Regeling vervallen per 31-12-2012

Nadere subsidieregels sloop glastuinbouwbedrijven

Geldend van 21-01-2011 t/m 30-12-2012

Intitulé

Nadere subsidieregels sloop glastuinbouwbedrijven

De Nadere subsidieregels sloop glastuinbouwbedrijven

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvrager: de eigenaar(s) dan wel de eigenaar(s) tezamen met de gebruiksgerechtigde(n) van een glastuinbouwbedrijf, die zich overeenkomstig artikel 2 van deze sloopregeling, heeft dan wel hebben aangemeld voor deelname aan de Nadere subsidieregels sloop glastuinbouwbedrijven.

  • b.

    Bouwvergunning: vergunning verleend krachtens artikel 40, eerste lid van de Woningwet dan wel een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk verleend krachtens artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wabo.

  • c.

    Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

  • d.

    Concentratiegebied glastuinbouw: als zodanig in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg aangewezen gebied. Zie www.limburg.nl/pol ® POL-actueel, kaart 5.i.

  • e.

    Gebouw: elk bouwwerk, dat betrokken is bij de uitvoering van het bedrijf en dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

  • f.

    Glasopstanden: constructie van staand glas of een staande constructie van met glas overeenkomend materiaal.

  • g.

    Glastuinbouw: teelt van groenten, snijbloemen, pot- of perkplanten en uitgangsmateriaal voor gewassen in een glasopstand.

  • h.

    Glastuinbouwbedrijf: een op één bouwkavel aanwezige productie-eenheid, bestaande uit een of meer gebouwen die hoofdzakelijk dienen voor de productie van glastuinbouw.

  • i.

    Bouwkavel: Een bouwvlak of bouwblok, welke door bouwgrensen op de plankaart is omgeven en waarbinnen volgens het geldende bestemmingsplan een gebouw of complex van gebouwen mag worden gebouwd.

  • j.

    Milieuvergunning: vergunning verleend krachtens artikel 8.1, eerste lid van de Wet Milieubeheer dan wel een omgevingsvergunning voor het oprichten of veranderen van een milieu-inrichting verleend krachtens artikel 2.1, eerste lid onder e van de Wabo.

  • k.

    Projectvestigingsgebied glastuinbouw: als zodanig in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg aangewezen gebied. Zie www.limburg.nl/pol ® POL-actueel, kaart 5.i.

  • l.

    Provinciaal Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling 2007 - 2013 (pMJP): programma dat voor de periode 2007-2013 de ambities en beschikbare middelen weergeeft voor het landelijk gebied van Limburg, zoals vastgelegd in het POL en Reconstructieplan Noord en Midden-Limburg. Zie www.limburg.nl/plattelandinuitvoering ® Provinciaal Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling.

  • m.

    Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL): Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) vastgesteld door Provinciale Staten op 22 september 2006 met actualisatie in 2008, 2009, 2010. Zie www.limburg.nl/pol ® POL-actueel.

  • n.

    Regeling: de Nadere subsidieregels sloop glastuinbouwbedrijven.

  • o.

    Regels aanbesteding Provincie Limburg bij subsidiering: de vigerende provinciale regels voor aanbesteding van toepassing bij gesubsidieerde projecten (Provinciaal Blad 2004/50).

  • p.

    Slopen: het (doen) afbreken en verwijderen van de glasopstanden, gebouwen (met uitzondering van de bedrijfswoning), bouwwerken, (erf)verharding, putten, funderingen en overige ondergrondse voorzieningen ten dienste van het glastuinbouwbedrijf, het afvoeren van puin en afval en het egaliseren van het perceel ter plekke van gesloopte ondergrondse voorzieningen, alsmede het, voor zover wettelijk verplicht, wegnemen van de bodemverontreiniging.

  • q.

    Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg: de vigerende provinciale verordening die samen met de Algemene wet bestuursrecht de wettelijke grondslag vormt voor subsidieverstrekking door de Provincie Limburg (laatstelijk gewijzigd bij Provinciaal Blad 2010/71).

  • r.

    Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo): de Wet (in werking getreden op 1 oktober 2010) die de omgevingsvergunning regelt, waarbij de vergunningverlening voor onder andere bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu geïntegreerd wordt.

Artikel 2 Doelgroep

Voor deelname aan de regeling komen uitsluitend in aanmerking: Particulieren (voormalige glastuinders) welke hun bedrijf hebben beëindigd of glastuinders welke hun bedrijf zullen beëindigen en niet meer als glastuinbouwbedrijf/onderneming aan het economisch verkeer (zullen) deelnemen.

Artikel 3 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard aanvraagformulier voor deze regeling dat geplaatst is op de websites van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies> actuele subsidieregelingen of Platteland in Uitvoering: http://www.limburg.nl/plattelandinuitvoering.

  • 2.

    De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van bijlagen zoals aangegeven in het formulier.

  • 3.

    De subsidieaanvraag kan worden ingediend vanaf 1 februari 2011 tot en met uiterlijk 31 maart 2011 op het adres zoals vermeld op het formulier.

  • 4.

    De subsidieaanvraag moet uiterlijk op 31 maart 2011 compleet zijn ingediend.

  • 5.

    Aanvragen die ontvangen zijn voor de indieningstermijn of na het verstrijken van de indieningstermijn worden afgewezen.

  • 6.

    In afwijking van artikel 6 van de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied begint de beslistermijn van twaalf weken van alle tijdig en compleet ontvangen aanvragen te lopen op de dag na sluiting van de tranche, te weten op 1 april 2011.

Artikel 4 Criteria

  • 1.

    Alle glastuinbouwopstanden ter plekke worden volledig gesloopt, inclusief de gebouwen, bouwwerken en voorzieningen ten dienste van het glastuinbouwbedrijf. De (bedrijfs)woning komt niet voor een sloopsubsidie in aanmerking en behoeft niet gesloopt te worden, en;

  • 2.

    De glasopstanden dienen gelegen te zijn buiten de in het POL aangewezen concentratiegebieden of projectvestigingsgebieden glastuinbouw in Limburg, en;

  • 3.

    Het glastuinbouwbedrijf dient een omvang te hebben van tenminste 2500 m2 glasopstanden.

  • 4.

    Geen subsidie kan worden verleend voor de sloop van kassen van een glastuinbouwbedrijf:

    • a.

      Waarvoor reeds op grond van een ander project of een andere regeling een vergoeding is verleend.

    • b.

      Dat is aangemeld voor een ander project of andere regeling betreffende de verplaatsing of beëindiging van het glastuinbouwbedrijf, waarbij een vergoeding voor de sloop van kassen en overige bedrijfsgebouwen kan worden verkregen.

    • c.

      Wanneer ter plekke van de glasopstand woningbouw is toegestaan volgens het geldende bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening, of volgens een geldend projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 van deze wet dan wel een omgevingsvergunning voor het buitenplans afwijken van een bestemmingsplan, inpassingsplan of beheersverordening, verleend krachtens artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wabo.

    • d.

      Waartoe de ondernemer reeds verplicht is op grond van een ander besluit of andere afspraakom over te gaan tot sloop van de aanwezige kassen en/of bedrijfsgebouwen.

Artikel 5 Subsidiebedrag

De subsidie bestaat uit de volgende bestanddelen:

  • a.

    een vaste vergoeding per m2, welke afhankelijk is van het vloeroppervlak van de te slopen objecten:

Te slopen objecten

Subsidievergoeding per m2

Glasopstand

€ 4,00

Betonnen teeltvloer (geen gangpaden)

€ 2,50

Bebouwing

€ 25,00

  • b.

    een vaste vergoeding per m2, welke afhankelijk is van de totale omvang (vloeroppervlakte) van de glasopstand:

Totale oppervlakte van de glasopstand

Aanvullende vergoeding pe m2 glasopstand

 2500 m2 - 10.000m2

 € 0,00

 10.000 m2 - 20.000 m2

 €2,00

 20.000 m2 - 40.000 m2

 € 3,00

 40.000 m2 of meer

 € 5,00

Artikel 6 Subsidieplafond en prioritering

  • 1.

    Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt € 1.000.000,00.

  • 2.

    Indien honorering van de aanvragen die voor subsidie in aanmerking kunnen komen zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, rangschikken Gedeputeerde Staten de aanvragen op een prioriteitenlijst met toepassing van bijlage 1.

  • 3.

    De subsidies worden in dit geval slechts verstrekt aan te beëindigen of beëindigde bedrijven waar de sloop van de glasopstanden de hoogste prioriteit heeft, totdat het voor de aanvraagperiode bepaalde subsidieplafond is bereikt.

Artikel 7 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op de Algemene wet bestuursrecht en de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:  

  • 1.

    alle bedrijfsmatige activiteiten op de betreffende bouwkavel dienen te worden beëindigd, dus meer dan alleen de glastuinbouwactiviteiten.

  • 2.

    beschikken over een sloopvergunning dan wel omgevingsvergunning voor het slopen krachtens artikel 2.2 lid 1 onder a van de Wabo of artikel 2.1 lid 1 onder g van de Wabo en uitvoering van de sloop overeenkomstig de aan de vergunning verbonden voorwaarden.

  • 3.

    alle glasopstanden en de daarbij behorende bedrijfsgebouwen (met uitzondering van de bedrijfswoning), bouwwerken en (erf)verhardingen op de betreffende bouwkavel zijn gesloopt en afgevoerd overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke voorschriften, en conform de sloopvergunning.

  • 4.

    sloop en afvoer van putten, funderingen en overige ondergrondse voorzieningen en egalisatie van het perceel ter plekke van gesloopte ondergrondse voorzieningen overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke voorschriften, en conform de sloopvergunning.

  • 5.

    bodemonderzoek is uitgevoerd conform de geldende regels of wettelijke bepalingen, met dien verstande dat tenminste: voor het deel van de bouwkavel dat wijzigt naar een andere bestemming een vooronderzoek (conform NEN 5725) wordt uitgevoerd en voor de delen van de locatie waarvoor uit het vooronderzoek is gebleken dat deze verdacht zijn voor het voorkomen van bodemverontreiniging een verkennend (conform NEN 5740) en zo nodig nader bodemonderzoek is verricht, waarmee voldoende inzicht in de bodemverontreinigde situatie ontstaat.

  • 6.

    bodemverontreiniging op de bouwkavel, indien aanwezig, is verwijderd tot het vereiste kwaliteitsniveau en de vrijkomende bodem is afgevoerd overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke voorschriften.

  • 7.

    afgifte van een schriftelijke verklaring dat subsidieaanvrager meewerkt met de wijziging van bestemming van de bouwkavel door het bevoegd gezag, zodanig dat de ondergrond waar de gesloopte glasopstanden en bedrijfsgebouwen hebben gestaan geen deel meer uitmaakt van de bouwkavel.

  • 8.

    de milieuvergunning, indien verleend, voor de uitoefening van het glastuinbouwbedrijf op de betreffende kavel is ingetrokken, dan wel zodanig gewijzigd dat de uitoefening van het glastuinbouwbedrijf niet meer mogelijk is.

  • 9.

    grondslag voor de vergoeding vormen legaal (bouwvergunning) aanwezige glasopstanden, gebouwen en bouwwerken.

  • 10.

    alle objecten zijn uiterlijk op 31 december 2012 gesloopt.

Artikel 8 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger dient binnen drie maanden na afronding van de sloop een verzoek om vaststelling van de subsidie in bij Gedeputeerde Staten van Limburg.

  • 2.

    De subsidieontvanger voegt bij het verzoek om vaststelling een schriftelijke verklaring van de gemeente dat is gesloopt zoals voorgeschreven in de sloopvergunning dan wel de omgevingsvergunning voor het slopen krachtens artikel 2.2 lid 1 van de Wabo of artikel 2.1 lid 1 onderg van de Wabo en overeenkomstig de voor sloop geldende wettelijke vereisten.

  • 3.

    Bij subsidies vanaf € 50.000,00 dient een goedkeurende accountantsverklaring te worden voorgelegd.

Artikel 9 Toepassing ILG-verordening

De bepalingen van de Subsidieverordening Inrichting Landelijk Gebied Limburg zijn van overeenkomstige toepassing voor zover in de onderhavige regeling niet anders of afwijkend wordt bepaald.

Artikel 10 Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling naar het oordeel van Gedeputeerde Staten tot kennelijke onbillijkheden leidt, kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 11 Inwerkintreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking de dag met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

  • 2.

    De nadere regels gelden tot en met 31 december 2012 met dien verstande dat ze van toepassing blijven op aanvragen die voor die datum zijn ingediend en op subsidiebesluiten die zijn genomen voor het vervallen van de regeling, ook voor de volgende stappen in het traject.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels sloop glastuinbouwbedrijven”.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd,  
L.J.P.M. Frissen, voorzitter  
mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris  
 
Uitgegeven, 20 januari 2011  
De secretaris,  
mr. A.C.J.M. de Kroon  
 

Bijlage 1: bepaling prioritering als bedoeld in artikel 6 van de Nadere subsidieregels sloop glastuinbouwbedrijven

In de Subsidieverordening ILG is voor de periode 2009 tot 2013 een subsidieplafond opgenomen voor de subsidieregeling sloop glastuinbouwbedrijven, ter grootte van € 1.000.000. Mogelijkerwijs overstijgt het totale gevraagde subsidiebedrag het subsidieplafond. Subsidieverlening kan bij overinschrijving van de regeling geprioriteerd worden. Prioritering van de beschikbare subsidiegelden vindt plaats op basis van aanwezige en/of (mogelijk) te ontwikkelen gebiedwaarden ter plekke van het te slopen bedrijf. De gebiedswaarden zijn gebaseerd op kaart 1 Perspectieven uit het Provinciaal Omgevingsplan Limburg en de kaart Kwaliteitsimpuls uit het Landschapskader Noord- en Midden-Limburg. Aanmeldingen worden ingedeeld in een bepaalde categorie wanneer de glasopstand in het geheel of meer dan helft gelegen is in de betreffende categorie. In volgorde van afnemende prioriteit:

  • 1.

    Ecologische Hoofdstructuur (P1)

  • 2.

    Provinciale ontwikkelingszone groen (P2), inclusief de zoekgebieden ecologische verbindingszones gelegen in P10

  • 3.

    Stroomvoerend winterbed van de Maas (P3)

  • 4.

    Waterbergend winterbed van de Maas (P3)

  • 5.

    (Beek)dalen en laagtes buiten het Maasdal (P3)

  • 6.

    Overige knelgevallen (overige P’s).

     

Binnen de perspectieven wordt vervolgens geprioriteerd naar de openheid van het gebied, volgens kaart 5, Kwaliteitsimpuls landschap van het Landschapskader Noord- en Midden-Limburg. Zie www.limburg.nl/plattelandinuitvoering ® Documenten. Aanmeldingen worden ingedeeld in een bepaalde categorie wanneer de glasopstand in het geheel of meer dan helft gelegen is in de betreffende categorie. In volgorde van afnemende prioriteit:

  • a.

    Versterken variatie in schaal en ruimte - openhouden;

  • b.

    Versterken variatie in schaal en ruimte - openhouden of ontwikkelen groenstructuren;

  • c.

    Versterken variatie in schaal en ruimte - ontwikkelen groenstructuren;

  • d.

    Overige gebieden

Aanmeldingen gelegen in categorie 1 hebben dus voorrang op aanmeldingen gelegen in categorie 2. Binnen de categorieën van de POL perspectieven hebben aanmeldingen gelegen in categorie a voorrang op aanmeldingen gelegen in categorie b.  

Tot slot zullen aanmeldingen gelegen in één categorie volgens het Landschapskader geprioriteerd worden naar omvang, waarbij eerst de aanmeldingen met de kleinste m2 glastuinbouwopstanden, gebouwen en bouwwerken ten behoeve van een glastuinbouwbedrijf in aanmerking komen. Reden hiervoor is meerledig: de bijdrage van de sloop van een groter aantal kleinere bedrijven levert een positieve bijdrage aan de benoemde doelstelling van provinciaal beleid. De bedrijven met het minste bedrijfseconomisch perspectief worden uit de markt gehaald. Dit zijn de bedrijven die het snelst verpauperen en zorgen voor verrommeling in het buitengebied. Het belangrijkste argument is dat deze individuele bedrijven bestemmingsplantechnisch over relatief ruimere ontwikkelingsmogelijkheden van de bouwkavel beschikken. De tenderregeling is niet van toepassing op bedrijven gelegen in concentratiegebieden en projectvestigingen voor glastuinbouw (POL2006, kaart 5i).