Regeling vervallen per 31-12-2015

Subsidieverordening verduurzaming glastuinbouw Lingewaard 2014-2015

Geldend van 19-06-2014 t/m 30-12-2015

Intitulé

Subsidieverordening verduurzaming glastuinbouw Lingewaard 2014-2015

De raad van de gemeente Lingewaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard d.d.22 april 2014;

gehoord de behandeling tijdens de Politieke Avond d.d.21 mei 2014

gelet op het bepaalde in 149 van de Gemeentewet en Hoofdstuk 4, titel 2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen de. Subsidieverordening verduurzaming glastuinbouw Lingewaard 2014-2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    aanvraagformulier: een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier voor subsidie op grond van deze verordening;

  • -

    adviescommissie duurzaamheid; een commissie bestaande uit minimaal de portefeuillehouder duurzaamheid van de gemeente Lingewaard, de duurzaamheid coördinator Lingewaard of de eventuele vervangers daarvan en een vertegenwoordiger van de Stichting Greenport Arnhem Nijmegen die over subsidieaanvragen advies uitbrengt aan het college van B&W;

  • -

    AWB: Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    demonstratieproject: een planmatige activiteit, waarin de werking van een nieuwe werkwijze, een nieuwe toepassing of nieuwe dienst wordt getoond die bijdraagt aan de doelstelling van deze verordening met als doel om een voorbeeld te stellen voor het thema economische duurzaamheid

  • -

    economische duurzaamheid: de omschrijving duurzaamheid zoals opgenomen in de kadernotitie duurzaamheid Lingewaard en gericht op het thema groene economie;

  • -

    haalbaarheidsproject: een samenstel van activiteiten dat leidt tot een schriftelijk rapport met een inschatting van de technische en economische mogelijkheden van een ontwikkelings-, pilot-, stimulerings- of demonstratieproject op het gebied van economische duurzaamheid;

  • -

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Lingewaard;

  • -

    ontwikkelingsproject: een voor de tuinbouwsector in de Stadsregio Arnhem Nijmegen nieuwe, planmatige activiteit, waarin de resultaten van onderzoek in plannen, schema’s of ontwerpen voor nieuwe, gewijzigde of verbeterde producten, processen of diensten worden omgezet, die bijdragen aan de doelstelling van deze verordening;

  • -

    pilotproject: een voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen nieuwe, planmatige activiteit, waarin de haalbaarheid van een nieuwe werkwijze tussen ketenpartners wordt aangetoond die bijdraagt aan de doelstelling van deze verordening;

  • -

    project: een haalbaarheids-, ontwikkelings-, pilot-, stimulerings- of demonstratieproject;

  • -

    samenwerkingsverband: een verband, bestaande uit ten minste twee natuurlijke personen of rechtspersonen waarvan ten minste één ondernemer, waarbij één van de deelnemers optreedt als penvoerder.

  • -

    Stadsregio Arnhem Nijmegen: de 20 gemeenten binnen het grondgebied van de Stadsregio Arnhem Nijmegen: Arnhem, Beuningen, Duiven, Doesburg, Groesbeek, Heumen, Lingewaard, Millingen aan de Rijn, Montferland, Mook en Middelaar, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Roozendaal, Ubbergen, Westervoort, Wijchen en Zevenaar

  • -

    stimuleringsproject: een project gericht op bewustwording en gedragsverandering in energiebesparing en economische duurzaamheid;

    ;subsidieverlening: het besluit van het college dat een aanspraak op een subsidie verschaft;

  • -

    subsidievaststelling: het besluit van het college waarbij de hoogte van de verleende subsidie wordt vastgesteld en de gemeente verplicht tot betaling aan de subsidieontvanger;

Artikel 2 Beleidsterreinen/Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op het beleidsterrein economische duurzaamheid, meer specifiek verduurzaming van de glastuinbouw in de Stadsregio Arnhem Nijmegen.

  • 2. Doelstelling van deze verordening is om tuinders en aan de tuinbouw gelieerde ondernemers, samenwerkingsverbanden en instellingen te stimuleren projecten uit te voeren die bijdragen aan en aansluiten bij de doelstellingen van duurzame economie, meer specifiek verduurzaming van de glastuinbouw.

  • 3. Subsidie kan worden aangevraagd voor projecten zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening voor zover gericht op economische duurzaamheid, meer specifiek de economische verduurzaming van de glastuinbouw.

  • 4. Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing voor projecten die fysiek worden uitgevoerd op het grondgebied van de Stadsregio Arnhem Nijmegen.

  • 5. Projecten dienen uiterlijk 31 december 2015 te zijn gerealiseerd. Zowel de verplichtingen als de betalingen die betrekking hebben op de activiteiten die hebben geleid tot de gerealiseerde resultaten dienen voor 31 december 2015 te zijn voldaan.

Artikel 3 Bevoegdheid

  • 1. Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies, alsmede de bevoegdheid om andere subsidiebesluiten te nemen op grond van de Awb en deze verordening.

  • 2. Het college is belast met de uitvoering van deze verordening.

Artikel 4 Adviescommissie

  • 1. Het college stelt een adviescommissie verduurzaming glastuinbouw in, die tot taak heeft het college op haar verzoek te adviseren omtrent aanvragen om subsidie op grond van deze verordening.

  • 2. De adviezen van de commissie gaan vergezeld van een deugdelijke motivering.

  • 3. Het college bepaalt de samenstelling en werkwijze van de commissie.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt € 200.000,-

  • 2. De totale subsidiebijdrage per project bedraagt maximaal 40% van de totale projectkosten tot een maximum van € 50.000,- per project. Het college kan op advies van de adviescommissie een hogere maximumbijdrage per project vaststellen tot maximaal het subsidieplafond is bereikt. Het college beslist op de aanvragen in volgorde van ontvangst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de datum waarop de aanvraag naar behoren en compleet is aangevuld, geldt als datum van binnenkomst.

Artikel 6 Indieningsperiode.

  • 1. Subsidieaanvragen kunnen tot uiterlijk 1 juni 2015 worden ingediend.

  • 2. Het college kan gedurende de looptijd van deze verordening besluiten de perioden waarbinnen een aanvraag kan worden ingediend, te wijzigen.

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op de weigeringsgronden zoals vermeld in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb, kan het college subsidie weigeren indien:

    • a.

      de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op economische duurzaamheid binnen de glastuinbouwsector in de Stadsregio Arnhem Nijmegen;

    • b.

      op grond van een andere rijks-, provinciale, regionale of gemeentelijke regeling al een subsidie is verstrekt voor het project;

    • c.

      het verstrekken van de subsidie een steunmaatregel vormt in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt;

    • d.

      er voor het indienen van de aanvraag reeds een begin is gemaakt met de uitvoering van het desbetreffende project

    • e.

      de subsidie niet of in onvoldoende mate besteed zal worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • f.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met het bepaalde bij of krachtens de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • g.

      de subsidieverstrekking niet past binnen de beleidsdoelen van de gemeente en hogere overheden op het gebied van verduurzaming van de glastuinbouw;

    • h.

      gegronde vrees bestaat dat de betrokkenen het project niet kunnen financieren;

    • i.

      de subsidie wordt aangewend om een onderneming op te zetten of te starten;

    • j.

      indien er reden bestaat om aan te nemen dat het project niet voor 31 december 2015 financieel en inhoudelijk kan worden afgerond.

  • 2. Het college kan tevens subsidie weigeren indien naar het oordeel van het college op een andere wijze in de activiteiten toereikend kan worden voorzien.

Hoofdstuk 2 Aanvraag en beslissing op de aanvraag

Artikel 8 Aanvragen om subsidie

  • 1. Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk ingediend met gebruikmaking van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a.

      een gespecificeerde begroting;

    • b.

      een projectplan met doelstellingen;

    • c.

      de beoogde effecten van het project en de activiteiten; en,

    • d.

      indien van toepassing, van een overeenkomst, waarin de samenwerking tussen de deelnemers in het samenwerkingsverband dan wel de uitbesteding van activiteiten is geregeld;

    • e.

      andere bescheiden, overeenkomstig hetgeen in het formulier is vermeld;

    • f.

      een de-minimisverklaring (staatssteun).

  • 3. Indien de aanvraag een project betreft dat wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband, fungeert één van de deelnemers als penvoerder en dient deze penvoerder de aanvraag mede namens de andere deelnemers in.

  • 4. Maximaal 1 aanvraag per ondernemer/instelling/samenwerkingsverband. Van deze regeling kan door het college worden afgeweken op basis van een gemotiveerd advies van de adviescommissie.

Artikel 9 Subsidieverlening

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om subsidie pas nadat zij hierover een advies heeft ontvangen van de adviescommissie.

  • 3. Subsidieverlening voor projecten geschiedt op volgorde van ontvangst, met dien verstande dat indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften als datum van ontvangst geldt. Het maximaal subsidiabele bedrag wordt verdeeld op basis van de ontvangstdatum van ingekomen verzoeken voor subsidie voor projecten zoals omschreven in artikel 2, lid 3 van deze verordening, tot het subsidieplafond is bereikt. Het college bepaald bij de toekenning van een subsidiebijdrage het maximum van de te verstrekken bijdrage.

  • 2. Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag ontvangt, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 10 Overige doelgebonden verplichtingen

Het college kan naast de standaardverplichtingen zoals bedoeld in artikel 4:37 Awb ook doelgebonden verplichtingen opleggen zoals bedoeld in artikel 4:38 Awb.

Artikel 11 Bijhouden gegevens

  • 1. De subsidieontvanger houdt een inzichtelijke en controleerbare administratie bij met betrekking tot uitvoering van het project en de in verband daarmee gedane uitgaven en verworven inkomsten. De administratie bestaat uit een projectadministratie en een financiële administratie, waarin alle noodzakelijke gegevens tijdig, juist en volledig zijn vastgelegd en zijn te verifiëren met bewijsstukken. Zo dienen op alle facturen en overige bewijsstukken duidelijk de projectnaam en opdrachtgever vermeld te staan, zoals in het projectplan opgenomen.

  • 2. De subsidieontvanger voldoet aan de financiële en inhoudelijke bepalingen zoals opgenomen in de beschikking(en) en de uitvoeringsregeling regiocontract Stadsregio Arnhem Nijmegen 2012-2015,

  • 3. De subsidieontvanger dient zijn administratie tot vijf jaar na de datum waarop de subsidie wordt vastgesteld te bewaren.

Artikel 12 Tussentijdse verantwoording

  • 1. De subsidieontvanger brengt steeds na afloop van een periode van zes maanden, doch uiterlijk 1 november 2015 aan het college schriftelijk verslag uit omtrent de uitvoering van het project of activiteit, meer specifiek de inhoudelijke en financiële voortgang. Verder dient de aanvrager een planning van activiteiten en uitgaven voor de komende periode in te dienen.

  • 2. De subsidieontvanger brengt desgevraagd aan het college verslag uit omtrent de toepassing van de resultaten van het project.

  • 4. Het college kan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot het geven van bekendheid aan het project of activiteit en de resultaten ervan. Zo dient bij alle communicatie-uitingen (website, drukwerk, bouwborden, etc.) het logo van de provincie Gelderland en het logo van de gemeente Lingewaard vermeld te worden en medegedeeld te worden, dat het project mede tot stand is gekomen dankzij financiering van de provincie Gelderland

    Ten behoeve van haar financiële en inhoudelijke verslaglegging en administratieve verplichtingen aan de stadsregio Arnhem Nijmegen worden aan de gemeente kopie exemplaren van alle nota’s verstrekt, die betrekking hebben op het project/de activiteit.

Artikel 13 Surseance van betaling of faillietverklaring

De subsidieontvanger doet onverwijld mededeling aan het college van een verzoek tot verlening van surseance van betaling aan of faillietverklaring van hem bij de rechtbank.

Hoofdstuk 4. Subsidievaststelling

Artikel 14 Aanvraag subsidievaststelling

  • 1. De subsidieontvanger dient zijn aanvraag om subsidievaststelling in bij het college binnen vier weken na afloop van het project, zoals in de verlening is omschreven.

  • 2. De aanvraag om subsidievaststelling wordt ingediend met gebruikmaking van het door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 3. De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a.

      een eindverslag omtrent de uitvoering en de resultaten van het project;

    • b.

      een gespecificeerde kostenoverzicht met facturen en betalingsbewijzen met duidelijke vermelding van de projectnaam;

    • c.

      overige bescheiden overeenkomstig hetgeen in het formulier is vermeld.

Artikel 15 Besluit tot subsidievaststelling en betaling

Het college wordt voorafgaand aan het besluit tot vaststelling in de gelegenheid gesteld een controle ter plaatse uit te voeren.

Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking volgend op de dag van bekendmaking.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Subsidieverordening verduurzaming glastuinbouw Lingewaard 2014-2015’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van.12 juni 2014.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
Th.G.L. Greep, M.H.F.Schuurmans-Wijdeven

Toelichting op de Subsidieverordening verduurzaming glastuinbouw Lingewaard 2014.

Algemeen.

Inleiding

In de kadernotitie duurzaamheid is verwoord dat de gemeente Lingewaard inzet op een toekomstige ontwikkeling van de gemeente waarin de visie, ambitie en doelen zijn omschreven voor een “duurzaam” Lingewaard. ‘ Het behoud van de aarde voor toekomstige generaties is een belangrijk aspect van duurzaamheid. Maar duurzaamheid gaat verder dan milieu alleen. Lingewaard hanteert drie dimensies van duurzaamheid: Het ecologische aspect, het sociale aspect en het economische aspect[1].  Deze verordening heeft betrekking op de groene economie.

De Subsidieverordening verduurzaming glastuinbouw Lingewaard 2014-2015 vormt samen met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het juridische kader voor het verstrekken van subsidies op het gebied van duurzaamheid in de glastuinbouwsector. De Awb geeft algemene regels voor subsidieverlening en -vaststelling. De verordening volgt het uit de Awb volgende systeem van aanvraag van de subsidie, de verlening van de subsidie, de realisatie van het project en vaststelling van de subsidie. De definitie van subsidie is gegeven in artikel 4:21 van de Awb. Enkele andere specifieke termen die in deze verordening worden gehanteerd, zoals beschikking, subsidieplafond, subsidieverlening en subsidievaststelling zijn eveneens in die wet nader gegeven. De termen die geen algemene strekking hebben worden gedefinieerd in de verordening. Omdat het middelen betreft, die vanuit de provincie c.q. de stadsregio Arnhem Nijmegen specifiek aan de gemeente ter beschikking heeft gesteld onder het zogenoemde regiocontract voor de verduurzaming van de glastuinbouwsector is gekozen voor een afzonderlijke subsidieverordening voor duurzaamheid in de glastuinbouwsector.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Hierin zijn de definities opgenomen die in deze verordening worden gehanteerd en toegepast.

Artikel 2

Hierin wordt de doelstelling en reikwijdte van de verordening omschreven.

Artikel 3

Dit artikel geeft aan dat het college belast is met de uitvoering van de verordening.

Zoals hiervoor al is beschreven, is het de bevoegdheid van de raad om kaders te stellen en te controleren. Door de kaderstelling bepaalt de raad de doelstellingen en de resultaten die moeten worden bereikt. Het college heeft de taak om aanvragen te beoordelen en de subsidies te verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan doelstellingen van het gemeentelijk duurzaamheidsbeleid. Verder legt het college verantwoording af over de uitvoering, maar dat is al wettelijk geregeld en daarom is daarover geen bepaling in deze verordening opgenomen.

Artikel 4

Dit artikel beschrijft de basis en werkwijze van de onafhankelijke adviescommissie. De commissie zal de aanvragen voor een project op volgorde van binnenkomst beoordelen. Het college regelt de samenstelling en de werkwijze van de commissie. Zie tevens de toelichting bij artikel 9.

Artikel 5

Artikel 5 regelt het subsidieplafond.

Artikel 6

Artikel 7

Dit artikel geeft een aantal gronden weer waarop de subsidieaanvraag in ieder geval wordt afgewezen. Projecten of initiatieven waarvan op voorhand gerede twijfel bestaat of zij wel uitgevoerd, gerealiseerd of gefinancierd kunnen worden, komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 8

Het aanvraagformulier wordt op de website van de gemeente Lingewaard gepubliceerd.

Daarnaast wordt aangegeven welke bijlagen nodig zijn voor een beoordeling van de aanvraag.

Artikel 9

Uit dit artikel volgt dat bij subsidieaanvragen voor projecten de termijn waarbinnen een beschikking wordt afgegeven, de dag waarop de aanvraag compleet is als startdatum wordt genomen.

De adviescommissie adviseert over de ingediende aanvragen.

Artikel 10

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting

Artikel 11, 12 en 13.

In deze artikelen worden de algemene verplichtingen met betrekking tot de uitvoering van het project vastgesteld. De subsidieontvanger is verplicht om op voorhand om ontheffing te vragen indien het project vertraagt, essentieel wordt gewijzigd of wordt stopgezet. Het verzoek om ontheffing dient deugdelijk te worden gemotiveerd. In de regel zal geen ontheffing worden verleend voor situaties die geheel zijn te wijten aan de subsidieontvanger.

Tevens worden de algemene verplichtingen met betrekking tot de uitvoering van het project vastgesteld. De subsidieontvanger is verplicht om op voorhand om ontheffing te vragen indien het project vertraagt, essentieel wordt gewijzigd of wordt stopgezet. Het verzoek om ontheffing dient deugdelijk te worden gemotiveerd. In de regel zal geen ontheffing worden verleend voor situaties die geheel zijn te wijten aan de subsidieontvanger.

De subsidieontvanger dient iedere zes maanden een halfjaarrapportage te overleggen. Ook kan de subsidieontvanger door het college worden gevraagd om de resultaten van het project openbaar te maken.

Artikel 14

Indien voor een subsidieontvanger een verzoek tot verlening van surcéance van betaling aan of faillietverklaring van hem bij de rechtbank is ingediend, dient de subsidieontvanger het college daarvan onverwijld in kennis te stellen. Het college is bevoegd om op grond van artikel 4:48 Awb aan een dergelijke melding de consequentie te verbinden een subsidieverlening in te trekken of ten nadele van de subsidieontvanger te wijzigen.

Artikel 15

De subsidieontvanger ontvangt de subsidiebijdrage pas na afronding en verantwoording van het project/activiteit.

Artikel 16

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking nadat deze na vaststelling door de raad is bekendgemaakt via wwww.officielebekendmakingen.nl.

[1] Artikel 6 regelt de indieningsperiode.