 zijn gedaan, blijft de Financiële verordening gemeente Leudal 2010 van toepassing zoals deze gold op de dag voor de inwerkingtreding van de financiële verordening gemeente Leudal 2017.

Artikel 19. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 januari 2018.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Financiële verordening Gemeente Leudal 2018.

Bijlage 1 Afschrijvingstabel

OVERZICHT AFSCHRIJVINGSMETHODEN EN -TERMIJNEN

 

 

Omschrijving investering

Methode

Termijn (jaren)

Immaterieel actief

 

 

Kosten van onderzoek en ontwikkeling van een actief

Lineair (voorkeur niet activeren)

Maximaal 5

 

 

 

Materieel actief

 

 

Aanleg/herinrichting speelplaatsen

Lineair

10

Aanleg/uitbreiding begraafplaatsen

Lineair

20

Aardgasvoorziening

Lineair

30

Ademluchtapparatuur

Lineair

7

Banken toeristische routes

Lineair

10

Beveiligingsmaatregelen onderwijs

Lineair

10

Brandkranen

Lineair

20

Brandweervoertuigen

Lineair

15

Bruggen en andere civiel technische kunstwerken

Lineair

25

Dienstbus brandweer

Lineair

15

Diverse voorzieningen gebouwen (onderwijs)

Lineair

10

Gebouwen (permanent),niet ten behoeve van onderwijs

Lineair

45

Gebouwen (leegstaand), met verkoopintentie

Geen afschrijving

Geen

Geluidschermen

Lineair

25

Gronden

Geen, wel activeren

Geen

Groot onderhoud gebouwen (renovatie)

Lineair

25

Grote groenelementen (waaronder bomen en bosplantsoen)

Lineair

25

Gymlokalen

Lineair

35

Hardware (servers kantoorautomatisering, -telefonie, toegangsbeveiliging, kassa, klantgeleidingssysteem, printers, switches, PC's, tablets)

Lineair

4

telefonie of data installatie (vast, mobiel, wifi, patchkasten)

Lineair

7

Hydropomp/hydraulisch gereedschap

Lineair

7

Inrichting, inventaris etc. (w.o. materialen / inrichting t.b.v. bedrijfsvoering, meubilair, beveiliging)

Lineair

10

Inventaris gymlokalen

Lineair

10

Kleinschalige verkeersvoorzieningen, incl. bewegwijzering/bebording

Lineair

10

Laadinfrastructuur (incl. laadpalen)

Lineair

10

Materieel/machine

Lineair

7

Mobiele telefoontoestellen

Lineair

3

Monumenten

Lineair

25

Niet permanente huisvesting

Lineair

25

Onderwijshuisvesting (permanent)

Lineair

45

Onderwijsleerpakket

Lineair

10

Openbare verlichting

Lineair

20

Parkeerplaatsen

Lineair

25

Riolering (1e aanleg)

Lineair

50

Riolering (technische installaties)

Lineair

15

Software

Lineair

5

Sporthallen/accommodaties

Lineair

35

Sportterreinen

Lineair

15

Stemcomputers

Lineair

7

Straatmeubilair (incl. Abri’s)

Lineair

10

Technische installaties (gebouwen/accommodaties)

Lineair

10

Tennisbanen

Lineair

15

Uitgaansuniformen brandweer

Lineair

7

Verharde paden begraafplaatsen

Lineair

20

Verkeerslichten (VRI)

Lineair

20

Wegen, straten en pleinen (inclusief fiets- en voetpaden)

Lineair

25

Woonwagens

Lineair

25

Financieel actief

 

 

Investeringssubsidies

Afhankelijk van het doel

10

Leningen aan woningbouwcorporaties

Afhankelijk van het doel

div.

Overige langlopende leningen

Afhankelijk van het doel

div.