Verordening Nazorgheffing Stortplaatsen provincie Limburg 2008

Geldend van 18-01-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening Nazorgheffing Stortplaatsen provincie Limburg 2008

VERORDENING NAZORGHEFFING STORTPLAATSEN PROVINCIE LIMBURG 2008

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    storten van afvalstoffen: op of in de bodem brengen van afvalstoffen om deze daar te laten;

  • b.

    stortplaats: inrichting waar afvalstoffen worden gestort, dan wel het gedeelte van een inrichting, waar afvalstoffen worden gestort, indien in de inrichting niet uitsluitend afvalstoffen worden gestort;

  • c.

    gesloten stortplaats: stortplaats ten aanzien waar een sluitingsverklaring is afgegeven;

  • d.

    bedrijfsgebonden stortplaats: stortplaats waar uitsluitend afvalstoffen worden gestort, die afkomstig zijn van binnen de inrichting waartoe de stortplaats behoort;

  • e.

    baggerspeciestortplaats: een stortplaats waar uitsluitend baggerspecie wordt gestort en die niet wordt gedreven of mede wordt gedreven door de Minister van Verkeer en Waterstaat;

  • f.

    baggerspecie: grond die uit de bodem is vrijgekomen via het oppervlaktewater of de voor dat water bestemde ruimte, daaronder begrepen sediment en het residu van de reiniging van baggerspecie;

  • g.

    doelvermogen: het voor de eeuwigdurende nazorg benodigde vermogen dat op het moment

  • van aanvang van de nazorg moet zijn opgebracht.

Artikel 2 Aard van de heffing

Onder de naam 'nazorgheffing' wordt bij wijze van een directe provinciale belasting een heffing geheven ter bestrijding van de kosten gemoeid met:

  • a.

    de zorg, zodanig dat wordt gewaarborgd dat de stortplaatsen, gelegen in de provincie Limburg geen nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken, dan wel, voor zover dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd, de grootst mogelijke bescherming wordt geboden tegen die nadelige gevolgen;

  • b.

    de voor de Provincie Limburg geldende verplichting tot afdracht van gelden aan het Fonds Nazorg Stortplaatsen provincie Limburg;

  • c.

    de door de provincie Limburg uitgevoerde inventarisatie van plaatsen waar in de provincie Limburg afvalstoffen zijn gestort en waar dat storten vóór 1 september 1996 is beëindigd en het onderzoek naar en systematische controle van de aanwezigheid, aard en omvang van eventuele verontreiniging aldaar;

  • d.

    de dekking van de aansprakelijkheid, bedoeld in artikel 6:176, lid 4 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 3 Belastingplicht

De nazorgheffing wordt geheven van degene die een stortplaats of een baggerspeciestortplaats drijft.

Artikel 4 Objectgebonden heffing

  • 1.

    Voor stortplaatsen en baggerspeciestortplaatsen wordt de nazorgheffing geheven per stortplaats.

  • 2.

    De hoogte van de heffing voor stortplaatsen is afgeleid van het berekende doelvermogen per stortplaats.

  • 3.

    Ter bestrijding van de kosten, gemoeid met het onder artikel 2, onderdeel c bedoelde wordt de nazorgheffing geheven naar het aantal tonnen gestort afval.

Artikel 5 Tarieven

De nazorgheffing wordt geheven naar de tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 1.

    Het bedrag van de heffing is opgebouwd met een basisbedrag, berekend overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid, voor de kosten genoemd in artikel 2, onderdeel a, b en d; en een opslag, uitsluitend voor niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen, voor de kosten gemoeid in artikel 2, onderdeel c;

  • 2.

    Het basisbedrag wordt berekend op grondslag van het door het Interprovinciaal Overlegorgaan (IPO) vastgestelde Rekenmodel IPO Nazorg Stortplaatsen en Baggerdepots (RINAS) en het bijhorende risicomodel, zoals deze geldt op moment van vaststelling van het doelvermogen.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1.

    Het belastingtijdvak voor de in artikel 4, lid 1 bedoelde niet bedrijfsgebonden stortplaatsen is gelijk aan de periode tussen inwerkingtreding van deze verordening en de aanvang van de nazorg.

  • 2.

    Voor de in artikel 4, lid 1 bedoelde baggerspeciestortplaatsen wordt de heffing geheven in de vorm van een eenmalige aanslag uiterlijk in de maand voorafgaand aan de maand waarin de stortplaats gesloten wordt verklaard.

Artikel 7 Wijze van heffing

De nazorgheffing wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Aangifte

  • 1.

    De in artikel 227a, lid 2, sub b van de Provinciewet bedoelde ambtenaar kan aan degene die een stortplaats drijft een aangiftebiljet uitreiken.

  • 2.

    Aan degene die een daartoe strekkend verzoek bij de in artikel 227a, lid 2, sub b van de Provinciewet bedoelde ambtenaar indient, wordt in elk geval een aangiftebiljet uitgereikt.

Artikel 9 Tijdstip van betaling

De verschuldigde nazorgheffing moet worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 10 Voorlopige aanslag

  • 1.

    Na aanvang van het belastingtijdvak kan de in artikel 227a, lid 2, sub b van de Provinciewet bedoelde ambtenaar aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag opleggen tot ten hoogste het bedrag, waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

  • 2.

    Een voorlopige aanslag kan met inachtneming van het in het eerste lid bepaalde, door een of meer voorlopige aanslagen worden aangevuld.

  • 3.

    De voorlopige aanslagen worden met de definitieve aanslag verrekend.

Artikel 11 Nadere regels

Het college van Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en invordering van de nazorgheffing.  

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de heffing wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Inwerkingtreding, ingang van heffing en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgende op die van uitgifte van het provinciaal blad, waarin de verordening wordt afgekondigd.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening nazorgheffing stortplaatsen provincie Limburg 2008”.

  • 4.

    Op het in lid 2 genoemde tijdstip vervalt de “Verordening nazorgheffing stortplaatsen provincie Limburg 2006”, vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 16 december 2005, met dien verstande, dat zij van kracht blijft ten aanzien van de heffingen over het tijdvak, waarvoor zij heeft gegolden.

Ondertekening

Provinciale Staten voornoemd,
L.J.P.M. Frissen, voorzitter  
mr. J.B.J.M. Stijnen, griffier
 
Uitgegeven, 17 januari 2008,  
mr. J.B.J.M. Stijnen, griffier