Regeling vervallen per 01-01-2021

Treasurystatuut Lingewaal

Geldend van 21-03-2017 t/m 31-12-2020

Intitulé

Treasurystatuut Lingewaal

De raad van de gemeente Lingewaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 januari 2017;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en op artikel 14 lid 2 van de Financiële verordening Lingewaal;

besluit:

vast te stellen het hieronder weergegeven ‘Treasurystatuut Lingewaal’, onder gelijktijdige intrekking van het ‘Treasurystatuut 2009’, met dien verstande dat het van toepassing blijft op feiten die zich voor die intrekking hebben voorgedaan.

Treasurystatuut

I Begrippenkader

Artikel 1.

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • -

    Agentschap Het uitvoeringsorgaan van het Ministerie van Financiën, dat onder meer verantwoordelijk is voor de uitvoering van Schatkistbankieren;

  • -

    Deposito Niet-verhandelbare belegging bij een financiële instelling of bij het Agentschap, waarbij een bedrag voor een bepaalde periode tegen een vast rentepercentage wordt weggezet;

  • -

    Derivaten Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren;

  • -

    Drempelbedrag Het bedrag aan overtollige liquide middelen dat gemiddeld over een kwartaal buiten de schatkist aangehouden mag worden. De hoogte van het drempelbedrag is gerelateerd aan de begrotingsomvang van een decentrale overheid;

  • -

    Financiële instellingen Kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen, gevestigd in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER), en ressorterend onder Nederlands of anderszins EER-toezicht, zoals De Nederlandsche Bank;

  • -

    Financiering Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor de dekking van de vermogensbehoefte;

  • -

    Geldstromenbeheer Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

  • -

    Huisbankier De bankier waarmee de gemeente een raamcontract heeft afgesloten voor verschillende diensten;

  • -

    Intern liquiditeitsrisico De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning, waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

  • -

    Kasgeldlimiet Een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar;

  • -

    Koersrisico Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

  • -

    Kredietrisico De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij;

  • -

    Liquiditeitenbeheer Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

  • -

    Liquiditeitenplanning Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid;

  • -

    Onderhandse lening Lening waarbij een geldnemer rechtstreeks geld leent van een geldgever, waarbij de voorwaarden van de lening in onderling overleg worden vastgesteld;

  • -

    Rating Een classificatie door een rating agency, die de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier aangeeft;

  • -

    Rating agency Een creditrating wordt afgegeven door een bureau (‘rating agency’) dat gespecialiseerd is in het analyseren van kredietwaardigheid; De erkende Agencies zijn: Standard&Poors, Moody’s en Fitch;

  • -

    Renterisico Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen;

  • -

    Renterisiconorm De renterisiconorm bepaalt dat het bedrag waarover renterisico gelopen wordt, gedefinieerd als de som van de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen, niet meer mag bedragen dan 20% van het begrotingstotaal;

  • -

    Rentetypische looptijd Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

  • -

    Saldobeheer Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

  • -

    Schatkistbankieren Het aanhouden van gelden bij het ministerie van Financiën;

  • -

    Rentevisie Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

  • -

    Solvabiliteitsratio van 0% Status die door een bancaire toezichthouder in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (lidstaten van de Europese Unie) aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend;

  • -

    Treasuryfunctie De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;

  • -

    Uitzetting Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

II Doelstellingen van de treasuryfunctie

Artikel 2.

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

  • 1.

    het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • 2.

    het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, valutarisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • 3.

    het streven, binnen de kaders van wet- en regelgeving en binnen de bepalingen van dit Statuut naar een optimale financieringsstructuur en beheersing van de daarmee gemoeide kosten.

  • 4.

    het ondersteunen en adviseren van alle onderdelen binnen de gemeente met betrekking tot financieringsvraagstukken.

Risicobeheer

III Uitgangspunten risicobeheer

Artikel 3.

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    bij de uitvoering van alle treasuryactiviteiten dienen de regels en bepalingen van dit Treasurystatuut, de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), het Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden en de Regeling verplicht schatkistbankieren in acht te worden genomen.

  • 2.

    de gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak uitsluitend verstrekken aan derde partijen als voldaan is aan de uitgangspunten van artikel 14, waarbij vooraf advies van de Concerncontroller wordt ingewonnen.

  • 3.

    er wordt geen gebruik gemaakt van financiële derivaten als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet financiering decentrale overheden.

  • 4.

    de gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit Treasurystatuut.

IV Renterisicobeheer

Renterisicobeheer omvat het beperken van de invloed van rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente.

Artikel 4.

  • 1. Het renterisico op de netto vlottende schuld is begrensd tot de kasgeldlimiet, gemiddeld over een kwartaal, conform de Wet Fido. Deze grens mag niet structureel (langer dan twee kwartalen) worden overschreden. 1

  • 2. Het renterisico op de lange schuld bedraagt maximaal de renterisiconorm, conform de Wet Fido.

  • 3. Nieuwe leningen, uitzettingen of vervroegde aflossingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning.

  • 4. De gemeente streeft naar spreiding in de rentetypische looptijden van leningen en uitzettingen, zodat een gelijkmatige renterisicospreiding binnen de gehele leningenportefeuille ontstaat.

V Koersrisicobeheer

Koersrisicobeheer is het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koers-ontwikkelingen.

Artikel 5.

  • 1. De looptijd van uitzettingen wordt afgestemd op de liquiditeitenplanning.

  • 2. Aandelen worden alleen gekocht in het kader van de uitoefening van de publieke taak en in lijn met het deelnemingenbeleid van de gemeente.

  • 3. Overtollige liquide middelen worden uitsluitend uitgezet bij de Nederlandse Staat (schatkistbankieren) of medeoverheden.

  • 4. De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend producten te hanteren waarbij de hoofdsom aan het einde van de looptijd gegarandeerd is.

VI Kredietrisicobeheer

Het kredietrisicobeheer is er op gericht om tegenpartijrisico zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 6.

  • 1. Uitzettingen van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie vinden, boven het drempelbedrag, uitsluitend plaats bij het Agentschap van het Ministerie van Financiën of bij medeoverheden.

  • 2. Bij uitzettingen uit hoofde van de publieke taak gelden de uitgangspunten van artikel 14.

  • 3. Voor het aanhouden van gelden op rekeningcourant of spaarrekening dient de dienstverlenende financiële instelling ten minste een single A-rating te hebben, afgegeven door minstens twee van de drie erkende ratingbureau’s Moody’s, Standard and Poor’s en Fitch;

  • 4. Financiële instellingen moeten gevestigd zijn in landen met minimaal een AA-rating en vallen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht, zoals De Nederlandsche Bank.

VII Intern liquiditeitsrisicobeheer

Artikel 7.

De gemeente beperkt haar liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van vier jaar.

VIII Valutarisicobeheer

Artikel 8.

Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.

Financieringen en uitzettingen

IX Geldstromenbeheer

Artikel 9.

Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

  • 1.

    het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en op de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.

  • 2.

    het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

X Langlopende Financiering

Artikel 10.

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;

  • 2.

    financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde de renterisico’s en het renteresultaat te optimaliseren;

  • 3.

    toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn: onderhandse leningen en medium term notes (MTN);

  • 4.

    de gemeente vraagt offertes op, direct of via tussenpersonen, bij minimaal twee instellingen, waaronder de huisbankier, alvorens een financiering met een looptijd vanaf één jaar wordt aangetrokken.

XI Kortlopende financiering

Artikel 11.

Voor het aantrekken van kortlopende financieringen met een looptijd tot één jaar gelden de

volgende uitgangspunten:

  • 1.

    de gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiestelsel bij de bank met de gunstigste condities;

  • 2.

    indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij geldt de kasgeldlimiet conform de Wet Fido;

  • 3.

    toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en rekening courant krediet.

XII Uitzettingen

Artikel 12.

Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    het uitzetten van overtollige middelen mag alleen plaatsvinden bij:

    • -

      het Agentschap in het kader van Schatkistbankieren

    • -

      financiële instellingen tot het drempelbedrag,

    • -

      een decentrale overheid niet zijnde toezichthoudende provincie;

  • 2.

    toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden zijn rekening-courant, daggeld, spaarrekeningen, deposito’s en Nederlands staatspapier.

  • 3.

    bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 6 genoemde tegenpartijen toegestaan;

  • 4.

    de gemeente vraagt bij minimaal twee instellingen, waaronder de huisbankier, offertes op alvorens een uitzetting met een looptijd vanaf één jaar wordt gedaan.

XIII Relatiebeheer

Artikel 13.

De gemeente beoogt gunstige c.q. marktconforme condities te bedingen voor de af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    bankrelaties en hun bancaire condities worden ten minste eens in de twee jaar beoordeeld.

  • 2.

    bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te beschikken over een A-rating van twee erkende ratingagencies. Voor uitzettingen uit hoofde van treasury gelden de eisen die zijn gesteld in artikel 6;

  • 3.

    tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.

Leningen en garanties aan derden

XIV Uitgangspunten

Artikel 14

  • 1. De gemeente kan uit hoofde van de publieke taak geldleningen aan derden verstrekken of als borg garant te staan.

  • 2. De volgende algemene uitgangspunten gelden voor het verstrekken van de in het eerste lidbedoelde leningen en garanties:

    • a.

      de te financieren activiteit waarvoor een gemeentelening of gemeentegarantie wordt aangevraagd moet passen in het gemeentelijk beleid en dient van voldoende openbaar belang te zijn;

    • b.

      bij het verstrekken van leningen of garanties door de gemeente worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of de garantie wordt gemotiveerd;

    • c.

      het risico voor de gemeente dient overzienbaar en aanvaardbaar te zijn en zoveel mogelijk te worden beperkt;

    • d.

      een gemeentelening of gemeentegarantie moet passen binnen de hiervoor geldende nationale en internationale kaders, waaronder de wet Fido en de bepalingen die van toepassing zijn op staatssteun;

    • e.

      leningen aan organisaties op het gebied van sport dienen te voldoen aan het bepaalde in de Verordening leningen gemeente Lingewaal. Het bepaalde onder b is op een dergelijke lening niet van toepassing.

XV Voorwaarden

Artikel 15

Ter beperking van het gemeentelijk risico worden aan de verstrekking van leningen en garanties de volgende voorwaarden gesteld:

  • a.

    het besluit om een lening of garantie te verstrekken moet worden genomen door het college van burgemeester en wethouders. De lenings-, garantie- en overige overeenkomsten ter uitwerking van dit besluit worden aangegaan door het college van burgemeester en wethouders en dienen, voor zover van toepassing, te voldoen aan de hiervoor geldende nationale en internationale kaders. Indien het onderhavige besluit ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente wordt de raad vooraf ingelicht en neemt het college geen besluit dan nadat de raad zijn wensen en bedenkingen ter zake ter kennis van het college heeft kunnen brengen;

  • b.

    met betrekking tot roerende en onroerende goederen die met de gegarandeerde of verstrekte geldleningen worden aangeschaft kunnen nader in te vullen zekerheidseisen worden gesteld, zoals het vestigen van het recht van hypotheek;

  • c.

    de garantie- of leningverkrijgende instelling dient haar jaarrekening of vergelijkbare stukken binnen zes maanden na afloop van het jaar ter beschikking te stellen van de gemeente; het college van burgemeester en wethouders schept waarborgen ten behoeve van de bedoelde tijdige aanlevering en bepaalt bij niet naleven hiervan per geval de consequenties, te ondernemen stappen en gevolgen.

  • d.

    gedurende het bestaan van de garantie- of leningsovereenkomst mag de verkrijgende instelling de bezittingen die met de lening zijn gefinancierd niet veranderen of afbreken, noch bezwaren of vervreemden zonder toestemming van burgemeester en wethouders. Afhankelijk van de grootte van het risico kan dit tevens worden bepaald voor overige nader aan te wijzen bezittingen van de instelling;

  • e.

    de door de gemeente betaalde bedragen uit hoofde van de garantiestelling blijven als een direct opeisbare schuld op de instelling rusten. Over deze vordering wordt door de gemeente rente in rekening gebracht volgens een door burgemeester en wethouders bij het aangaan van de garantie te bepalen percentage.

Administratieve organisatie en interne controle

XVI Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

Artikel 16.

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle.

  • 1.

    de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;

  • 2.

    bevoegdheden zijn via mandaat nader schriftelijk vastgelegd;

  • 3.

    bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      iedere betalingstransactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);

    • b.

      de uitvoering en de controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

    • c.

      de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

  • 4.

    tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties;

  • 5.

    een transactie wordt onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten;

XVII Verantwoordelijkheden

Artikel 17.

De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente zijn inonderstaande tabel gedefinieerd.

Orgaan/Functie

Verantwoordelijkheden

De gemeenteraad

 

 

 

 

• Het vaststellen van het treasurybeleid

• Het vaststellen van de paragraaf financiering in de begroting en de jaarrekening

• Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan

• Het evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het treasurybeleid

• Het uiten van wensen en bedenkingen bij het verstrekken van leningen en garanties met materiële invloed op het risicoprofiel van de gemeente.

College van burgemeester en wethouders

 

• Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele en politieke verantwoordelijkheid)

 

• Het rapporteren aan de gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid.

Concerncontroller

 

 

 

 

 

• Het uitvoeren van een onafhankelijke toets op de kwaliteit van de treasuryprocessen

 

• Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury

 

• Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen

 

• Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en hierover rapporteren aan het college van B&W

• Het aanbieden van beleidsvoorstellen op treasurygebied aan het college

 

• Het afleggen van verantwoording aan het college van B&W over de uitvoering van het treasurybeheer.

Afdelingsmanager B&O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

• Het uitvoeren van de aan haar/hem gemandateerde treasuryactiviteiten conform het Treasurystatuut en de treasuryparagraaf;

 

• Het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten;

 

• Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: het risicobeheer en gemeentefinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer)

 

• Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer

 

• Het voorbereiden en intern autoriseren van betaalopdrachten;

 

• Het plaatsen van de 2e handtekening voor finale betaling

• Het intern autoriseren van betaalopdrachten aan medewerker financiële administratie voor betalingen (1e handtekening)

 

• Het zorgdragen voor de liquiditeitsplanning en de financieringsprognose

• Relatiebeheer met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen in het kader van de uitvoering van het treasurybeleid

 

• Het monitoren van ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt

• Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties en het doorgeven hiervan aan de financiële administratie

 

• Het adviseren over en voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied

• Het ondersteunen en adviseren van de afdelingen met betrekking tot treasury- en financieringsvraagstukken

 

• Het afleggen van verantwoording aan zijn/haar afdelingsmanager over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten

• Het afleggen van verantwoording aan het college van B&W.

 

De budgethouders (afdelingsmanagers)

 

• Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan de Afdelingsmanager B&O

 

• Het fiatteren van betalingen en ontvangsten, ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten.

De medewerker

administratie belast met de

afhandeling van het

betalingsverkeer (kassier)

 

 

 

 

 

 

 

• Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen

 

• Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer

• Betalingsopdrachten voorbereiden, inlezen en versturen (twee gemachtigden)

 

• De huisbankier in staat stellen om middelen op deposito plaatsen bij de schatkist (twee gemachtigden)

 

• Het verstrekken van informatie aan de afdelingen

• Het rapporteren aan de afdelingsmanager B&O over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten

 

• Het uitvoeren van de aan haar/hem gemandateerde treasuryactiviteiten conform het Treasurystatuut artikel 18.

De medewerker van de afdeling B&O

belast met interne controle

• Het voeren van de interne controle op de uitgevoerde

treasurytransacties en hierover rapporteren aan de

concerncontroller/secretaris

De externe accountant

• Het in het kader van zijn/haar reguliere controletaak adviseren en controleren inzake de feitelijke naleving van het Treasurystatuut.

XVIII Bevoegdheden

Artikel 18.

In onderstaande tabel staan de bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven, alsmede de daarbij benodigde autorisatie.

Bevoegd functionaris (eerste handtekening)

Autorisatie door (tweede handtekening of besluit bestuursorgaan)

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

1. Het aantrekken van middelen met een looptijd tot één jaar

 Medewerker

B&O financiële administratie

Afdelingsmanager B&O

2. Het afsluiten van deposito’s in het kader van schatkistbankieren

 Medewerker

B&O financiële administratie

Afdelingsmanager B&O

3. Het verlenen van kredietfaciliteiten aan derden uit hoofde van de publieke taak.

College van B&W

Afdelingsmanager B&O

Bankrelatiebeheer

4. Afsluiten contract bancaire dienstverlening

Afdelingsmanager B&O

College van B&W

5. Contracten binnen bestaand

contract bancaire dienstverlening o.a.:

- Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen,

- Afsluiten van deelovereenkomsten

voor het uitvoeren van betaaldiensten

waaronder betaalautomaten

Afdelingsmanager B&O

College van B&W

Financiering en uitzetting (voor een periode van één jaar of langer)

6. Het aantrekken van leningen met een looptijd langer dan één jaar uit hoofde van de treasuryfunctie

College van B&W (kaderstellend),

Afdelingsmanager B&O (concrete invulling, afsluiten contract)

Afdelingsmanager B&O

7. Het vervroegd aflossen van leningen of uitzettingen

College van B&W (kaderstellend),

Afdelingsmanager B&O (uitvoerend)

Afdelingsmanager B&O

8. Het verstrekken van leningen en garanties aan derden uit hoofde van de publieke taak

College van B&W 2

Afdelingsmanager B&O

9. Besluiten tot afwaarderen van een verstrekte lening of garantie ten laste van de voorziening algemene risico’s

garanties en geldleningen

College van B&W

Gemeenteraad

Plaatsvervanging: bij afwezigheid of verhindering van de afdelingsmanager B&O worden de verleende bevoegdheden uitgeoefend door een andere afdelingsmanager van de gemeente.

XIX Informatievoorziening

Artikel 19.

  • 1. De informatieverstrekking over treasuryactiviteiten wordt zoveel mogelijk ingebed in de reguliere planning- en controlcyclus.

  • 2. Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

    Informatie

    Frequentie

    Informatie- verstrekker

    Informatieontvanger

    1. Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitenplanning

    Jaarlijks

    Budgethouders

    Afdelingsmanager

    2. Liquiditeitenplanning

    Jaarlijks

    Afdelingsmanager B&O

    College van B&W

    3. Beleidsplannen treasury in paragraaf financiering van begroting

    Jaarlijks

    College van B&W

    Gemeenteraad

    4. Evaluatie treasuryactiviteiten in paragraaf financiering van jaarrekening

    Jaarlijks

    College van B&W

    Gemeenteraad

    5. IInformatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art. 8 Wet fido

    Kwartaal

    Afdelingsmanager B&O

    Derden

    6. Lenings-, uitzettings- en garantiebesluiten

    Binnen 14 dagen na besluit

    College van B&W

    Provincie

XX Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 20

  • 1. Dit Treasurystatuut treedt in werking met ingang van 1 maart 2017.

  • 2. Het Treasurystatuut 2009 wordt ingetrokken, met dien verstande dat het van toepassing blijft op feiten die zich voor die intrekking hebben voorgedaan.

  • 3. Dit Treasurystatuut kan worden aangehaald als Treasurystatuut Lingewaal.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 23 februari 2017 door de raad van de gemeente Lingewaal.
De griffier, De voorzitter,
H.H. Dame L.H.M. van Ruijven-van Leeuwen

Noot
1

Als de kasgeldlimiet voor het derde achtereenvolgende kwartaal wordt overschreden, moet aan de provincie een herstelplan worden voorgelegd.

Noot
2

Voor het verstrekken van leningen of garanties die een materiële invloed hebben op het risicoprofiel (en daarmee op het weerstandsvermogen) van de gemeente Lingewaal wordt de gemeenteraad vooraf in de gelegenheid gesteld haar wensen en bedenkingen te uiten.