Regeling vervallen per 19-10-2017

Handhavingsverordening 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 18-10-2017

Intitulé

HANDHAVINGSVERORDENING 2015

De raad van de gemeente Lochem;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

gelet op de Participatiewet, artikel 8b; Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 35-1-c, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 35-1-c;

gelezen het voorstel van het college d.d. 16 september 2014

Overwegende dat het ter voorkoming van oneigenlijk gebruik en misbruik van bijstand, voorzieningen en inkomensvoorzieningen noodzakelijk is om nadere regels op te stellen over de communicatie hierover, fraudepreventie, controle op de rechtmatigheid van en het bestrijden van agressie

b e s l u i t :

vast te stellen de Handhavingsverordening2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1. Begrippen en definities die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wetten, genoemd in artikel 2 onder a tot en met d van deze verordening.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Participatiewet: Participatiewet

    • b.

      Ioaw: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • c.

      Ioaz: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • d.

      Wi: Wet inburgering;

    • e.

      Bijstand: algemene bijstand, bijstand voor zelfstandigen, bijzondere bijstand, verstrekkingen in het kader van de minimaregelingen en langdurigheidstoeslag;

    • f.

      Voorziening: een door het dagelijks bestuur aangeboden voorziening in het kader van artikel 7 lid 1 onder a van de Participatiewet, artikel 34 lid 1 onder a van de Ioaw en Ioaz, of aanbod op grond van artikel 19 van de Wet Inburgering;

    • g.

      inkomensvoorziening: een inkomensvoorziening zoals bedoeld in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • h.

      agressie en geweld: voorvallen waarbij een werknemer van Het Plein psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden, die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid;

    • i.

      belanghebbende: de aanvrager, degene namens wie aangevraagd wordt of ontvanger van bijstand, voorziening of inkomensvoorziening;

    • j.

      uitvoeringsplan: door het dagelijks bestuur vastgestelde uitvoeringsegels die betrekking hebben op deze verordening; ·

    • k.

      bestuur: het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Het Plein;

Hoofdstuk 2 Uitvoeringsplan; communicatie, controle, controlemiddelen en agressie in verband met de Participatiewet, Ioaw, Ioaz en Wi

Artikel 2 Uitvoeringsplan in verband met communicatie, fraudepreventie, controle op de rechtmatigheid en afstemmen van de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening en het voorkomen en bestrijden van agressie

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt een uitvoeringsplan ten behoeve van Het Plein vast, waarin aandacht wordt besteed aan communicatie, fraudepreventie, controle op de rechtmatigheid van de bijstand, voorziening of inkomensvoorziening. In het uitvoeringsplan wordt eveneens de wijze beschreven waarop de afstemming van de bijstand, voorziening of inkomensvoorziening in verband met misbruik en oneigenlijk gebruik uitgevoerd wordt. Eveneens zijn in het uitvoeringsplan regels opgenomen in verband met agressie:

    • a.

      onderdeel van het uitvoeringsplan is de wijze waarop het dagelijks bestuur belanghebbenden informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand, voorziening of inkomensvoorziening zijn verbonden, en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik;

    • b.

      het uitvoeringsplan beschrijft de handhavingsmethodiek en handhavingspraktijk. Hierbij is in ieder geval aandacht voor de rolverdeling tussen de diverse functionarissen die belast zijn met de handhaving, de inrichting van de bij het handhaven betrokken werkprocessen, waarin begrepen het gebruik van formulieren;

    • c.

      het uitvoeringsplan beschrijft de wijze waarop en frequentie waarmee onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstand, voorziening of inkomensvoorziening wordt gedaan;

    • d.

      in het uitvoeringsplan is opgenomen op welke wijze Het Plein agressie en geweld voorkomt en bestrijdt.

Artikel 3 Communicatie en controle bij de aanvraag om bijstand, voorziening, inkomensvoorziening en communicatie en controle tijdens en na de periode dat aanspraak gemaakt wordt op de bijstand, voorziening of inkomensvoorziening.

  • 1. Het dagelijks bestuur beschrijft in het uitvoeringsplan de wijze van communicatie en controle bij de aanvraag, de handelwijze bij inconsistenties in de aanvraag, evenals het gebruik van risicoprofielen bij de beoordeling van de aanvraag.

  • 2. Het dagelijks bestuur beschrijft in het uitvoeringsplan de wijze van communicatie en controle, de handelwijze bij inconsistenties in onderzoeken tijdens en na de periode dat aanspraak gemaakt wordt op de bijstand, voorziening of inkomensvoorziening..

  • 3. In het uitvoeringsplan staan bepalingen opgenomen met betrekking tot het gebruik van risicoprofielen in het kader van onderzoeken tijdens en na de periode dat aanspraak gemaakt wordt op de bijstand, voorziening of inkomensvoorziening.

  • 4. Het dagelijks bestuur voert tijdens en na de periode dat aanspraak gemaakt wordt op de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening (her)onderzoeken uit om de rechtmatigheid te controleren.

  • 5. Tevens worden onderzoeken verricht naar de wederzijdse verplichtingen na beëindiging van de bijstand, voorziening of inkomensvoorziening.

  • 6. De onderzoeken worden uitgevoerd binnen door het dagelijks bestuur in het uitvoeringsplan nader te bepalen termijnen.

Artikel 4 Controlemiddelen

  • 1. Het dagelijks bestuur voert bestandsvergelijkingen uit. Op grond hiervan kunnen de bijstand, voorziening of inkomensvoorziening na verificatie aan veranderde omstandigheden worden aangepast.

  • 2. Het dagelijks bestuur onderzoekt overige signalen, waaronder tips, die relevant zijn voor het recht op bijstand, voorziening of inkomensvoorziening.

Hoofdstuk 3 Gevolgen bij fraude

Artikel 5 Afstemming van de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening

Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening, stemt het dagelijks bestuur de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening af conform wat hierover is bepaald in de Maatregelenverordening 2015, de verordening Wet inburgering en het uitvoeringsplan, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand, inkomensvoorziening of voorziening.

Artikel 6 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 5 van deze verordening leidt tot benadeling van de gemeente, doet het dagelijks bestuur, onverminderd de mogelijkheid de bijstand, inkomensvoorziening of de voorziening af te stemmen en de ten onrechte ontvangen bijstand, inkomensvoorziening of voorziening terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7 Nadere regels

Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot het bepaalde in deze verordening.

Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen, die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 9 Evaluatie en verantwoording

Het dagelijks bestuur evalueert driejaarlijks het uitvoeringsplan, past het op grond daarvan zo nodig aan en rapporteert daarover aan de gemeenteraad. Zwaarwegende omstandigheden kunnen ertoe leiden dat deze frequentie wordt verhoogd, een en ander ter beoordeling van het dagelijks bestuur.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening en het uitvoeringsplan, indien toepassing van de verordening en het uitvoeringsplan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11 Intrekking oude verordening

De Handhavingsverordening wordt ingetrokken.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Handhavingsverordening 2015.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 oktober 2014
De griffier, De voorzitter,

Toelichting

Algemeen.

In artikel 8 b van de Participatiewet, artikel 35-1-c Ioaw en artikel 35-1-c Ioaz is de verplichting opgenomen om bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand c.a. alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wetten. Met deze verordening wordt daar op hoofdlijnen de invulling aangegeven. Details worden in het door het dagelijks bestuur vast te stellen uitvoeringsplan opgenomen.

De effectiviteit van de in deze verordening opgenomen regels die het onterecht ontvangen, misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand, de inkomensvoorziening of de voorziening moeten voorkomen en bestrijden, wordt verhoogd door die regels in een brede context te plaatsen. Allereerst door ze mede van toepassing te laten zijn op de Wi. Daarnaast door in deze verordening op te nemen dat uitvoeringsvoorschriften die direct én indirect betrekking hebben op -de in deze verordening gestelde- handhavingsbepalingen in het uitvoeringsplan opgenomen worden. Vanzelfsprekend stelt het uitvoeringsplan nadere regels ten aanzien van de handhavingsmethodiek en –praktijk. Maar ook wordt in het uitvoeringsplan ingegaan op -het voorkomen van- agressie en geweld. De definitie van agressie en geweld is overgenomen uit het door de gemeente Lochem gehanteerde agressieprotocol:” Handboek Maatregelen bij Agressie en Geweld”. Tevens staat in het uitvoeringsplan de onderzoeksplanning voor de onderscheidenlijke wetten opgenomen.

Voor terugvordering en verhaal zijn aparte beleidsregels geformuleerd.

Informatie per hoofdstuk

Hoofdstuk1 Zie hierboven Hoofdstuk2

Hierin gaat het over fraudepreventie en controle. Vanuit het oogpunt: ‘Beter voorkomen dan genezen’ heeft het bestrijden van fraude zich meer en meer verlegd naar het moment waarop de burger, cq. potentiële klant een beroep doet op de bijstand, voorziening of inkomensvoorziening. Een goede controle op de aanvraag, maar tevens voorafgaande aan de betaal- of verstrekkingsmomenten voorkomt dat klanten ten onrechte de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening verstrekt wordt. De controle wordt voorafgegaan door een heldere communicatie over het handhavingsbeleid van Het Plein.

Controle wordt onder andere vorm gegeven door huisbezoeken en het gebruik van het Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI)-net, waarin actuele gegevens staan van (potentiële) klanten, onder andere met betrekking tot inkomen uit loon of bijstand. Ook gaat het in dit hoofdstuk over de controle gedurende het tijdvak waarin de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening verstrekt wordt. Tot slot is er aandacht voor de periode na het eindigen van het recht op bijstand of inkomensvoorziening of voorziening. In het uitvoeringsplan zullen de termijnen waarbinnen deze onderzoeken moeten worden verricht en de voorwaarden waaronder, worden beschreven.

Dit hoofdstuk gaat ook nader in op het kader waarbinnen gehandhaafd wordt tijdens de periode waarin de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening verstrekt wordt. Middelen die hiervoor worden ingezet, zijn de bestandkoppelingen zoals met het Inlichtingenbureau. Tevens wordt gebruik gemaakt van de diensten en projecten die het Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding.

Ook worden bij de bestrijding risicoprofielen ingezet. Zodoende kunnen voor de koppeling klanten worden geselecteerd die passen binnen een risicoprofiel. Deze aspecten worden in het uitvoeringsplan van de afdeling opgenomen. Dit sluit nauw aan bij de keuze voor het concept van het Hoogwaardig Handhaven die in Lochem is gemaakt.

Hoofdstuk 3

Dit regelt de afstemming van de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening, conform de Maatregelenverordening 2015, als betrokkene niet aan verplichtingen voldoet of ten onrechte bijstand ontvangt of heeft ontvangen. Daarnaast wordt aangifte van fraude gedaan bij het Openbaar Ministerie. De voorwaarden voor aangifte zijn in overleg met het Openbaar Ministerie door de landelijke overheid vastgesteld. Een noviteit is de mogelijkheid om gelden die in verband met re-integratie en inburgering zijn verstrekt, af te stemmen en terug te vorderen. Door in deze verordening de mogelijkheid te openen om, in het geval van flagrant oneigenlijk gebruik of misbruik van de voorziening de rechtstreeks met de verstrekking samenhangende gelden terug te kunnen vorderen wordt aangesloten bij de opvatting, dat niet (kunnen) terugvorderen voorbij gaat aan het rechtsgevoel. In het uitvoeringsplan worden nadere regels hiervoor gesteld.

Hoofdstuk 4

Het uitvoeringsplan wordt 1 keer per drie jaar geëvalueerd en zo nodig aangepast. Indien er aanleiding toe is, zal dat vaker gebeuren.