Regeling vervallen per 17-02-2018

Verordening Wmo-adviesraad 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 16-02-2018

Intitulé

Verordening Wmo Adviesraad 2014

De raad van de gemeente Leusden, Gelezen het voorstel van het college d.d. 7 januari 2014, nummer 218161;

Overwegende:

  • dat het wenselijk is om de kennis en ervaring van ondersteuningsvragers te betrekken bij de beleidsvorming en de uitvoering van de Wmo en daardoor een meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de Wmo-dienstverlening;

  • dat het wenselijk is daarvoor een adviesorgaan in te stellen

Gelet op:

  • artikel 11 Wet maatschappelijke ondersteuning;

Besluit vast te stellen:

de Verordening adviesraad Wet maatschappelijke ondersteuning 2014; Gemeente Leusden

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Gemeente:

      de gemeente Leusden;

    • b.

      College:

      het college van burgemeester en wethouders van Leusden;

    • c.

      Wmo:

      Wet maatschappelijke ondersteuning;

    • d.

      Doelgroep:de personen/groepen, die vallen onder de werkingsfeer van de Wmo;

    • e.

      Belangenorganisaties:

      organisaties die de belangen behartigen van de doelgroepen behorende bij de prestatievelden zoals beschreven in artikel 1 lid 1, onder g, van de Wmo;

    • f.

      Wmo-adviesraad:

      overlegorgaan, zoals bedoeld in deze verordening;

    • g.

      (relevante) prestatievelden:het geheel van maatschappelijke terreinen waarop de gemeente maatschappelijke ondersteuning vorm geeft;

    • h.

      burgerparticipatie:

      de wijze waarop de gemeente uitvoering geeft aan de inspraak- en medenzeggenschapsintentie van de Wmo, de bijdrage die de inwoners en overige belanghebbenden leveren aan de ontwikkeling en/of evaluatie van het beleid op het gebied van de Wmo;

    • i.

      beleidsmedewerker:

      een persoon die werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van het college op de relevante maatschappelijke terreinen.

  • 2. Voor zover niet anders is bepaald worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de Wmo.

Artikel 2 Doelstellingen adviesraad Wmo

  • 1. De Wmo-adviesraad bevordert een goede uitvoering en voortgang van de Wmo en adviseert het college in dezen.

  • 2. De Wmo-adviesraad behartigt de belangen van de doelgroepen die behoren bij de relevante prestatievelden.

  • 3. De Wmo-adviesraad zorgt er voor dat inwoners en hun organisaties worden betrokken bij de totstandkoming van beleid.

Artikel 3 Taken Wmo-adviesraad

  • 1. De Wmo-adviesraad adviseert het college gevraagd en ongevraagd over onderwerpen met betrekking tot de voorbereiding, vaststelling, uitvoering, verbetering, controle en evaluatie van het gemeentelijk beleid ten aanzien van actuele onderwerpen binnen alle relevante prestatievelden van de Wmo.

    Alle adviezen van de adviesraad Wmo aan het college worden onverkort ter kennisname aan de gemeenteraad verstrekt.

  • 2. De Wmo-adviesraad is alert op overige ontwikkelingen en knelpunten binnen de voor de gemeente relevante prestatievelden, voor zover deze ontwikkelingen of knelpunten doelgroepen en/of individuen raken. De adviesraad Wmo geeft hierover signalen af aan het college.

  • 3. De advisering kan betrekking hebben op zowel inhoudelijke als procedurele kwesties.

  • 4. De Wmo-adviesraad kan raadplegingen initiëren over Wmo-gebonden thema’s. De Wmo-adviesraad kan deze raadplegingen zelfstandig uitvoeren of de uitvoering overlaten aan het college. In het laatste geval adviseert zij het college over een gewenste aanpak.

  • 5. De leden van de Wmo-adviesraad verrichten hun werkzaamheden zonder last, maar voeren wel ruggespraak met hun achterban.

Artikel 4 Geheimhouding

Wanneer door het college aan Wmo-adviesraad stukken onder geheimhouding worden toegezonden, nemen de leden deze geheimhouding in acht. De leden van de Wmo-adviesraad gaan overigens vertrouwelijk om met die informatie die als zodanig wordt aangemerkt, dan wel waarvan zij de vertrouwelijkheid redelijkerwijs kunnen begrijpen.

HOOFDSTUK 2 SAMENSTELLING EN LIDMAATSCHAP

Artikel 5 Samenstelling Wmo-adviesraad

  • 1. De Wmo-adviesraad bestaat uit minimaal vijf en maximaal negen leden. De leden worden door het college, deels op voordracht, deels via kandidering, benoemd.

  • 2. De leden zijn woonachtig in de gemeente Leusden.

  • 3. In Wmo-adviesraad hebben zitting:

    • a.

      Vertegenwoordigers uit de achterban van de in de gemeente Leusden zetelende representatieve belangenorganisaties, die optreden voor specifieke doelgroepen;

    • b.

      vertegenwoordigers namens niet-georganiseerde doelgroepen in de gemeente Leusden;

    • c.

      overige betrokken inwoners van de gemeente Leusden.

  • 4. De vertegenwoordigers als bedoeld in lid 3 onder a zijn betrokken bij één of meer van de volgende doelgroepen:

    • mensen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking

    • mensen met een psychische stoornis

    • geestelijke gezondheidszorg/maatschappelijke opvang

    • jeugd en jongeren

    • senioren

    • mensen met een minimaal inkomen

    • mantelzorgers

    • vrijwilligers.

  • 5. Geen lid van de Wmo-adviesraad kunnen zijn:

    • a.

      de leden van het college en de secretaris van de gemeente Leusden;

    • b.

      ambtenaren van de gemeente Leusden;

    • c.

      gemeenteraadsleden en fractievertegenwoordigers van de politieke partijen binnen de gemeente;

    • d.

      personen die werkzaam of bestuurlijk betrokken zijn bij een professionele organisatie die zich bezighoudt met activiteiten in een van de prestatievelden.

  • 6. Het college beoordeelt of er sprake is van belangenverstrengeling.

  • 7. De Wmo-adviesraad dient zoveel mogelijk evenredig te zijn samengesteld uit de hiervoor in lid 3 en 4 genoemde vertegenwoordigingen en zo mogelijk voort te komen uit de verschillende woonkernen van de gemeente Leusden.

  • 8. De Wmo-adviesraad wijst uit zijn midden een onafhankelijke voorzitter aan die door het college wordt benoemd.

Artikel 6 Voordracht en kandidaatstelling

  • 1. De representatieve belangenorganisaties van de specifieke doelgroepen, zoals genoemd in artikel 5 lid 4, worden door het college schriftelijk uitgenodigd een of meerdere kandida(a)t(en) voor te dragen.

  • 2. Vertegenwoordigers namens niet-georganiseerde doelgroepen en namens overige betrokken inwoners worden de gelegenheid gegeven zich kandidaat te stellen voor de Wmo-adviesraad. Het college nodigt hen daartoe uit door een publicatie van een oproep op de gemeentepagina en de website

  • 3. Voor de benoeming van de leden en de onafhankelijke voorzitter, stelt het college een profiel op, waarin de spreiding en de vertegenwoordiging als bedoeld in artikel 5 lid 3 en 4 gewaarborgd wordt.

  • 4. Alvorens tot benoeming over te gaan, raadpleegt het college de Wmo-adviesraad.

Artikel 7 Zittingsduur

  • 1. Een lid van de Wmo-adviesraad kan zijn lidmaatschap tussentijds beëindigen middels een schriftelijke kennisgeving aan het college en de Wmo-adviesraad.

  • 2. Een tussentijds benoemd lid van de Wmo-adviesraad wordt geacht te zijn getreden in de plaats van het lid dat zijn lidmaatschap voortijdig heeft beëindigd.

  • 3. De leden worden benoemd voor een zittingsperiode van vier jaar.

  • 4. Een lid van de Wmo-adviesraad kan één maal herbenoemd worden.

Artikel 8 Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1. De leden van de Wmo-adviesraad kunnen altijd hun ontslag nemen. Zij dienen daartoe een schriftelijk verzoek in bij het college.

  • 2. Het lidmaatschap van de Wmo-adviesraad eindigt bovendien door:

    • overlijden;

    • door ontslag door het college, nadat daartoe door de Wmo-adviesraad een verzoek is ingediend. Een zodanige verzoek moet ondersteund worden door de meerderheid van het aantal zitting hebbende Wmo-adviesraadleden;

    • door vertrek uit de gemeente Leusden.

  • 3. Bij een tussentijdse vacature wordt zo spoedig mogelijk in de betreffende vacature voorzien, waarbij het bepaalde van artikel 5 en artikel 6 onverkort van toepassing is.

HOOFDSTUK 3 ADVISERING, VERGADERING EN FACILITERING

Artikel 9 Advisering

  • 1. Het college legt onderwerpen als bedoeld in artikel 3 lid 1 middels een schriftelijke adviesaanvraag voor aan de Wmo-adviesraad.

    In de aanvraag wordt expliciet vermeld over welke punten advies wordt gevraagd.

  • 2. Het college draagt ervoor zorg dat een adviesaanvraag op een zodanig tijdstip wordt aangevraagd dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het collegebesluit. In principe is dit tijdstip zes weken vóór het collegebesluit.

  • 3. Het college voorziet de Wmo-adviesraad bij haar adviesaanvraag van alle relevante informatie. Het betreft hier alle informatie die nodig is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.

  • 4. De Wmo-adviesraad brengt binnen vier weken na ontvangst van de adviesaanvraag schriftelijk advies uit aan het college.

  • 5. Het besluit over de inhoud van het advies wordt bij meerderheid van stemmen genomen. Leden kunnen een minderheidsstandpunt innemen. Dit minderheidsstandpunt wordt aan het advies aan het college toegevoegd.

  • 6. Bij het staken van de stemmen beslist de voorzitter waarbij minderheids-standpunten apart worden vermeld.

  • 7. Indien het college het advies, of delen van het advies van de Wmo-adviesraad niet overneemt, deelt het dat met redenen omkleed schriftelijk mee aan de Wmo-adviesraad en stelt ook de gemeenteraad daarvan op de hoogte.

Artikel 10 Overige bevoegdheden

  • 1. De Wmo-adviesraad kan deskundigen uitnodigen om een vergadering bij te wonen met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp.

  • 2. De leden van de Wmo-adviesraad kunnen altijd derden raadplegen over de aangelegenheden waarmee zij als lid van de Wmo-adviesraad te maken krijgen.

  • 3. Zij nemen daarbij het bepaalde in artikel 4, geheimhouding, in acht.

Artikel 11 Overleg

  • 1. Ten minste tweemaal per jaar vindt een overleg plaats met de verantwoordelijk wethouder waarbij zowel de wethouder als de Wmo-adviesraad het recht heeft onderwerpen ter bespreking op de agenda van het overleg te plaatsen.

  • 2. De Wmo-adviesraad komt tenminste zes maal, maar daarnaast zoveel als nodig wordt geacht, bijeen voor overleg.

  • 3. De Wmo-adviesraad kan voor haar overleggen de beleidsmedewerkers, belast met de voorbereiding en uitvoering van het Wmo-beleid uitnodigen.

  • 4. De beleidsmedewerkers betrekken de Wmo-adviesraad in een zo vroeg mogelijk stadium bij de voorbereiding en totstandkoming van beleid en regelingen betreffende de uitvoering van de Wmo. Zij kunnen zich daartoe voor het overleg van de WMO-adviesraad laten uitnodigen.

Artikel 12 Vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de Wmo-adviesraad zijn openbaar, tenzij over personen wordt beraadslaagd, de stukken door het college als geheim zijn aangemerkt of de meerderheid van de WMO-adviesraad een besloten vergadering wenst.

  • 2. Besluiten worden altijd in het openbaar genomen. Besluiten worden schriftelijk vastgelegd. Adviezen aan het college worden eveneens schriftelijk vastgelegd.

  • 3. De Wmo-adviesraad beraadslaagt of besluit niet als niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 4. Van de vergaderingen van de Wmo-adviesraad wordt door de ambtelijk secretaris verslag gemaakt. Het verslag van de vergadering wordt in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling aan de leden van de Wmo-adviesraad voorgelegd.

  • 5. De Wmo-adviesraad kan een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast stellen. Het reglement van orde wordt ter kennisname aan het college gezonden.

    In het reglement van orde wordt in ieder geval geregeld:

    • de wijze waarop vergaderingen worden uitgeschreven en openbaar gemaakt;

    • de werkwijze tijdens vergaderingen;

    • wijze van verslaglegging;

    • de besluitvorming tijdens vergaderingen.

Artikel 13 Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De Wmo-adviesraad wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris, die geen deel uitmaakt van de Wmo-adviesraad. De ambtelijk secretaris wordt door het college aangewezen.

  • 2. De ambtelijk secretaris draagt in zijn algemeenheid zorg voor ondersteuning van de Wmo-adviesraad, opdat deze zijn taken op een goede wijze kan uitvoeren. De ambtelijk secretaris draagt ervoor zorg dat informatie in begrijpelijke vorm wordt aangeleverd.

  • 3. De ambtelijk secretaris stelt in overleg met de voorzitter van de Wmo-adviesraad de agenda voor de vergaderingen en het overleg met de wethouder op, met in achtneming van het gestelde in artikel 11 lid 1.

  • 4. De ambtelijk secretaris draagt ervoor zorg dat de vergaderingen worden genotuleerd en dat de agenda en het verslag worden verzonden.

Artikel 14 Budget en faciliteiten

  • 1. Voor het uitvoeren van de taken van de Wmo-adviesraad wordt in de gemeentelijke begroting een budget opgenomen voor:

    • a.

      een vergoeding voor de leden van de Wmo-adviesraad;

    • b.

      kosten van deskundigheidsbevordering;

    • c.

      kosten van administratieve, facilitaire of communicatieve zaken.

  • 2. De vergoeding voor de leden van de Wmo-adviesraad betreft een vast bedrag per jaar. Het recht op een vergoeding vervalt indien niet actief in de adviesraad wordt geparticipeerd of vervalt deels als lidmaatschap gedurende het jaar wordt opgezegd.

  • 3. De Wmo-adviesraad ontvangt jaarlijks een subsidie. Het subsidieplafond is het bedrag dat voor de Wmo-adviesraad in de gemeentelijke begroting is opgenomen.

  • 4. De hoogte van die subsidie is gebaseerd op het jaarlijkse uitvoeringsprogramma en door de Wmo-adviesraad ingediende begroting.

  • 5. Over de besteding van het budget als bedoeld in het derde lid wordt jaarlijks door de Wmo-adviesraad voor 1 mei van het daaropvolgend jaar schriftelijk verantwoording afgelegd.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Evaluatie

Jaarlijks wordt in het overleg tussen de wethouder en de Wmo-adviesraad geëvalueerd of de op deze verordening gebaseerde burgerparticipatie nog voldoet.

Artikel 16 Overige bepalingen

  • 1. De leden van de Wmo-adviesraad ondervinden, als gevolg van hun lidmaatschap, in de contacten met de gemeente voordelen noch nadelen.

  • 2. Wmo-adviesraad behandelt geen klachten die op individuen betrekking hebben.

  • 3. Klachten over de wijze waarop door een persoon, die werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van het college, uitvoering wordt gegeven aan deze verordening, worden behandeld overeenkomstig hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht en de Klachtenregeling van de gemeente.

  • 4. In die gevallen waarin de verordening niet voorziet overleggen het college en de Wmo-adviesraad.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Wmo-adviesraad 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Leusden, op

27 februari 2014.

mevrouw mr. J.S.Y. Houtman
griffier
mevrouw drs. A. Vermeulen
voorzitter