Regeling vervallen per 01-01-2017

Regeling Functionerings- en Persoonlijk Ontwikkelingsgesprekken

Geldend van 14-03-2011 t/m 31-12-2016

Intitulé

Regeling Functionerings- en Persoonlijk Ontwikkelingsgesprekken

Regeling Functionerings- en Persoonlijk Ontwikkelingsgesprekken

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Medewerker:De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR.

  • b

    Leidinggevende:De hiërarchisch leidinggevende van de medewerker.

  • c

    Naast hogere leidinggevende:De hiërarchisch leidinggevende van de leidinggevende.

  • d

    Personeelsadviseur:De personeelsadviseur is behulpzaam bij een juiste hantering van deze regeling. Ook heeft hij/zij als taak leidinggevende(n) en medewerker(s) bij te staan en het geven van gevraagd en ongevraagd advies in het kader van de in deze regeling genoemde gesprekken.

  • e

    Functioneren:Het geheel aan prestaties en gedragingen van de medewerker tijdens de uitoefening van zijn functie. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden in:

    • -

      Functie-inhoud: het geheel aan werkzaamheden, waarmee de medewerker tijdens een functioneringstijdvak feitelijk is belast;

    • -

      Gedragingen: aspecten van het arbeidsgedrag die van belang zijn voor het oordeel over het functioneren en de ontwikkeling van de medewerker.

  • f

    Functioneringstijdvak:De periode waarover het functioneren en daarmee de ontwikkeling van de medewerker geëvalueerd wordt. (in beginsel één kalenderjaar).

  • g

    Persoonlijk ontwikkelingsplan:Het plan voor iedere medewerker dat de leidinggevende samen met de medewerker minimaal een keer per drie jaar opstelt.

  • h

    Het functioneringsgesprek:Het gesprek waarin de leidinggevende en de medewerker het functioneren van de medewerker bespreken op basis van gelijkwaardigheid.

  • i

    Competenties:In gedragsmatige termen beschrijven competenties de eisen voor succesvol functioneren en zijn daarmee gerelateerd aan de functie.

Artikel 2 Doel van de gesprekken

Lid 1

Het doel van het Functionerings en POP gesprekken is tweeledig:

  • 1

    Het verbeteren van de motivatie van de medewerker;

  • 2

    Het verbeteren van de kwaliteit van de producten of diensten;

Daartoe zijn de gesprekken gericht op:

  • a

    het bevorderen van het optimaal functioneren van de medewerker, dit betekent dat eventuele knelpunten opgespoord en opgelost moeten worden;

  • b

    het maken van een inventarisatie van de ontwikkelingsmogelijkheden van de medewerker op de middellange en lange termijn, ten behoeve van het persoonlijk ontwikkelingsplan van de medewerker (POP);

  • c

    het inspireren van de medewerker tot het nadenken over de verrichte prestaties en over de daaraan gekoppelde geschiktheid en groeimogelijkheden;

  • d

    het bereiken van overeenstemming tussen de zelfinschatting van de medewerker en het oordeel van de leidinggevende.

De inhoud van de gesprekken

Lid 2

De functioneringsgesprekken hebben betrekking op de resultaten van de medewerker en leidinggevende:

  • a

    het functioneren van de medewerker;

  • b

    de omstandigheden waaronder hij functioneerde;

  • c

    het verbeteren van die omstandigheden;

  • d

    de ontwikkelingsmogelijkheden van de medewerker;

  • e

    de ambities van de medewerker binnen de context van de organisatie.

Lid 3

In het functioneringsgesprek probeert de medewerker samen met zijn leidinggevende de resultaten van het functioneren in de toekomst te optimaliseren.

Lid 4

De popgesprekken resulteren in een loopbaanplan. Dat is gericht op de ontwikkeling van de medewerker op middellange termijn. Het heeft betrekking op de situatie in of buiten de organisatie.

Artikel 3 Frequentie

Lid 1

Minimaal één keer per kalenderjaar vindt een functioneringsgesprek plaats tussen de medewerker en zijn leidinggevende. Minimaal één maal per drie jaar stelt de leidinggevende een Persoonlijk Ontwikkelingsplan op. Ieder jaar wordt in het functioneringsgesprek het geldende POP geëvalueerd.

Lid 2

Een functioneringsgesprek kan verder op elk moment plaatsvinden, wanneer leidinggevende en/of medewerker dit noodzakelijk achten.

Lid 3

Het functioneringsgesprek vindt in ieder geval plaats, binnen drie maanden:

  • a

    na indiensttreding;

  • b

    na benoeming in een andere interne functie;

  • c

    na een ingrijpende verandering van de bestaande functie.

Artikel 4 Voorbereiding

Lid 1

Op verzoek van de medewerker en/of de leidinggevende kan een personeelsadviseur en/of de naast hogere leidinggevende bij het gesprek aanwezig zijn.

Lid 2

Minimaal twee weken voor aanvang van het gesprek, stemmen de leidinggevende en medewerker met elkaar af welke onderwerpen zij zullen bespreken. Zij hanteren het formulier functioneringsgesprek als leidraad. Voor het POP gesprek is er een onderdeel op het formulier.

Artikel 5 De inhoud van Functionerings- en POP gesprek

In het gesprek komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • a

    de inhoud van de functie aan de hand van de functiebeschrijving en competenties;

  • b

    beleving medewerker van de functie en de werksituatie;

  • c

    relatie met collega’s /bestuurders;

  • d

    relatie medewerker leidinggevende;

  • e

    wensen medewerker op middellange en lange termijn;

  • f

    relatief sterke punten met het oog op huidige of toekomstige functie;

  • g

    relatief zwakke punten met het oog op verbetermogelijkheden;

  • h

    realistische functiemogelijkheden op korte en lange termijn;

  • i

    opmerkingen naar aanleiding van de kerncompetenties;

  • j

    welke factoren beïnvloeden de prestaties van de medewerker negatief of positief.

    • -

      kennis,vaardigheden en taakopvatting van de medewerker

    • -

      rolvervulling leidinggevende

    • -

      onder-en of overbezetting, onregelmatige dienst, overwerk

    • -

      beloning

    • -

      ziekte

    • -

      prive´problemen/thuissituatie

    • -

      (re)organisatie van het werk)

  • k

    conclusies en afspraken ten behoeve van de POP.

Artikel 6 Doel en aanwending van de formulieren Functionerings- en POP gesprekken

Lid 1

Zowel in het functioneringsgesprek als in het POP- gesprek wordt gebruik gemaakt van het formulier Functionerings- en POP-gesprek waarvan het model door burgemeester en wethouders van Lisse is vastgesteld.

Lid 2

De leidinggevende vult de formulieren functionerings- en POP gesprekken binnen een dag na het functionerings (en POP) gesprek volledig in. De medewerker tekent binnen een week voor akkoord of voor gezien. Ook mogelijke andere deelnemers aan de gesprekken moeten worden vermeld.

Lid 3

Het afdelingshoofd bewaart het formulier functioneringsgesprek. Het formulier van het POP gesprek wordt opgenomen in het personeelsdossier van de medewerker.

Artikel 7 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kunnen burgemeester en wethouders van de gemeente Lisse een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Lid 1

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling Functionerings- en Persoonlijke Ontwikkelingsgesprekken gemeente Lisse 2005”

Lid 2

Deze regeling treedt met ingang van 2 augustus 2005 in werking.

Regeling Functionerings- en Persoonlijk Ontwikkelingsgesprekken

Inhoud

De leidinggevende houdt in principe per kalenderjaar een gesprek met je waarin je functioneren en je Persoonlijk Ontwikkelingsplan aan de orde komen. Beide gespreksonderdelen bevorderen je functioneren en je persoonlijke ontwikkeling.

Frequentie

In beginsel vindt dit gesprek eenmaal per kalenderjaar plaats. Uiteraard heb je de mogelijkheid om ook gedurende het jaar een functionerings- en POPgesprek aan te vragen.Dit geldt ook voor de leidinggevende als hij dit noodzakelijk vindt.

Het gesprek

Het functioneringsgesprek geeft inzicht in de wijze waarop je functioneert. Samen met de leidinggevende bespreek je hoe je in de toekomst nog beter kunt functioneren. Ook kijk je samen naar waar je ambities en ontwikkelmogelijkheden liggen. In het POPgesprek staat jouw ontwikkeling op middellange termijn centraal. Het heeft betrekking op de situatie in of buiten de organisatie. Minimaal eens in de drie jaar stel je samen met de leidinggevende een Persoonlijk Ontwikkelingsplan op. In het jaarlijkse gesprek wordt de POP geëvalueerd.

Werkwijze

Minimaal twee weken voor aanvang van het gesprek stem je met de leidinggevende af welke onderwerpen centraal staan in het gesprek. Het formulier functioneringsgesprekken vormt hierbij de leidraad. Voor het POPgesprek is er een onderdeel gereserveerd op het formulier.Zaken die jullie in het functionerings- en POPgesprek bespreken, zijn ondermeer: de inhoud van de functie, beleving van de functie en de werksituatie, de relatie met collega’s, wensen op middellange en lange termijn en de afspraken ten behoeve van de POP. Binnen een week na het gesprek krijg je de door de leidinggevende ingevulde formulieren Functionerings- en POPgesprekken. Dit teken je voor akkoord of voor gezien.

Meer informatie over deze regeling kun je vinden in de Regeling Functionerings- en Persoonlijk Ontwikkelingsgesprekken gemeente Lisse 2005.