Regeling vervallen per 15-02-2018

Beleidsregel natuurcompensatie

Geldend van 25-03-2015 t/m 14-02-2018

Intitulé

Beleidsregel natuurcompensatie

BELEIDSREGEL NATUURCOMPENSATIE

Deel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Activiteit: een handeling die nadelige effecten heeft op natuurwaarden als bedoeld onder i.

  • b.

    Beschermingsgebied Nationaal landschap Zuid-Limburg: het gebied dat op kaart 4 Beschermingszones natuur en landschap, behorende bij de Omgevingsverordening Limburg 2014, is aangeduid als Beschermingsgebied Nationaal landschap Zuid-Limburg.

  • c.

    Bronsgroene landschapszone: het gebied dat op kaart 4 Beschermingszones natuur en landschap, behorende bij de Omgevingsverordening Limburg 2014, is aangeduid als Bronsgroene landschapszone.

  • d.

    Compensatieplan: het plan behorende bij de overeenkomst waarin onder meer beschreven wordt waar, wanneer, voor welke soorten en biotopen en hoe de compensatie gerealiseerd wordt.

  • e.

    Compensatie: de aanleg van natuur- en bosgebieden en landschapselementen die het verlies in omvang en in kwaliteit van natuurwaarden als gevolg van een activiteit onder a. ongedaan maakt.

  • f.

    Goudgroene natuurzone: het gebied dat op kaart 4 Beschermingszones natuur en landschap, behorende bij de Omgevingsverordening Limburg 2014, is aangeduid als Goudgroene natuurzone.

  • g.

    Initiatiefnemer: een rechtspersoon of natuurlijk persoon die een activiteit uitvoert in een gebied met natuurwaarden.

  • h.

    Kernkwaliteiten: de kernkwaliteiten van de Bronsgroene landschapszone en van het Beschermingsgebied Nationaal landschap Zuid-Limburg, zoals beschreven in de bijlagen bij respectievelijk artikel 2.7.2, derde lid en artikel 2.8.2, derde lid van de Omgevingsverordening Limburg 2014.

  • i.

    Kwaliteitstoeslag: de oppervlakte aan natuur welke additioneel is aan de verloren gegane oppervlakte aan natuur met als doel om het als gevolg van een activiteit als bedoeld onder a ontstane verlies aan natuurwaarden dat moeilijk of slechts na lange ontwikkelingstijd te realiseren is, te compenseren.

  • j.

    Natuurwaarden:

    • alle terreinen en landschapselementen die van overheidswege bescherming genieten als natuurgebied met het oog op natuurbehoud en/of behoud van soorten; • alle landschapselementen die van overheidswege een beschermde status hebben op grond van hun landschappelijke waarde en

    • alle bosgebieden en opgaande groene elementen die onder de Boswet vallen en gelegen zijn in de Bronsgroene landschapszone en in het Beschermingsgebied Nationaal landschap Zuid-Limburg.

  • k.

    Overeenkomst: een schriftelijke vastgelegde afspraak tussen initiatiefnemer en Provincie Limburg aangaande de compensatie.

  • l.

    Ruimtelijk plan:

    • een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

    • een wijzigings- of uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a of b, van de Wro;

    • een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 30 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van een bestemmingsplan of een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening wordt afgeweken;

    • een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet.

  • m.

    Wezenlijke kenmerken en waarden:

    • voor bestaande natuurgebieden: de actueel aanwezige natuurbeheertypen en de nagestreefde natuurdoeltypen zoals vastgelegd op de beheertypenkaart en de ambitiekaart van het Provinciaal Natuurbeheerplan en

    • voor te realiseren natuurgebieden: de nagestreefde natuurdoeltypen zoals vastgelegd op de beheertypenkaart en de ambitiekaart van het Provinciaal Natuurbeheerplan.

Artikel 2. Toepassingsbereik beleidsregel

Deze beleidsregel is van toepassing indien voorafgaand aan de activiteit is vastgesteld dat:

  • a.

    de wezenlijke kenmerken en waarden van de Goudgroene natuurzone worden vernietigd, verstoord en/of versnipperd;

  • b.

    de kernkwaliteiten van de Bronsgroene landschapszone en/of van het Beschermingsgebied Nationaal landschap Zuid-Limburg worden vernietigd, verstoord en/of versnipperd.

Artikel 3. Aanpak compensatie

  • 1 Een activiteit in één of meerdere van de in artikel 2, onder a. genoemde gebieden dient in beginsel financieel gecompenseerd te worden op de wijze als beschreven in deel 2 van deze beleidsregel.

  • 2 Indien financiële compensatie als bedoeld in het eerste lid niet mogelijk is of om andere redenen niet de voorkeur heeft, vindt compensatie in natura plaats op de wijze als beschreven in deel 3 van deze beleidsregel.

  • 3 Voor zover sprake is van een activiteit in de gebieden zoals bedoeld in artikel 2, onder b. vindt compensatie in natura plaats op de wijze als beschreven in deel 3 van deze beleidsregel.

Artikel 4. Bepalen van de compensatieopgave

  • 1 Natuur in de Goudgroene natuurzone is ingedeeld in 4 categorieën:

    • 1.

      snel vervangbaar, ontwikkelingstijd

    • 3.

      gemakkelijk vervangbaar, ontwikkelingstijd

      matig vervangbaar; ontwikkelingstijd 25-100 jaar;

    • 4.

      moeilijk of niet vervangbaar; ontwikkelingstijd > 100 jaar.

    • In bijlage 1 bij deze beleidsregel is de natuur ingedeeld per categorie.

  • 2 Voor activiteiten die plaatsvinden in de Goudgroene natuurzone gelden, bovenop de vereiste één-op-één compensatie, de volgende kwaliteitstoeslagen:

    • a.

      Voor natuur in categorie 1 geldt, gezien de korte ontwikkelingstijd en de doorgaans eenvoudig te realiseren abiotische randvoorwaarden, géén kwaliteitstoeslag.

    • b.

      Voor natuur in categorie 2 geldt, gezien de langere ontwikkelingstijd en de doorgaans moeilijker te realiseren abiotische randvoorwaarden, een kwaliteitstoeslag van 33%.

    • c.

      Voor natuur in categorie 3 geldt, gezien de lange ontwikkelingstijd en de doorgaans moeilijk te realiseren abiotische randvoorwaarden, een kwaliteitstoeslag van 66%.

    • d.

      Voor natuur in categorie 4 geldt, gezien de natuurwaarden die slechts na ingrijpende inspanningen en een zeer lange ontwikkelingstijd hersteld kunnen worden en de doorgaans complexe abiotische randvoorwaarden, een kwaliteitstoeslag van 66 - 100%.

  • 3 In afwijking van het bepaalde in het tweede lid geldt voor naaldhoutbos zonder bijzondere natuur-waarden, zoals nader aangeduid op de digitale kaart Naaldbos zonder bijzondere natuurwaarden (www.limburg.nl/e_Loket/Atlas_Limburg/Thematische_viewers/Natuur_en_Landschap), geen kwaliteitstoeslag bovenop de één-op-één compensatie.

  • 4 Indien de activiteit plaatsvindt in het Beschermingsgebied Nationaal landschap Zuid-Limburg en dit gebied niet gelegen is in de Goudgroene natuurzone, geldt er geen kwaliteitstoeslag bovenop de één-op-één compensatie als bedoeld in de aanhef van het tweede lid van dit artikel.

  • 5 Indien de activiteit plaatsvindt in de Bronsgroene landschapszone geldt er geen kwaliteitstoeslag bovenop de één-op-één compensatie als bedoeld in de aanhef van het tweede lid van dit artikel.

Deel 2 Financiële compensatie

Artikel 5. Voorwaarden bij financiële compensatie

  • 1 Gedeputeerde Staten stellen in het eerste kwartaal van elk kalenderjaar de hoogte van het normbedrag vast per hectare voor financiële compensatie.

  • 2 De initiatiefnemer stort de verplichte financiële compensatie op het bankrekeningnummer NL08 RABO 013.25.75.728 ten name van de Provincie Limburg en onder vermelding van de projectnaam.

  • 3 De storting van de financiële compensatie als bedoeld in het tweede lid dient te geschieden binnen 60 dagen na ondertekening van de overeenkomst als bedoeld in artikel 6, eerste lid.

  • 4 Financiële compensatie is niet mogelijk indien een activiteit in of nabij Natura2000-gebieden, Habitat- en Vogelrichtlijngebieden een (significant) negatief effect heeft op de instandhoudingsdoelstellingen voor deze gebieden.

Artikel 6. Overeenkomst

  • 1 De financiële compensatieverplichting als bedoeld in artikel 5, tweede lid, wordt vastgelegd in een overeenkomst.

  • 2 De concept-overeenkomst is gekoppeld aan het ruimtelijk plan en dient bij het vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening aan de Provincie Limburg te worden voorgelegd.

Deel 3 Compensatie in natura

Artikel 7. Uitvoering compensatieverplichting

Voor compensatie in natura gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    de verantwoordelijkheden voor de uitvoering van het compensatieplan zijn vastgelegd in een overeenkomst;

  • b.

    door de uitvoering van de compensatie ontstaat een duurzame situatie;

  • c.

    de overeenkomst en het compensatieplan voldoen aan de in de artikelen 4 en 8 tot en met 11 vermelde criteria en richtlijnen;

  • d.

    de concept-overeenkomst en het compensatieplan is gekoppeld aan het ruimtelijk plan en dienen uiterlijk in het kader van het vooroverleg als bedoel in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening aan de Provincie Limburg te worden voorgelegd.

Artikel 8. Criteria voor toetsing van de overeenkomst en het compensatieplan

Het uitgangspunt is geen nettoverlies aan natuurwaarden, voor wat betreft areaal, kwaliteit en samenhang. De overeenkomst en het compensatieplan worden door Gedeputeerde Staten beoordeeld op adequate invulling van de volgende onderdelen:

  • a.

    de compensatie dient te voldoen aan het gestelde in artikel 4;

  • b.

    het tijdstip van de realisatie van de compensatie voldoet aan het gestelde in artikel 9;

  • c.

    de locatie van de compensatie voldoet aan de eisen in artikel 10;

  • d.

    de waarborging en tijdige uitvoering voldoen aan de eisen in artikel 11;

  • e.

    juiste afstemming op andere overheidsregelingen en -plannen ten aanzien van natuur, bos en landschap conform artikel 12 en artikel 13;

  • f.

    het compensatieplan geeft inzicht in de inrichting van de compensatielocatie en het te voeren (aanloop)beheer;

  • g.

    een topografische kaart met daarop de locatie van de compensatie, de kadastrale percelen en de ligging van aangrenzende en omliggende natuur- en bosgebieden met een schaal van 1:10.000.

Artikel 9. Realisatietermijn compenserende maatregelen

  • 1 De initiatiefnemer meldt aan de Provincie Limburg de voltooiing van de compensatie.

  • 2 De compensatie dient gereed te zijn voor aanvang van de activiteit.

Artikel 10. Locatie van compensatie

  • 1 Compensatie vanwege een activiteit in de Goudgroene natuurzone dient binnen de provincie Limburg in de Goudgroene natuurzone (areaaluitbreiding) uitgevoerd te worden en onder de voorwaarde dat er een duurzame situatie ontstaat in de Goudgroene natuurzone.

  • 2 Compensatie vanwege een activiteit in de Bronsgroene landschapszone of in het Beschermingsgebied Nationaal landschap Zuid-Limburg dient in respectievelijk de Bronsgroene landschapszone en het Beschermingsgebied Nationaal landschap Zuid-Limburg te worden gerealiseerd.

Artikel 11. Waarborging zorgvuldige en tijdige uitvoering

  • 1 Een initiatiefnemer, overheden hier niet onder begrepen, draagt uiterlijk op de datum van ondertekening van de overeenkomst zorg voor een bankgarantie ten gunste van de Provincie Limburg, die voldoende hoog is om de volledige uitvoeringskosten van de compensatiemaatregelen (inclusief de kwaliteitstoeslag conform artikel 4) te kunnen dekken. Onder de volledige kosten van de uitvoering van de compensatiemaatregelen worden in ieder geval begrepen de kosten van grondverwerving, inrichting, beheer gedurende 10 jaar na voltooiing van de inrichting en alle daarmee samenhangende overheadkosten.

  • 2 De bij de bepaling van de hoogte van de bankgarantie te hanteren standaardbedragen en normkosten worden geïndexeerd aan de hand van de werkelijke prijspeilontwikkeling van de afzonderlijke onderdelen. Hierbij zal voor de grondverwervingskosten gebruik worden gemaakt van de grondprijs in de provincie Limburg.

  • 3 Initiatiefnemer dient aanvullend op de bankgarantie een waarborgsom ten bedrage van 50% van de bankgarantie als bedoeld in het eerste en tweede lid van deze bepaling te storten op het bankrekeningnummer NL08 RABO 013.25.75.728 ten name van de Provincie Limburg en onder vermelding van de projectnaam.

  • 4 De bankgarantie is afbouwend. Op het moment dat de compensatie overeenkomstig het compensatieplan is uitgevoerd zal het bedrag van de bankgarantie verminderd worden met een derde deel. Indien na 5 jaar, bij de tweede veldcontrole, blijkt dat de compensatie overeenkomstig het compensatieplan in stand wordt gehouden vermindert opnieuw het bedrag van de bankgarantie met een derde deel. Het resterende deel van de bankgarantie vervalt na 10 jaar als uit veldcontrole is gebleken dat het beheer overeenkomstig het beheerplan is uitgevoerd.

  • 5 Indien compensatie niet (geheel) vóór de start van de activiteit is gerealiseerd, valt de bankgarantie in zijn geheel toe aan de Provincie Limburg die daarmee binnen een termijn van drie jaar (het ontbrekende deel van) de compensatie laat uitvoeren.

  • 6 De initiatiefnemer spant zich ertoe in (inspanningsverplichting) dat uiterlijk gelijktijdig met het uitvoeren van het compensatieplan de daarmee ontstane bos-, natuur- en landschapswaarden planologisch zijn beschermd in een bestemmingsplan.

Artikel 12. Afstemming met andere verplichtingen

  • 1 Uitvoering van compensatie in natura in gebieden waar al concreet vastgelegde verplichtingen liggen tot het realiseren van natuur, bos en/of landschapselementen is niet toegestaan en zal niet erkend worden als (onderdeel van) de uitvoering van een verplichting tot compensatie als bedoeld in deze beleidsregel.

  • 2 Compensatie in gebieden waarbij in de financiering van de aanleg van bos-, natuur- en landschapswaarden reeds op andere wijze is voorzien, wordt voor dat deel niet beschouwd als onderdeel van uitvoering van een compensatieverplichting ter zake waarvan de overeenkomst wordt gesloten.

  • 3 Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing in die gevallen waarbij de Provincie Limburg ingevolge artikel 5, tweede lid, van deze beleidsregel reeds tot uitvoering van natuurcompensatie is overgegaan.

  • 4 Voor de uit te voeren compensatiewerken dienen de vereiste toestemmingen, ontheffingen en/of vergunningen en dergelijke van overheidswege verkregen te zijn.

Deel 4 Algemene slotbepalingen

Artikel 13. Afstemming met eerdere regelingen

Indien eerder in een ander verband een sluitende regeling is getroffen voor de compensatie van natuurwaarden en voor zover deze regeling voldoet aan de vereisten van voorliggende beleidsregel, dan zal de reeds afgesloten regeling tevens beschouwd worden als een invulling van deze beleidsregel. Dit is ter beoordeling aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 14. Overgangsbepaling

  • 1 Deze beleidsregel is niet van toepassing op ruimtelijke plannen die vóór de inwerkingtreding van de Omgevingsverordening Limburg 2014 zijn vastgesteld of in ontwerp ter inzage zijn gelegd.

  • 2 Indien een compensatieplan, opgesteld op basis van de Beleidsregel mitigatie en compensatie natuurwaarden van 6 september 2005, nog niet in uitvoering is, kan de compensatieverplichting op verzoek van de initiatiefnemer en met instemming van Gedeputeerde Staten alsnog onder de werkingssfeer van deze beleidsregel worden gebracht.

Artikel 15. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

  • 2.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel natuurcompensatie’.

Voor de toelichting en de Bijlage 1. Categorie indeling natuur kunt u klikken op onderstaande link:

TOELICHTING EN BIJLAGE

 

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris