Regeling vervallen per 27-11-2014

Instelling van de provinciale commissie Milieu en Waterhuishouding

Geldend van 10-03-2006 t/m 26-11-2014 met terugwerkende kracht vanaf 08-03-2006

Intitulé

Instelling van de provinciale commissie Milieu en Waterhuishouding

INSTELLING VAN DE PROVINCIALE COMMISSIE MILIEU EN WATERHUISHOUDING

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder: Commissie: de provinciale commissie milieu en waterhuishouding als bedoeld in artikel 2.41 van de Wet milieubeheer en artikel 8 van de Wet op de waterhuishouding; deze commissie is opgegaan in de Provinciale Commissie Omgevingsvraagstukken Limburg; Inspecteur: de inspecteur van het Inspectoraat-Generaal VROM in de regio Zuid.

Artikel 2 Instelling en taken

  • 1.

    Er is een provinciale commissie als bedoeld in artikel 2.41 van de Wet milieubeheer en artikel 8 van de Wet op de waterhuishouding.

  • 2.

    De commissie wordt vooraf door provinciale staten en gedeputeerde staten gehoord over maatregelen en plannen die van betekenis zijn voor het provinciale milieubeheer en het provinciale beleid inzake de waterhuishouding.

  • 3.

    Tot de maatregelen en plannen, bedoeld in het tweede lid, behoren in ieder geval:

    • a.

      het provinciale milieubeleidsplan;

    • b.

      de provinciale milieuverordening;

    • c.

      het provinciale milieuprogramma;

    • d.

      het waterhuishoudingsplan, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet op de waterhuishouding;

    • e.

      de verordening ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Wet op de waterhuishouding;

    • f.

      de verordeningen waterkwaliteitsbeheer op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren;

    • g.

      de grondwaterverordening op grond van de Grondwaterwet;

    • h.

      een streekplan als bedoeld in artikel 4a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening alsmede een plan tot uitwerking daarvan, indien van betekenis voor het provinciale milieubeheer en de provinciale waterhuishouding;

    • i.

      een provinciaal natuurbeleidsplan;

    • j.

      het provinciaal ontgrondingenplan of onderdelen daarvan.

  • 4.

    De commissie is bevoegd provinciale staten en gedeputeerde staten uit eigen beweging van advies te dienen omtrent vraagstukken betreffende het provinciaal beleid op het terrein van het milieubeheer en van de waterhuishouding.

  • 5.

    De commissie brengt elk jaar een verslag van haar werkzaamheden uit.

  • 6.

    De commissie zendt het verslag aan het Presidium van provinciale staten en aan gedeputeerde staten.

Artikel 3 Samenstelling

In de commissie hebben in ieder geval zitting

  • a.

    de inspecteur,

  • b.

    de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de provincie,

  • c.

    de betrokken regiodirecteur van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

  • d.

    de eerstaanwezend ingenieur directeur van de betrokken directie van de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen van het departement van Defensie,

  • e.

    het hoofd van de betrokken regio van het ministerie van Economische Zaken,

  • f.

    de voorzitter van de Kamer van Koophandel,

  • g.

    de voorzitter van de Stichting milieufederatie,

  • h.

    twee vertegenwoordigers van de Limburgse gemeenten,

  • i.

    een vertegenwoordiger van de Limburgse Waterschapsbond,

  • j.

    een vertegenwoordiger van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond, 

1. Voor elk lid kan een plaatsvervanger worden voorgedragen.

Artikel 4 Benoeming

De benoeming van de leden van de commissie, alsmede hun plaatsvervangende leden, vindt plaats door Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten. Zij zorgen bij de samenstelling van de commissie voor een afgewogen vertegenwoordiging van deskundigen en partners met betrekking tot het provinciale milieu- en waterhuishoudingsbeheer.

  • 1.

    De benoeming door Provinciale Staten is gemandateerd aan het Presidium uit Provinciale Staten.

  • 2.

    De leden, bedoeld in artikel 3, eerste lid, alsmede hun plaatsvervangende leden worden voor onbepaalde tijd benoemd.

  • 3.

    De leden, bedoeld in artikel 3, eerste lid, kunnen te allen tijde ontslag nemen door een schriftelijke kennisgeving aan het bestuursorgaan dat hen heeft benoemd.

  • 4.

    Het lidmaatschap van de commissie eindigt automatisch met ingang van de datum waarop de leden, bedoeld in artikel 3, niet langer deel uitmaken van de instantie of organisatie die hun heeft voorgedragen.

  • 5.

    Binnen een termijn van twee maanden na indiening van het ontslag of automatische beëindiging van het lidmaatschap doet de desbetreffende instantie of organisatie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, een aanbeveling voor de benoeming van een vervangend nieuw lid.

Artikel 5 Sub-commissie

  • 1.

    De commissie kan voor de behandeling van bepaalde onderwerpen uit haar midden subcommissies instellen.

  • 2.

    De commissie stelt een voorbereidingscommissie in ter begeleiding van haar werkwijze, vaststelling van haar jaarplan, monitoring en evaluatie.

Artikel 6 Voorzitter, secretaris en deskundigen

  • 1.

    Gedeputeerde Staten benoemen de voorzitter.

  • 2.

    De commissie wijst uit haar midden een vice-voorzitter aan.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten voorzien in het secretariaat van de commissie.

  • 4.

    De commissie kan zich doen bijstaan door deskundigen.

Artikel 7 De vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert in de hoedanigheid van Provinciale Commissie Omgevingsvraagstukken Limburg (PCOL).

  • 2.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 3.

    Een vergadering of een gedeelte daarvan is niet openbaar indien de in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur genoemde belangen op de in dat artikel bedoelde wijze kunnen worden geschaad.

  • 4.

    De secretaris zorgt ervoor dat plaats, datum en aanvangsuur ter openbare kennis worden gebracht met vermelding van de agenda.

Artikel 8 Advies en verslaglegging

De adviezen van de commissie worden schriftelijk aan Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten uitgebracht binnen een, zonodig, bij de adviesaanvraag te stellen termijn.

  • 1.

    De adviezen van de commissie worden uitgebracht overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van de vergadering.

  • 2.

    Op verzoek van de leden, die ter vergadering een standpunt hebben ingebracht dat afwijkt van het gevoelen van de meerderheid, wordt dat standpunt in het advies vermeld. Deze leden kunnen omtrent een zodanig standpunt een afzonderlijke nota bij het advies voegen.

  • 3.

    Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten rapporteren aan de commissie welk gevolg zij aan de adviezen geven of gegeven hebben.

  • 4.

    Van iedere vergadering van de commissie wordt door de secretaris een schriftelijk verslag gemaakt.

Artikel 9 Werkwijze

De commissie kan nadere regels stellen inzake haar werkwijze.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit wordt geplaatst in het provinciaal blad en treedt inwerking met ingang van 8 maart 2006.

Artikel 11 Herbenoeming

Ter aanvulling van het bepaalde in artikel 4, eerste en tweede lid, van deze verordening kunnen de leden en plaatsvervangende leden van de Provinciale Commissie Omgevingsvraagstukken Limburg (PCOL), voor zover deze PCOL optreedt als commissie milieu en waterhuishouding, in functie blijven als waren zij opnieuw benoemd tot lid respectievelijk plaatsvervangend lid zoals bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd.
L.J.P.M. Frissen, voorzitter
drs. W.L.J. Weijnen, secretaris
Uitgegeven, 9 maart 2006
De Secretaris,
drs. W.L.J. Weijnen