Regeling vervallen per 02-12-2010

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010

Geldend van 04-03-2010 t/m 01-12-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010

De raad van de gemeente Leusden;

gelezen het voorstel van het college d.d. 29 september 2009, nummer 2009-10698;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010

Artikel 1 Voorwerp der belasting

Onder de naam “hondenbelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • a.

    die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

  • b.

    die door de “Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland” als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;

  • c.

    die in een hondenasiel verblijven, indien de eigenaar van een dergelijke inrichting houder is van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming (Wet van 25 januari 1961, Stb. 19);

  • d.

    die uitsluitend ten verkoop in voorraad worden gehouden door een houder met een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming;

  • e.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per belastingjaar:

    • a.

      voor een eerste hond € 74,90

    • b.

      voor een tweede hond € 104,45

    • c.

      voor iedere hond boven het aantal van twee € 131,85

  • 2.

    In afwijking inzoverre van de voorgaande leden bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland € 311,20 per jaar.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent de aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het tijdvak

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslag moet worden betaald in één termijn die vervalt 2 maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het voorgaande lid geldt dat in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag betreft daarvan, € 68,07 of meer bedraagt, de aanslagen mogen worden betaald in acht gelijke termijnen. Dit zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven. De eerste termijn vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van hondenbelasting wordt alleen kwijtschelding verleend voor de eerste hond.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening hondenbelasting 2009”, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 november 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening hondenbelasting 2010”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente
Leusden in zijn openbare vergadering van 12 november 2009,
ir. T. Rolle mevrouw drs. A. Vermeulen
griffier voorzitter van de Raad