Regeling vervallen per 01-01-2019

Brandbeveiligingsverordening Leudal 2010

Geldend van 17-03-2011 t/m 31-12-2018

Intitulé

Brandbeveiligingsverordening Leudal 2010

De raad van de gemeente Leudal;

gelezen het voorstel van het college van 9 november 2010

overwegende dat het op grond van de Wet veiligheidregio's (Wet VR) verplicht is een verordening vast te stellen omtrent het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio’s en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146);

Besluit

vast te stellen de volgende 'Brandbeveiligingsverordening Leudal 2010'

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1. Het is verboden een inrichting te gebruiken in strijd met gebruikseisen en brandveiligheidsvoorzieningen bedoeld in artikel 5 en 6.

  • 2. Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:

    • a.

      meer dan 100 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,

    • b.

      aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft of,

    • c.

      aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.

  • 3. Het bepaalde in de leden 1 en 2, aanhef en onder a. is niet van toepassing op inrichtingen waarop de evenementenregeling van de artikelen 2.2.1 en 2.2.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Leudal 2004 of latere wijzigingen van toepassing is.

  • 4. Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden met inachtneming van het gestelde in de artikelen 5 en 6.

  • 5. Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.

  • 6. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is van toepassing op een beschikking als bedoeld in lid 2.

Artikel 3 Beslistermijn/Ontvangstbevestiging

  • 1. Het college beslist binnen vier weken na de dag waarop de aanvraag om een gebruiksvergunning is ontvangen; de termijn kan voor ten hoogste 2 weken worden verlengd.

  • 2. Indien de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 Awb de gelegenheid krijgt de aanvraag binnen de gestelde termijn aan te vullen, worden tevens de gevolgen daarvan voor de beslistermijn vermeld.

  • 3. Het college bevestigt de ontvangst van een aanvraag zo snel mogelijk. Die bevat de volgende informatie:

    • a.

      de beslistermijn en de verlengingsmogelijkheid bedoeld in de leden 1 en 2

    • b.

      de beschikbare rechtsmiddelen om tegen de te nemen beschikking op te komen

    • c.

      de vermelding dat de gevraagde beschikking van rechtswege is gegeven, indien niet tijdig op de aanvraag is beslist.

Artikel 4 Weigeringgronden

Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.

Artikel 5 Gebruikseisen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen..

Artikel 6 Brandveiligheidsvoorzieningen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.4, 2.5 2.6, 2.7 2.8 en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit Stb. 2008, 327) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 7 Melden van brand en broei

Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.

Artikel 8 Bossen, heidevelden, venen

De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b van de Woningwet, en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.

Artikel 9 Bestuurlijke boete

Overtreding van de regels van deze verordening kan worden beboet met een bestuurlijke boete van maximaal het bedrag, genoemd in de Arbeidsomstandighedenwet artikel 34, vierde lid, onder 1°.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1. Vergunningen die zijn verleend onder werking van de brandbeveiligingsverordening van 2 maart 1993 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de brandbeveiligingsverordening van 2 maart 1993 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Brandbeveiligingsverordening Leudal 2010.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 februari 2011 voorzitter, De griffier,