Regeling vervallen per 25-02-2021

Gedragscode bestuurlijke integriteit leden van Gedeputeerde Staten Provincie Limburg 2014

Geldend van 04-07-2014 t/m 24-02-2021

Intitulé

Gedragscode bestuurlijke integriteit leden van Gedeputeerde Staten Provincie Limburg 2014

Gedragscode bestuurlijke integriteit leden van Gedeputeerde Staten Provincie Limburg 2014.

Deel 1, Algemeen kader voor bestuurlijke integriteit

Bestuurders stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur en van de bestuurder is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de provincie Limburg, en in het verlengde daarvan die van de burgers en organisaties, zijn het primaire richtsnoer. Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid, die met de functie samenhangt, wordt aanvaard en er bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt afgelegd aan collega bestuurders en Provinciale Staten. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van bestuurders in een breder perspectief:

Dienstbaarheid Het handelen van een bestuurder is gericht op het belang van de provincie en op de burgers die daarvan deel uitmaken.

Functionaliteit Het handelen van een bestuurder heeft een herkenbaar verband met de functie die hij in het bestuur vervult.

Onafhankelijkheid Het handelen van een bestuurder wordt gekenmerkt door onafhankelijkheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen.

Openheid Het handelen van een bestuurder is transparant, zodat altijd verantwoording mogelijk is en de controlerende organen inzicht hebben in het handelen van de bestuurder en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid Op een bestuurder moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor deze is verkregen.

Zorgvuldigheid Het handelen van een bestuurder is erop gericht dat alle burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor onderstaande gedragsafspraken.

Deel 2, Gedragscode bestuurlijke integriteit leden van Gedeputeerde Staten Provincie Limburg

1. Algemene bepalingen 

  • 11 Deze gedragscode geldt voor de Commissaris van de Koning in Limburg en voor de leden van Gedeputeerde Staten van Limburg. Zij worden hierna individueel als “bestuurders” dan wel collectief als “college” aangeduid.

  • 12 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is vindtbespreking in het college plaats.

  • 13 De code is openbaar en voor iedereen toegankelijk.

  • 14 Bestuurders ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 15 Bestuurders spreken elkaar collegiaal aan en accepteren dat ze worden aangesproken op denaleving van deze code.

2. Belangenverstrengeling

  • 21 Bestuurders doen opgave van hun belangen in ondernemingen en organisaties. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen. Zij zijn tevens gehouden wijzigingen in deze gegevens te melden.

  • 22 Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de bestuurder (de schijn van) bevoordeling.

  • 23 Een bestuurder die familie- of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de provincie, onthoudt zich van deelname aan de beraadslaging en de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 24 Een bestuurder neemt van een aanbieder van diensten aan de provincie geen faciliteiten of diensten aan, die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder zouden kunnen beïnvloeden.

  • 25 Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een bestuurder over een bepaald onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij voor beraadslaging en besluitvorming aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

3. Nevenfuncties 

  • 31 Een bestuurder maakt melding van al zijn nevenfuncties en geeft daarbij tevens aan of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt. De bestuurder is verantwoordelijk voor het adequaat melden van wijzigingen in deze gegevens.

  • 32 De kosten die een bestuurder maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt, worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

  • 33 Een bestuurder die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het ambt, legt dit voor aan het college.

  • 34 Een bestuurder vervult geen nevenfunctie die een risico vormt voor een integere vervulling van de functie of het aanzien van de Provincie schaadt.

4. Stemming  

  • 41 Bestuurders nemen niet deel aan beraadslaging en stemming als het een specifieke aangelegenheid betreft, die hen rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij zij als vertegenwoordiger zijn betrokken. Zij vermijden daarbij ook de schijn van vooringenomenheid of belangenverstrengeling.

5. Informatie

  • 51 Een bestuurder gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij respecteert besluiten met betrekking tot de geheimhouding van informatie.

  • 52 Een bestuurder maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen (voor)informatie.

6. Aannemen van geschenken 

  • 61 Geschenken en giften die een bestuurder uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een waarde van meer dan 50 euro vertegenwoordigen, worden gemeld.

  • 62 Melding vindt plaats bij de secretaris.

  • 63 Een bestuurder accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien daardoor zijn onafhankelijke positie in het geding komt.

7. Bestuurlijke uitgaven

  • 71 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als vaststaat, dat zij in het belang zijn van de Provincie en direct voortvloeien uit de aard van de functie als bestuurder. De hoogte en functionaliteit kunnen worden aangetoond.

8. Declaraties  

  • 81 Bij reisdeclaraties gelden de voorschriften van het provinciale reisbesluit. Bij overige uitgaven gelden de actuele voorschriften van de verordening rechtspositie voor de Commissaris van de Koning en Gedeputeerden.

  • 82 De bestuurder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 83 In geval van twijfel omtrent een declaratie gelden de richtlijnen, die Gedeputeerde Staten op 23 maart 2010 hebben vastgelegd in de nota “administratieve organisatie en interne controle ten behoeve van declaraties en creditcarduitgaven”.

9. Creditcards  

Voor het gebruik van creditcards gelden de richtlijnen, die Gedeputeerde Staten op 23 maart 2010 hebben vastgesteld in de nota "Geactualiseerde voorwaarden voor het gebruik van een creditcard".

10. Gebruik Provinciale voorzieningen

  • 101 Gebruik van provinciale eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan.

  • 102 Als het belang van de provincie daarmee is gediend, kan het college besluiten dat bestuurders voor hun dienstreizen gebruik maken van een dienstauto met chauffeur. Zij kunnen bepalen dat van de dienstauto gebruik kan worden gemaakt voor woon-werkverkeer of voor de uitoefening van q.q.-nevenfuncties.

11. Dienstreizen buitenland

  • 11.1

    Een bestuurder neemt deel aan een dienstreis naar het buitenland op kosten van de Provincie nadat toestemming is verkregen van het college.

  • 11.2

    Het ten laste van de provincie meereizen van de partner van een bestuurder is niet toegestaan, tenzij vooraf goedkeuring van het college verkregen is.

  • 11.3

    Het anderszins meereizen van derden op kosten van de provincie is niet toegestaan.

  • 11.4

    Onder buitenlandse (dienst)reis wordt verstaan een reis buiten Nederland van 250 kilometer of meer, gemeten vanaf het provinciehuis.

 

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 4 juli 2014

Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Gedragscode bestuurlijke integriteit leden van Gedeputeerde Staten Provincie Limburg 2014.

Ondertekening

Maastricht, d.d. 4 juli 2014
Provinciale Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter
drs. J.J. Braam, griffier
Uitgegeven, 17 juli 2014
De Griffier, drs.J.J. Braam