Regeling vervallen per 06-09-2016

Verordening Commissie Ruimte en Infrastructuur

Geldend van 23-02-2006 t/m 05-09-2016

Intitulé

Verordening Commissie Ruimte en Infrastructuur

De raad van de gemeente Lisse;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.25 januari 2006, gelet op het bepaalde in artikel 84 van de Gemeentewet en de Algemene wet Bestuursrecht;

Besluit:

Vaststellen van de Verordening Commissie Ruimte en Infrastructuur.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepaling

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: de Commissie Ruimte en Infrastructuur;

  • b.

    lid: lid van de commissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de commissie;

  • d.

    commissiegriffier: secretaris van de commissie;

  • e.

    vergadering: vergadering van de commissie;

  • f.

    raad: gemeenteraad van Lisse;

  • g.

    college: college van burgemeester en wethouders van Lisse.

Hoofdstuk 2 Taken en samenstelling

Artikel 2 Taken

De commissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het maken en beoordelen van plannen met betrekking tot de ontwikkeling van de ruimtelijke inrichting van het dorp, alsmede van de daarmee samenhangende infrastructuur;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad omtrent het doorvoeren van deze zaken.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit één lid van elke politieke groepering, voorzover die politieke groepering vertegenwoordigd is in de gemeenteraad.

  • 2.

    Daarnaast kan de commissie uit extra leden bestaan (maximaal 2 per fractie), afgevaardigd door fracties die met vier of meer leden vertegenwoordigd zijn in de gemeenteraad.

  • 3.

    De in het eerste lid genoemde leden van de politieke groeperingen worden door de raad op voordracht van deze groeperingen benoemd.

  • 4.

    Er worden voor elk lid plaatsvervangende leden benoemd.

  • 5.

    De leden van de commissie en hun plaatsvervangers behoeven geen lid van de gemeenteraad te zijn; zij dienen echter wel op de groslijst van de fractie voor te komen.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter wordt door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    De voorzitter is lid van de commissie.

Artikel 5 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 3.

    De commissie kan de voorzitter ontslaan.

  • 4.

    Een lid kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad.

  • Het

    ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als zijn opvolger is benoemd.

  • 5.

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van de artikelen 3 en 4.

Artikel 6 Commissiegriffier

  • 1.

    Ter ondersteuning van de commissie fungeert een door het college aangewezen ambtenaar als commissiegriffier. De raad en het college beslissen in overleg welke ambtenaar deze functie vervult.

  • 2.

    De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3.

    De gemeentesecretaris en de raadsgriffier kunnen in iedere vergadering aanwezig zijn.

Artikel 7 Aanwezigheid college en burgemeester

  • 1.

    De voorzitter kan de burgemeester en/of een of meer wethouders uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn om overleg te voeren en/of aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2.

    Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn om overleg te voeren en/of wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.

  • 3.

    De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

  • 4.

    De commissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat de burgemeester en/of een of meer wethouders niet in de vergadering aanwezig mogen zijn of overleg mogen voeren en/of aan de beraadslagingen mogen deelnemen.

Hoofdstuk 3 Vergaderingen

Artikel 8 Vergaderfrequentie

  • 1.

    De commissie vergadert volgens een door de commissie op te stellen vergaderschema.

  • 2.

    De commissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of ten minste de helft van het aantal leden aan de voorzitter met opgaaf van redenen daarom verzoekt.

Artikel 9 Openbaarheid van vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie worden in het openbaar gehouden, behoudens het bepaalde in het tweede lid.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie een besloten vergadering beleggen.

Artikel 10 Oproep en agenda

  • 1.

    De voorzitter zendt tijdig voor de vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

Artikel 11 Opening vergadering en quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde tijdstip, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter dag en uur van de volgende vergadering.

Artikel 12 Besluitenlijst

  • 1.

    De conceptbesluitenlijst van de voorgaande vergadering worden aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep.

  • 2.

    Bij het begin van de vergadering wordt de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

Artikel 13 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt dat een voorstel of onderwerp voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten beslist de commissie, met inachtneming van het bepaalde in lid 3, of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Een advies wordt aan de raad uitgebracht nadat eerst het college in de gelegenheid is gesteld op het ontwerp-advies te reageren. De reactie van het college wordt in het advies aan de raad verwerkt.

  • 4.

    Indien de commissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

Artikel 14 Geheimhouding

  • 1.

    De commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd.

  • 2.

    De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

  • 3.

    Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van de commissie, het college en de burgemeester, ieder ten aanzien van stukken die hij aan de commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, haar opheft.

  • 4.

    De verplichting tot geheimhouding geldt niet ten overstaan van de leden van de gemeenteraad, tenzij de commissie dit in strijd acht met het openbaar belang. De leden van de gemeenteraad nemen ter zake van het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt, eveneens geheimhouding in acht.

  • 5.

    Indien de commissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de gemeenteraad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen, totdat de gemeenteraad haar opheft.

Artikel 15 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal 30 minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 3.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 4.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 5.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.

De voorzitter of een lid van de commissie doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Hoofstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 16 Opheffing commissie

De commissie wordt opgeheven als de raad daartoe besluit.

Artikel 17 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 18 Intrekking oude verordening

De Verordening Commissie Ruimte en Infrastructuur, vastgesteld op 23 juni 2005, wordt ingetrokken.

Artikel 19 Naam en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Commissie Ruimte en Infrastructuur.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Lisse in zijn openbare vergadering van 23 februari 2006.
B. Blonk mevr. C. Langelaar
griffier voorzitter