Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Leudal

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Leudal

Het college van burgemeester en wethouders van Leudal en de burgemeester van Leudal, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

het uit oogpunt van doelmatigheid wenselijk is dat het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester zich ten behoeve van de uitoefening van taken en bevoegdheden krachtens mandaat, volmacht of machtiging laten vertegenwoordigen;

overwegende dat het doelmatig is dat het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester gebruik maken van mandaat bij de uitoefening van hun bevoegdheden;

gezien de geldende Budgethouderregeling van de gemeente Leudal;

gelet op Afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet

Besluiten:

Vast te stellen het navolgende Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Leudal

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester;

  • b.

    besluit: een besluit als bedoeld in artikel 1:3 Awb;

  • c.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb te nemen (artikel 10:1 Awb);

  • d.

    (onder)gemandateerde: degene die het mandaat ontvangt;

  • e.

    ondermandaat: het verlenen van het mandaat door de gemandateerde aan een ander. De ondermandaten zijn opgenomen in de bijbehorende ondermandaatbesluiten;

  • f.

    volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • g.

    machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (feitelijke) handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2 Opbouw regeling

  • 1. Bij de uitoefening van de bevoegdheden, zoals bedoeld in dit besluit, worden de specifieke bepalingen en beperkingen die zijn genoemd in de ondermandaatbesluiten, in acht genomen.

  • 2. De bij dit besluit behorende ondermandaatbesluiten met genoemde gemandateerde bevoegdheden worden verleend aan de personen die werkzaam zijn in de hierbij genoemde functies.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, wordt bij de uitoefening van de bedoelde gemandateerde bevoegdheden het gestelde bij of krachtens wetten, besluiten, verordeningen, regelingen en aanwijzingen van rijks-, provinciale of gemeentelijke wetgevers in acht genomen.

  • 4. De uitoefening van de krachtens mandaat verkregen (financiële) bevoegdheid dient te gescheiden met in acht neming van het bepaalde in de geldende budgethoudersregeling.

Artikel 3 Verlening mandaat-, volmacht- en machtiging

  • 1. Het bestuursorgaan verleent ten behoeve van de uitvoering van haar taken en bevoegdheden mandaat, volmacht of machtiging aan de gemeentesecretaris / algemeen directeur, met uitzondering van de bevoegdheden die op grond van dit besluit exclusief bij het bestuursorgaan berusten

  • 2. De gemeentesecretaris / algemeen directeur kan ten behoeve van de uitoefening van de aan hem toegekende bevoegdheden van mandaat, volmacht en machtiging krachtens dit besluit ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen aan afdelingshoofden, teamleiders of andere functionarissen met uitzondering van de bevoegdheden die op grond van dit besluit exclusief blijven voorbehouden aan het bestuursorgaan of aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur.

  • 3. Ondermandaat is mogelijk indien en voor zover dat in dit besluit of in de daarbij behorende ondermandaatbesluiten vermeld is. Voor het verlenen van ondermandaat is goedkeuring door de gemeentesecretaris/algemeen directeur vereist. In overleg met verlener van ondermandaat kan de gemeentesecretaris/algemeen directeur verleende ondermandaten intrekken.

  • 4. De bevoegdheid tot het voeren van (elektronische) correspondentie van informatieve aard, waarvoor geen besluit nodig is, wordt gemandateerd aan de medewerkers van alle afdelingen. Deze correspondentie hoeft niet voorzien te zijn van een elektronische handtekening dan wel een natte of gescande handtekening.

  • 5. Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder mandaat tevens volmacht en machtiging verstaan.

Artikel 4 Bevoegdheden die exclusief bij het bestuursorgaan berusten

  • 1. De bevoegdheid tot uitoefening van onderstaande handelingen berust exclusief bij het desbetreffende bestuursorgaan en komen derhalve niet voor mandaat, volmacht en machtiging in aanmerking:

    • a.

      indien artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet van toepassing is (de zogenoemde wensen en bedenkingenprocedure);

    • b.

      het nemen van beslissingen op bezwaarschriften;

    • c.

      het oordelen over de klachten die zijn voorgelegd aan de klachtencommissaris;

    • d.

      het opleggen en het verlengen van een beperkende communicatie-maatregel aan een derde;

    • e.

      het besluiten tot het voeren van een rechtsgeding (als eisende, verwerende en derde partij);

    • f.

      het nemen van een besluit voor zover (voorgenomen) besluiten met financiële consequenties niet passen binnen de daartoe door het bestuursorgaan vastgestelde budgetten;

    • g.

      het besluit tot het afhandelen van aansprakelijkstellingen vanaf een bedrag van € 25.000,-;

    • h.

      besluiten omtrent verhuur dan wel verkoop van woonwagens en standplaatsen voor woonwagens;

    • i.

      besluiten omtrent gunning (inclusief voorfase) alsmede het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot 1) levering en diensten en 2) werken zijnde Europese aanbestedingen;

    • j.

      het een bevoegdheid betreft die onlosmakelijk is verbonden aan een eerdere door het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester zelf uitgeoefende bevoegdheid;

    • k.

      voor zover het de bevoegdheid van burgemeester en wethouders of de burgemeester betreft; het vaststellen, wijzigen of intrekken van besluiten van algemene strekking, alsmede het vaststellen van algemene of nadere regels ter uitvoering van besluiten van algemene strekking;

    • l.

      het vaststellen, wijzigen of intrekken van kaders, beleidsregels, uitvoeringsregels behorende bij verordeningen en besluiten van algemene strekking. In afwijking van de in de vorige volzin genoemde uitzonderingen is voor besluiten van algemene strekking op grond van artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994, juncto artikel 12 van het Besluit Administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (verkeersbesluiten), wel mandaat mogelijk;

    • m.

      wijziging of herijking van de regelingen die de medewerkers persoonlijk raken, zoals onder andere de werktijdenregeling, verlofregeling, reiskostenregeling woon-werkverkeer, procedureregeling functiebeschrijving en – waardering en generatiepact;

    • n.

      het nemen van een besluit dat leidt tot afwijking van of aanvulling op het tot dan toe gevoerde beleid of vastgestelde beleidsregels;

    • o.

      besluiten ten aanzien waarvan is bepaald dat deze met versterkte meerderheid moeten worden genomen;

    • p.

      besluiten tot (het voordragen ter) benoeming van bestuurders in functies en commissies;

    • q.

      besluiten tot aanwijzing van personen met opsporings- en toezichthoudende bevoegdheden;

    • r.

      besluiten inzake het vaststellen dienstongeval/ beroepsziekte;

    • s.

      formele afhandeling melding /klacht op het gebied van integriteit;

    • t.

      de bevoegdheid tot het afgeven van een machtiging tot het binnentreden van een woning met het oog op de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I tot en met IV van de Woningwet;

    • u.

      besluiten op grond van artikelen 151b, 151c, 151d, 154a, 172, 172a, 172b, 174, tweede lid, 174a, 175, 176 en 176a van de Gemeentewet (‘openbare orde bevoegdheden’);

    • v.

      besluiten op grond van de Zondagswet en de Wet openbare manifestaties, voor zover daarbij sprake is van een beperking van grondrechten;

    • w.

      besluiten tot het opleggen van een crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg;

    • x.

      besluiten tot subsidieverlening aan instellingen en organisaties > € 20.000,00 en instellingen en organisaties die in het voorafgaande jaar niet werden gesubsidieerd;

    • y.

      het besluiten op grond van artikel 16.65, lid 4, onder a en b Omgevingswet, om afdeling 3.4 Awb van toepassing te verklaren op een aanvraag om een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Dit geldt tot het moment, dat het bevoegd gezag beleidsregels heeft vastgesteld, die richting geven aan de procedurekeuze;

    • z.

      het besluiten op aanvragen om buitenplans af te wijken van het omgevingsplan (BOPA), als:

      deze BOPA op grond van artikel 16.65 Omgevingswet, met de uitgebreide procedure is voorbereid; dan wel

      het een ‘grote’ BOPA betreft, dit wil zeggen indien de activiteit(en) niet is (zijn) aan te merken als binnenplanse omgevingsplanactiviteit of niet is (zijn) opgenomen in bijlage B (‘kleine’ BOPA) bij de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2024;

    • aa.

      het wijzigen van het Omgevingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.8 en 4.14, vijfde lid Omgevingswet en binnen de gestelde kaders uit het Delegatiebesluit d.d. 13 december 2022;

    • bb.

      de taak op grond van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, inhoudende om voor bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij de toepassing van de belastingverordeningen mochten voordoen;

    • cc.

      de bevoegdheid op grond van artikel 66 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, inhoudende het verlenen van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de bij beschikking opgelegde boete;

    • dd.

      besluiten ter uitvoering van de arbeidsvoorwaarden voor zover het betreft:

      • *

        besluiten inzake de disciplinair straf ‘ontslag op staande voet’;

      • *

        het benoemen, schorsen of ontslaan van de gemeentesecretaris/algemeen directeur en afdelingshoofden;

      • *

        besluiten die anderszins de rechtspositie van de gemeentesecretaris/algemeen directeur betreffen.

  • 2. Als de verantwoordelijk portefeuillehouder of de burgemeester de wens kenbaar heeft gemaakt om besluiten door het desbetreffende bestuursorgaan te nemen in een bepaalde zaak wegens de bestuurlijk/politieke gevoeligheid, zullen ook deze besluiten enkel genomen kunnen worden door het desbetreffende bestuursorgaan.

  • 3. Als een zaak afdelingsoverschrijdend is en één van de afdelingen een afwijkend of negatief advies uitbrengt over het te nemen besluit in de zin van de Awb, zal dit besluit genomen worden door het desbetreffende bestuursorgaan.

  • 4. Als de (onder)gemandateerde en diens plaatsvervanger(s) persoonlijk betrokken zijn, zal het besluit genomen worden door het desbetreffende bestuursorgaan.

  • 5. De bevoegdheid tot het nemen van besluiten over een buitenplanse afwijking, waarbij afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, alsmede het besluiten over het toepassen van de uitwerkingsverplichting of de wijzigingsbevoegdheid van bestemmingsplannen berust bij het college van Burgemeester en Wethouders voor aanvragen die onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Wet ruimtelijke ordening (Wro) worden afgehandeld.

Artikel 5 Bevoegdheden die krachtens mandaat exclusief bij de gemeentesecretaris/ algemeen directeur berusten

  • 1. De bevoegdheid tot uitoefening in mandaat, volmacht en machtiging van onderstaande handelingen berust exclusief bij de gemeentesecretaris / algemeen directeur en komen daarom niet voor ondermandaat, volmacht en machtiging in aanmerking:

    • a.

      uitzonderlijke c.q. bijzondere (voorgenomen) besluiten voortvloeiende uit de Cao Gemeenten:

      • *

        hoofdstuk 1: Hardheidsclausule (1.7);

      • *

        hoofdstuk 3: vaststellen en waarderen functies (3.1), verlaging salarisschaal (3.5), promotie (3.6), geldbedrag door het uitstekend functioneren of leveren van bijzondere prestaties (3.18) en salaristoelage zoals: functioneringstoelage (3.8), arbeidsmarkttoelage (3.9), waarnemingstoelage (3.10), inconveniëntentoelage (3.14), garantietoelage (3.15), afbouwtoelage (3.16);

      • *

        hoofdstuk 5: Tijdelijke verruiming arbeidsduur naar max 40 uur (5.1 lid 2);

      • *

        hoofdstuk 6: Verlenging vervaltermijn wettelijk verlof (artikel 6.1 lid 3), onbetaald verlof (6.14 lid 3), politiek verlof (6:18);

      • *

        hoofdstuk 7: geneeskundig onderzoek (7.4);

      • *

        hoofdstuk 9: tussentijds beëindigen van werk naar werk-traject (9.10);

      • *

        hoofdstuk 10: afkoop na-wettelijke uitkering (10.10), recht op reparatie-uitkering bij werkloosheid (10.12), Verhuiskosten (10.14), afkoop reparatie-uitkering (1019), toekennen overlijdensuitkering (10.20);

      • *

        hoofdstuk 11: Schorsing als ordemaatregel (11.4), werkzaamheden bij buitengewone omstandigheden (11.6 lid 1), Aanwijzen van ambtenaren voor het verrichten van taken in het kader van de Wet Veiligheidsregio (11.6 lid 2).

    • b.

      besluiten in het kader van het beloningsbeleid betreffende het toekennen van een extra periodieke verhoging van het salaris, het toekennen van toelage(n), beloning en/of gratificatie;

    • c.

      besluiten met betrekking tot vaststellen (dan wel heroverwegen van) formatiewijzigingen en functieprofielen, incl. functieniveaus;

    • d.

      besluit tot ontzeggen van toegang tot kantoor, werkplaats, enz;

    • e.

      besluiten inzake de toekenning van standaard reiskostenvergoeding aan een functiegroep of individu

    • f.

      besluiten inzake de toekenning van afkoopsommen en regelingen omtrent het uittreden van individuele medewerkers respectievelijk het sluiten van een vaststellingsovereenkomst. Een besluit wordt niet genomen dan na overleg met de portefeuillehouder personeelszaken;

    • g.

      besluiten tot benoeming van afdelingshoofden, teamleiders en medewerkers die zich bezig houden met de aanpak van georganiseerde criminaliteit en ondermijning. Een besluit wordt niet genomen dan na overleg met de portefeuillehouder personeelszaken;

    • h.

      de bevoegdheid als bedoeld in artikel 33 en 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming (melden datalek), die tevens uitgevoerd kan worden door de Functionaris Gegevensbescherming van de gemeente.

Artikel 6 Ondertekening

In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht, dat het besluit is genomen krachtens mandaat, volmacht of machtiging. De ondertekening van uitgaande stukken zal luiden:

“Burgemeester en wethouders van Leudal”, respectievelijk “De burgemeester van Leudal”,

“namens dezen,” respectievelijk “namens deze,”

gevolgd door de handtekening van deze (onder)gemandateerde,

de naam van deze (onder)gemandateerde en

de functienaam van de (onder)gemandateerde

Artikel 7 Ondertekeningsmandaat

Het bestuursorgaan kan bepalen dat een door hem genomen besluit namens hem wordt ondertekend door een wethouder of door een andere functionaris, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet.

Artikel 8 Afwezigheid/ontstentenis

  • 1. In geval van afwezigheid of ontstentenis van (onder)gemandateerde, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden door de aangewezen plaatsvervanger waargenomen.

Functie:

 

Vervangen in volgorde door:

Gemeentesecretaris/algemeen directeur

Loco-gemeentesecretaris betreffende gemeentesecretaris

 

1

Bestuurssecretaris

 

2

Afdelingshoofd Samenleving

 

3

Afdelingshoofd Ruimte

 

4

Afdelingshoofd Dienstverlening

 
 
 
 
 

Loco-gemeentesecretaris betreffende algemeen directeur

 

1

Afdelingshoofd Samenleving

 

2

Afdelingshoofd Ruimte

 

3

Afdelingshoofd Dienstverlening

 
 
 

Afdelingshoofd Ruimte

1

Teamleider Ontwikkeling

 

2

Afdelingshoofd Samenleving

 

3

Afdelingshoofd Dienstverlening

 

4

Gemeentesecretaris/algemeen directeur

 
 
 

Afdelingshoofd Dienstverlening

1

Afdelingshoofd Samenleving

 

2

Afdelingshoofd Ruimte

 

3

Gemeentesecretaris/algemeen directeur

 
 
 

Afdelingshoofd Samenleving

1

Afdelingshoofd Ruimte

 

2

Afdelingshoofd Dienstverlening

 

3

Gemeentesecretaris/algemeen directeur

 
 
 

Teamleiders

1

Teamleiders binnen dezelfde afdeling (geen rangorde)

 

2

Afdelingshoofd waar het team onder valt

 

3

Overige afdelingshoofden (geen rangorde)

 

4

Gemeentesecretaris/algemeen directeur

 
 
 
  • 2. Als een taak is uitgeoefend door een plaatsvervanger of waarnemer, dient dit in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht door gebruikmaking van de woorden “bij afwezigheid’’ of ‘’b.a.’’ respectievelijk “plaatsvervanger” of “plv.”gevolgd door handtekening van de plaatsvervanger of waarnemer.

Artikel 9 Intrekking

Op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit wordt het “Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Leudal” dat is vastgesteld op 13 maart 2018 en de bijbehorende instructie/regels alsmede alle op de organogram van toepassing zijnde ondermandaatbesluiten ingetrokken. Tevens wordt de “Vervangingsregeling” dan ingetrokken die is vastgesteld op 14 mei 2019.

Artikel 10 Bekendmaking en inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Bekendmaking vindt plaats door publicatie op de gemeentelijke website onder officiële bekendmakingen.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als "Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Leudal".

Ondertekening

Aldus vastgesteld d.d. 23 maart 2021

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEUDAL

De secretaris, De burgemeester,
mr. drs. J.J.Th.L. Geraedts D.H. Schmalschläger