Regeling vervallen per 01-06-2015

Nadere subsidieregels Media-innovatie

Geldend van 23-01-2015 t/m 31-05-2015

Intitulé

Nadere subsidieregels Media-innovatie

NADERE SUBSIDIEREGELS MEDIA-INNOVATIE 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 . Diepgang: duiding en achtergronden bij nieuwsonderwerpen.

  • 2 . Medialandschap: gehele aanbod van diensten en zaken die mediagerelateerd zijn. De media (TV-radio-krant-internet) zijn in dit ‘landschap’ onderhevig aan bijvoorbeeld verdergaande internationalisering, commercialisering en digitalisering.

  • 3 . Publieksparticipatie: alle vormen van deelname van het publiek aan de voorbereiding en uitvoering van de totstandkoming van media-informatie. Publiek bestaat daarbij uit belangstellende burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties.

  • 4 . Structuurversterkende maatregelen: Maatregelen die bijdragen aan een betere beschikbaarheid en kwaliteit van mediavoorzieningen.

  • 5 . Operationeel webplatform: Werkend samenwerkingsvorm op het digitale vlak volgens de standaarden van het worldwideweb (WWW).

  • 6 . Social Return On Investment (SROI): het opnemen van sociale voorwaarden in aanbestedings- en subsidietrajecten zodat leverancier en subsidieontvanger een bijdrage leveren aan het provinciaal beleid ten aanzien van het bieden van werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De concrete invulling hiervan gebeurt aan de hand van reguliere banen, leerwerkplekken, stageplekken en (werk)ervaringsplaatsen aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of jongeren zonder startkwalificatie.

Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling

Doel van de regeling is het (mede) mogelijk maken van projecten die gericht zijn op:

  • 1

    . Digitale infrastructuur;

  • 2

    . Publicatieomgevingen; en/of

  • 3

    . Structuurversterkende maatregelen.

Artikel 3 Doelgroep/aanvrager

Rechtspersonen, personen vennootschappen en natuurlijke personen kunnen voor subsidie in aanmerking komen.

HOOFDSTUK 2 CRITERIA

Artikel 4 Subsidiecriteria

Een aanvraag om een subsidie wordt getoetst aan de volgende beoordelingscriteria:

  • a

    . de kwaliteit van het projectvoorstel;

  • b

    . de vernieuwingsgerichtheid van het projectvoorstel;

  • c

    . het open karakter van het projectvoorstel;

  • d

    . de samenwerking met partners; en

  • e

    . de link met het Limburgse medialandschap.

Ad a. Kwaliteit van het projectvoorstel Bij de kwaliteit van het projectvoorstel wordt getoetst of het project een bijdrage levert aan één of meerdere van de volgende componenten, ontleend aan de medianota ‘Limburg Centraal’;

  • 1

    . Digitale infrastructuur; het project dient bij te dragen aan de inrichting en bewerktuiging van een operationeel webplatform.

  • 2

    . Publicatieomgevingen; het project dient bij te dragen aan een of meer van de volgende ontwikkelingen:

    •  Het stimuleren van de diepgang binnen het medialandschap;

    •  Het bevorderen van publieksparticipatie;

    •  Het bieden van een podium aan jonge, creatieve ondernemers.

  • 3

    . Ondersteuning journalistieke kwaliteit, met name gericht op de jongere journalist).

  • 4

    . Structuurversterkende maatregelen; het project dient bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van structurele ondersteuning van individuele en groepsinitiatieven in het creatieve domein. Hier wordt bedoeld dat de structuurversterkende maatregelen in principe ook gelden voor de langere termijn (toekomstbestendig zijn). Het creatieve domein wordt hier als tegenhanger van de conventionele economische domeinen (bijv. landbouw, industrie, gezondheidszorg bijv.) bedoeld. Het is met name gelinkt aan de cultuursector waaronder ook de media wordt geschaard.

Ad b. Vernieuwingsgerichtheid Het project slaat nieuwe wegen in en bereikt nieuwe doelgroepen. Nieuwe wegen kunnen zijn: de te hanteren technologie, het te ontwikkelen concept en/of het beoogde publiekssegment.

Ad c. Open karakter Het projectresultaat is bij afsluiting publiekelijk beschikbaar.

Ad d. Samenwerking met partners Voor subsidie komen in aanmerking projecten waarbij wordt samengewerkt (inhoudelijk en/of financieel) door meerdere partijen waardoor het project gedragen wordt door individuele en/of collectieve partijen.

Ad e. Link met Limburgse medialandschap Het project dient een duidelijke link met het Limburgse medialandschap te hebben en kan daarnaast verbanden leggen over de grenzen van de provincie, zowel binnen Nederland als daarbuiten.

Artikel 5 Verplichtingen

 

  • 1

    . Het project is uiterlijk 1 juli 2016 gerealiseerd.

  • 2

    . Bij projecten met een looptijd van minimaal 6 maanden en met een minimale projectomvang van € 100.000,00 exclusief BTW, is SROI van toepassing. In dat geval dient 2% van de projectomvang besteed te worden door middel van het inzetten van één of meerdere van de onderstaande SROI-doelgroepen:

    •  werkloos en werkzoekend, ongeacht de uitkeringssituatie (het betreft WWB-ers,

    •      WW-ers, WAO herintreders, WIA-ers, Nuggers/ANW-ers);

    •  met werkloosheid bedreigde inwoners;

    •  WSW-ers; en

    •  leerlingen in het kader van BOL/BBL opleidingen. Indien SROI niet kan worden toegepast dan dient dit bij de subsidieaanvraag     onderbouwd  te worden door de aanvrager.

Artikel 6 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, wordt een subsidieaanvraag afgewezen indien:

  • a

    . niet wordt voldaan aan de criteria genoemd in artikel 4;

  • b

    . de Provincie Limburg dezelfde activiteit/hetzelfde project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert of indien al subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale regeling;

  • c

    . het project gericht is op de continuïteit van een onderneming/instelling;

  • d

    . deze is ontvangen buiten de periode (en specifieke termijnen) zoals vermeld in artikel 11; en/of

  • e

    . het te verstrekken subsidiebedrag lager is dan € 10.000,00.

HOOFDSTUK 3 FINANCIËLE ASPECTEN

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1 . Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond van deze nadere subsidieregels vast;

  • 2 . De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Artikel 8 Subsidiebedrag

  • 1 . Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 50% van de totale subsidiabele projectkosten.

  • 2 . Het maximale subsidiebedrag per project en per aanvrager bedraagt € 150.000,00.

  • 3 . Subsidies lager dan € 10.000,00 worden niet verstrekt.

Artikel 9 Niet-subsidiabele kosten

Aanvullend op de bepalingen in de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg zijn de personele kosten die meer bedragen dan 50% van de totaal geraamde projectkosten niet subsidiabel.

HOOFDSTUK 4 AANVRAAGPROCEDURE

Artikel 10 Indienen aanvraag

  • 1 . Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2 . De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van bijlagen zoals aangegeven in het formulier en dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht).

    De volgende bijlagen dienen in ieder geval aan het aanvraagformulier te worden toegevoegd:

    • -

      activiteitenplan;

    • -

      sluitende en gespecificeerde begroting conform format.

Artikel 11 Termijn voor indienen aanvraag

De subsidieaanvraag kan worden ingediend vanaf inwerkingtreding van deze nadere regels en dient uiterlijk 31 mei 2015 bij de Provincie Limburg te zijn ontvangen. De datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg is hierbij bepalend.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 1 . In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2 . Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 13 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1

    . Deze Nadere subsidieregels treden in werking de dag na de dag van publicatie in het

  • 2

    . Provinciaal Blad.

  • 3

    . Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 juni 2015, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ingediend en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 4

    . Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Media-innovatie”.

 

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris Uitgegeven, 22 januari 2015 De secretaris, mr. A.C.J.M. de Kroon