Regeling vervallen per 01-01-2016

Reglement Adviescommissie Maatschappelijke Organisaties

Geldend van 24-01-2014 t/m 31-12-2015

Intitulé

Reglement Adviescommissie Maatschappelijke Organisaties

REGLEMENT ADVIESCOMMISSIE MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES

Artikel 1 Instelling

Gedeputeerde Staten van Limburg, hierna te noemen ‘het college’, stellen een Adviescommissie Maatschappelijke Organisaties in, hierna te noemen ‘commissie’.

Artikel 2 Positionering

Voor de monitoring en evaluatie van de erkende maatschappelijke organisaties en evaluatie van de Nadere Subsidieregels Maatschappelijke Organisaties 2014-2016 ten behoeve van een afgewogen besluitvorming door het college inzake een eventuele verlenging van de subsidieregeling voor maatschappelijke organisaties, laat het college zich adviseren door een onafhankelijke adviescommissie.

Artikel 3 Selectie, samenstelling, benoeming en tijdsduur lidmaatschap

  • 1 De commissie bestaat uit minimaal 5 en ten hoogste 7 leden (inclusief voorzitter), welke door het college worden benoemd en op persoonlijke titel zitting zullen hebben.

  • 2 Kandidaten voor een onafhankelijk voorzitterschap of lidmaatschap van de commissie worden geworven op basis van een gerichte selectie vanuit de Provincie Limburg. De kandidaten zijn onafhankelijk. Dat wil zeggen dat ze geen deel uitmaken van een bestuursorgaan van de Provincie Limburg en ze ook niet werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de Provincie Limburg.

  • 3 De leden van de commissie worden door het college benoemd voor ten hoogste twee jaren. De onafhankelijke voorzitter wordt ook benoemd voor maximaal twee jaren. De commissie kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4 Bij de benoeming van de leden en de samenstelling van de commissie gaat het college uit van een afgewogen en brede samenstelling van onafhankelijke deskundigen op het gebied van maatschappelijke organisaties die ervaring hebben met het provinciale beleid.

  • 5 Het lidmaatschap van de commissie kan te allen tijde op eigen verzoek worden beëindigd, door schriftelijke kennisgeving aan het college. Wanneer een lid gedurende lange tijd niet voldoende functioneert, kan het college, gehoord de voorzitter en de ambtelijk secretaris, het commissielidmaatschap van het desbetreffende lid tussentijds beëindigen.

  • 6 De Provincie Limburg vervult vanuit het Cluster Cultuur het ambtelijk secretariaat van de commissie. De ambtelijk secretaris heeft geen stemrecht.

Artikel 4 Hoofdtaken

Bovenal hebben de leden van de commissie een inspanningsverplichting om, voor zowel de commissie als de Provincie Limburg op een adequate wijze, door afdoende afgewogen inhoudelijke beoordelingen, tijdig maar vóór 1 oktober 2015, onderbouwd advies te geven ter optimale voorbereiding van de betreffende besluitvorming door het college.

Om bovenstaand te realiseren, dient de commissie zich aan de volgende hoofdtaken te houden:

  • 1.

    De adviserende taakstelling richting college van de commissie betreft:

    • -

      Inhoudelijke en integrale beoordeling van een maatschappelijke organisatie, advisering, activiteitenbezoek en monitoring van de organisatie;

    • -

      Inhoudelijke en integrale boordeling van de Nadere Subsidieregels Maatschappelijke Organisaties 2014-2016 op de wijze zoals deze staat beschreven in het Beleidskader Maatschappelijke Organisaties 2014-2016, en advisering inzake de werkbaarheid van voornoemde regeling zowel voor de maatschappelijke organisaties als ook de Provincie Limburg.

  • 2.

    De commissie informeert het college, door middel van een schriftelijk tussentijds rapport over haar bevindingen dusver. De tussentijdse rapporten dienen vóór 1 oktober 2014 te worden opgeleverd, en zullen tevens beschikbaar zijn voor de maatschappelijke organisaties.

  • 3.

    De commissie levert aan het einde van het evaluatietraject (vóór 1 oktober 2015) voor elke maatschappelijke organisatie afzonderlijk een advies aan het college. Het college mag van het gegeven advies afwijken. Tevens levert de commissie op dat moment ook haar advies over de werkbaarheid van de Nadere Subsidieregels Maatschappelijke Organisaties 2014-2016. Ook van dit advies mag het college afwijken.

Artikel 5 Werkwijze vergaderingen

  • 1 De commissie vergadert tenminste vier keer per jaar, bij voorkeur bij Wonen Limburg te Roermond of het Gouvernement te Maastricht.

  • 2 De vergaderingen en de vergaderstukken van de commissie zijn niet openbaar. Het tussentijdse rapport en de adviezen die de commissie aan het college uitbrengt zijn wél openbaar.

  • 3 Het aantal leden dat aan de vergadering van de commissie dient deel te nemen om rechtsgeldige besluiten te kunnen nemen, bedraagt minimaal de helft van de commissie plus de (plaatsvervangende) voorzitter.

  • 4 De commissie doet haar aanbevelingen bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid (inclusief de voorzitter) één stem heeft.

  • 5 De commissie regelt zelf haar vergaderorde en legt dit vast in een huishoudelijk reglement.

  • 6 De commissie neemt in haar huishoudelijk reglement op dat de voorzitter en/of commissieleden zich in bepaalde gevallen onthouden van deelname aan vergaderingen, advisering en/of stemming indien het een aangelegenheid betreft die hen persoonlijk aangaat of indien het gaat om een instantie waarvan zij (bestuurs)lid zijn of waaraan zij op enigerlei wijze verantwoording schuldig zijn.

  • 7 Stukken die van de commissie uitgaan, worden steeds ondertekend door de voorzitter en de ambtelijk secretaris.

Artikel 6 Vacatiegelden

De leden van de commissie ontvangen een vergoeding voor het voorbereiden en het bijwonen van de vergaderingen van de commissie, het deelnemen aan de monitoringsgesprekken, en voor de gemaakte reiskosten, op grond van de “Verordening regelende de geldelijke en andere rechtspositionele voorzieningen ten behoeve van gedeputeerden, staten- en commissieleden Provincie Limburg 2012”. Voor de verslaglegging van een activiteitenbezoek aan de maatschappelijke organisaties is een bedrag beschikbaar van € 22,50 per verslag, met een maximale vergoeding van 10 verslagen per jaar per commissielid per maatschappelijke organisatie die wordt bezocht.

Artikel 7 Wijzigingen

Het college kan dit reglement te allen tijde wijzigen, nadat de commissie over de wijziging(en) is gehoord.

Artikel 8 Overige zaken

Indien dit reglement ten behoeve van de taken van de commissie ergens niet in voorziet, zal de commissie (via het huishoudelijk reglement) deze aanvullen en aan het college ter instemming voorleggen.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 Deze regeling treedt de dag van publicatie in het Provinciaal Blad in werking, en eindigt per 31 december 2015.

  • 2 Dit reglement wordt aangehaald als “Reglement Adviescommissie Maatschappelijke Organisaties”.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter
mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris
Uitgegeven, 23 januari 2014
De secretaris mr. A.C.J.M. de Kroon