VERORDENING COMMISSIE MONUMENTEN EN CULTUURHISTORIE LINGEWAARD 2007

Geldend van 03-10-2007 t/m heden

De raad van de gemeente Lingewaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 mei 2007;

gehoord de rondetafelbijeenkomst d.d. 13 juni 2007;

gelet op het bepaalde in artikel 15 derde lid Monumentenwet 1988, de Gemeentewet en de Monumentenverordening Lingewaard 2007;

besluit:

vast te stellen:

DE VERORDENING COMMISSIE MONUMENTEN EN CULTUURHISTORIE LINGEWAARD 2007

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    de commissie: de commissie Monumenten en Cultuurhistorie;

  • b

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard;

  • c

    de gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Lingewaard;

  • d

    cultuurhistorische waarden: objecten of structuren van historisch bouwkundige, archeologische en/of historisch-geografische waarde en/of landschapshistorische (geomorfologische) elementen.

Artikel 2 Taak

De commissie heeft als taak het college op verzoek of uit eigener beweging te adviseren over:

  • 1

    beleidsmatige aspecten met betrekking tot de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Monumentenverordening Lingewaard 2007, de Subsidieverordening monumenten en cultuurhistorische waarden Lingewaard 2007 en aangelegenheden die van belang zijn voor het monumenten- en cultuurhistorisch beleid;

  • 2

    de aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument of als beschermd gemeentelijk dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenverordening Lingewaard 2007;

  • 3

    de aanwijzing als beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988;

  • 4

    de aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988

  • 5

    intrekking en/of wijziging van de verordening zoals bedoeld in artikel 15 derde lid Monumentenwet 1988.

Artikel 3 Samenstelling en lidmaatschap

  • 1

    De commissie bestaat uit tenminste 5 en ten hoogste 8 leden, waaronder de voorzitter.

  • 2

    De leden van de commissie zijn onafhankelijk ten opzichte van het gemeentebestuur.

  • 3

    De leden van de commissie worden benoemd en ontslagen door het college.

  • 4

    Het college houdt er bij de benoeming rekening mee dat:

    • a

      tenminste 5 leden deskundig zijn op het gebied van lokale (bouw)historie, architectuur/bouwhistorie, bouwkunde, restauraties, archeologie, stedenbouw en/of landschapsarchitectuur;

    • b

      per aangegeven deskundigheid maximaal twee leden kunnen worden aangewezen;

    • c

      de binnen de gemeente Lingewaard actieve Historische Kringen in ieder geval gezamenlijk met 1 lid vertegenwoordigd zijn.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1

    De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en plaatsvervanger.

  • 2

    De voorzitter heeft in de commissie stemrecht.

Artikel 5 Lidmaatschap commissie Welstand en Monumenten

De commissie draagt uit haar midden één lid voor aan het college ter benoeming als lid van de op basis van de Bouwverordening Lingewaard 2007 ingestelde commissie Welstand en Monumenten.

Artikel 6 Ambtelijk secretaris

  • 1

    De commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris of zijn plaatsvervanger.

  • 2

    Het college wijst de ambtelijk secretaris en plaatsvervangend secretaris van de commissie aan.

  • 3

    De secretaris is geen lid van de commissie.

Artikel 7 Tekenen van stukken

  • 1

    De stukken van de commissie worden ondertekend door de voorzitter.

  • 2

    De stukken van procedurele aard worden door de secretaris ondertekend. De voorzitter kan de secretaris machtigen bepaalde stukken namens hem te ondertekenen.

Artikel 8 Zittingsduur

  • 1

    De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad. Zij kunnen terstond worden herbenoemd.

  • 2

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3

    De aftredende voorzitter en aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 9 Deskundigen

De voorzitter is uit eigener beweging of daartoe uitgenodigd door de commissie, bevoegd ambtenaren en andere deskundigen uit te nodigen tot het deelnemen aan de vergaderingen van de commissie.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1

    De commissie vergadert minimaal 4 keer per jaar volgens een vooraf vastgelegd vergaderschema en verder zo dikwijls haar voorzitter dit nodig oordeelt of dit door ten minste twee leden aan de voorzitter wordt verzocht.

  • 2

    De agenda en vergaderstukken worden twee weken voor de vergadering aan de leden toegezonden.

  • 3

    Bij gebrek aan agendapunten kan de voorzitter besluiten een vergadering van het vergaderschema te laten vervallen.

  • 4

    De leden die verhinderd zijn een vergadering bij te wonen, geven daarvan zo spoedig als mogelijk kennis aan de secretaris van de commissie.

  • 5

    De commissie vergadert slechts als er tenminste 3 leden waaronder de voorzitter of de plaatsvervangende voorzitter, aanwezig zijn. Wanneer het aantal vereiste leden niet aanwezig is, belegd de voorzitter binnen één week een nieuwe vergadering en stelt de leden daarvan terstond schriftelijk in kennis. In deze laatste vergadering kunnen besluiten genomen worden ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 6

    Besluiten van de commissie worden genomen bij meerderheid van de stemmen. Indien de stemmen staken beslist de voorzitter. De secretaris heeft een adviserende stem.

  • 7

    Het advies van de commissie aan het college bevat tevens de zienswijze van de minderheid indien deze daarom verzoekt.

  • 8

    De commissie vergadert en besluit in het openbaar.

Artikel 11 Verslaglegging en advisering

  • 1

    Het in de commissievergadering behandelde wordt neergelegd in een door de secretaris opgemaakt samenvattend en zakelijk verslag.

  • 2

    De commissie brengt ieder jaar een verslag van haar werkzaamheden uit aan de gemeenteraad.

  • 3

    De commissie brengt haar schriftelijk advies over de aanwijzing van een gemeentelijk en/of rijksmonument uit binnen 8 weken nadat door of namens het college daarom is verzocht.

  • 4

    De commissie brengt haar schriftelijk advies over de aanwijzing van een beschemd stads- en dorpsgezicht zoals bedoeld in artikel 35 Monumentenwet 1988 uit binnen 6 weken nadat door of namens het college daarom is verzocht.

Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening kan worden aangehaald als “verordening commissie Monumenten en Cultuurhistorie Lingewaard 2007”.

  • 2

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 28 juni 2007.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Th.G.L. Greep H.H. de Vries

Toelichting

I ALGEMENE TOELICHTING

Naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen met betrekking tot de Monumentenlijst Gendt en het advies van de Monumentencommissie van 15 januari 2007 heeft het college besloten de mogelijkheden te onderzoeken om te komen tot:

  • a

    Een snellere afhandeling van aanvragen voor de monumenten- en/of bouwvergunning en,

  • b

    een meer beleidsmatige taakinvulling van de Monumentencommissie.

Op verzoek van het college heeft het Gelders Genootschap de notitie Integrale welstand- en monumentenadvisering Lingewaard opgesteld. In haar vergadering d.d. 28 maart 2007 heeft de Monumentencommissie deze notitie besproken en haar voorkeur uitgesproken voor de daarin opgenomen optie 1: integrale commissie tevens monumentencommissie voor wijzigingsplannen. Zulks betekent dat de Monumentencommissie haar voorkeur uitspreekt voor het, naast de bestaande Monumentencommissie, instellen van een integrale commissie Welstand en Monumenten. Deze nieuwe commissie Welstand en Monumenten vormt, wat betreft de behandeling van aanvragen voor monumentenvergunning en bouwplannen, wettelijk gezien zowel de welstandscommissie als de monumentencommissie. Dat betekent dat de eindverantwoordelijkheid voor de welstands- en monumentenadviezen bij deze integrale commissie komt te liggen. Hierdoor ontstaat voor de huidige monumentencommissie de ruimte om invulling te geven aan haar adviserende rol met betrekking tot beleidsmatige aspecten van het monumenten- en het cultuurhistorische beleid.

In de Monumentenverordening Lingewaard 2007 wordt aangegeven in welke gevallen het college de commissies met betrekking tot gemeentelijke monumenten om advies dient te verzoeken.De taken, samenstelling en werkwijze van de integrale commissie Welstand en Monumenten worden geregeld door middel van de Bouwverordening Lingewaard 2007.

Deze verordening regelt de taken, samenstelling en werkwijze van de beleidscommissie Monumenten en Cultuurhistorie (voorheen de Monumentencommissie).

De nummering en formulering van deze verordening is opgesteld en zoveel mogelijk in overeenstemming met de Aanwijzingen voor de decentrale regelgeving van de VNG.

Op grond van artikel 3:9a Awb is afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuurecht tevens van toepassing op voorstellen van wet. Volgens de toelichting bij dit artikel betekent deze bepaling voor de lagere overheden dat op alle voorstellen voor regelingen en verordeningen zij rechtstreeks vallen onder de werking van afdeling 3.3 Awb. Op grond van de verplichting van artikel 3:8 Awb wordt dan ook vermeldt dat de conceptversie van deze verordening is opgesteld door de mevr. mr. P. Nijhoff van Buro Langhenkel Noord bv te Zwolle in nauwe samenwerking met afdeling BWM van de gemeente Lingewaard.

II TOELICHTING PER ARTIKEL

Artikel 1

De naam van de commissie maakt duidelijk dat de adviserende rol van de commissie niet enkel beperkt blijft tot het gebouwde historisch erfgoed (monumenten) maar dat haar adviserende rol betrekking heeft op alle cultuurhistorische waarden binnen de gemeente Lingewaard.

Artikel 2

Het uitbrengen van adviezen inzake de monumentenvergunning en/of bouwvergunning voor gemeentelijke en rijksmonumenten is een taak die voorbehouden is aan de integrale commissie Welstand en Monumenten. In alle andere gevallen is de adviserende taak voorbehouden aan de commissie Monumenten en Cultuurhistorie.

Lid 5

In artikel 12 van de Monumentenverordening Lingewaard 2007 wordt bepaald dat de adviserende taak inzake de monumentenvergunning als bedoeld in artikel 15 eerste lid Monumentenwet 1988 voorbehouden is aan de commissie Welstand en Monumenten. Het intrekken en/of wijzigen van de verordening als bedoeld in artikel 15 derde lid Monumentenwet 1988 (de Monumentenverordening Lingewaard 2007) betreft echter een meer beleidsmatige aangelegenheid. Het is om die reden dat lid 5 van deze verordening expliciet bepaalt dat in dat geval de adviserende taak voorbehouden is aan de commissie Monumenten en Cultuurhistorie.

Artikel 3

Lid 3

Het is gebruikelijk binnen het huidige dualistische stelsel dat het college zelf de leden benoemt van de commissies die haar van advies dienen.

Lid 4

Bij de benoeming van commissieleden wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van de gewenste deskundigheden. Vertegenwoordiging van binnen de gemeente Lingewaard actieve Historische Kringen is onontbeerlijk omdat zij specifieke deskundigheid bezitten met betrekking tot lokale cultuurhistorische aspecten. Het is gewenst dat alle historische kringen vertegenwoordigd zijn binnen de commissie. De gemeente realiseert zich echter terdege dat dit een grote belasting kan vormen voor de binnen de Historische Kringen actieve vrijwilligers. Het is niet ondenkbaar dat het realiseren van een directe vertegenwoordiging van álle historische kringen in de commissie in de praktijk niet haalbaar blijkt. Om die reden is bepaald dat men in ieder geval gezamenlijk met één lid vertegenwoordigd is. Op deze manier wordt de Historische Kringen de mogelijkheid geboden om de vertegenwoordiging onderling te regelen om eventuele capaciteitsproblemen op te vangen.

Artikel 4

Geen toelichting nodig.

Artikel 5

Uit het midden van de commissie dient één lid voorgedragen te worden zodat deze benoemd kan worden als lid van de commissie Welstand en Monumenten. Op deze wijze wordt de door de commissie gewenste vertegenwoordiging in de commissie Welstand en Monumenten zeker gesteld. Het is de bedoeling dat deze afgevaardigde zaken welke in de commissie Welstand en Monumenten aan de orde gesteld worden welke ook de commissie Monumenten en Cultuurhistorie aangaan terugkoppelt en eventueel ter bespreking voorlegt.

Artikel 6

Lid 1

De ambtelijk secretaris dient de commissie te ondersteunen bij het uitvoeren van haar taken. Dit betekent dat hij ondermeer verantwoordelijk is voor de (inhoudelijke) voorbereiding van de vergaderingen, het opstellen van adviezen van de commissie en het tijdig verzenden van stukken.

Lid 3

De secretaris is geen lid en heeft dus geen stemrecht.

Artikel 7

Geen toelichting nodig.

Artikel 8

Geen toelichting nodig.

Artikel 9

Geen toelichting nodig

Artikel 10

Lid 5

Voor het uitbrengen van adviezen aan het college is vaak aan termijnen gebonden. Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat het uitbrengen van adviezen ernstige vertraging ondervindt doordat onvoldoende leden aanwezig zijn.

Artikel 11

Lid 2

Deze bepaling is opgenomen in verband met de controlerende rol die de gemeenteraad binnen het dualistische stelsel ten opzichte van het college vervult.

Artikel 12

Lid 2

Binnen deze termijn van 6 weken kan het college zorg dragen voor de benoeming van de leden zodat ten tijde van de inwerkingtreding van de verordening de commissie Monumenten en Cultuurhistorie operationeel is.