Verordening cliëntenraad Wet werk en bijstand / Wet sociale werkvoorziening/ Wet investeren in jongeren 2010

1. De cliëntenraad heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd geven van adviezen en signalen aan het college over het gemeentelijke beleid.

2. Het college vraagt op een zodanig tijdstip advies, dat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op nieuw vast te stellen beleid dan wel evaluatie van bestaand beleid.

3. Tot de in het vorige lid bedoelde aangelegenheden behoren niet:

• a.

  klachten en bezwaarschriften die op individuele cliënten betrekking hebben;

• b.

  de verplichte uitvoering van wettelijke voorschriften door gemeentelijke organen, indien daarbij geen ruimte is gelaten voor het ontwikkelen van een zelfstandig gemeentelijke beleid.

1. In de cliëntenraad hebben zitting personen die deskundig geacht kunnen worden met betrekking tot het gemeentelijke beleid of die actief betrokken zijn bij, of affiniteit hebben met de uitvoering van het gemeentelijke beleid.

2. De cliëntenraad is samengesteld uit leden die op persoonlijke titel zitting hebben en uit leden, afkomstig uit belangenorganisaties. Het streven is tot een evenredige samenstelling qua leden te komen en de cliëntenraad een afspiegeling te laten zijn van de samenleving, met aandacht voor een evenwichtige verdeling naar de vijf voormalige gemeenten.

3. De belangenorganisaties, als bedoeld in het eerste lid, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:

• a.

  zij begeven zich op het gemeentelijke beleidsterrein;

• b.

  er dient sprake te zijn van de mogelijkheid van terugkoppeling door de vertegenwoordiger naar de leden van de desbetreffende organisatie;

• c.

  de vertegenwoordiger moet door het college en de leden van de vertegenwoordigde organisatie kunnen worden aangesproken en teruggeroepen.

4. De leden die zitting hebben op persoonlijke titel, moete n direct belang hebben bij het gemeentelijke beleid.

1. De leden en de plaatsvervangend leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college.

2. De voorzitter van de raad in de startfase, is de wethouder die in zijn/haar portefeuille heeft: Werk, inkomen zorg. Zodra de startfase is afgerond naar inzicht van de voorzitter kiest de cliëntenraad uit zijn midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.

3. De beleidsmedewerker bedoeld in artikel 1-g is secretaris. De beleidsmedewerker zorgt bij verhindering voor een plaatsvervangende secretaris.

4. Leden worden benoemd voor een periode van vier jaar en zijn herbenoembaar voor ten hoogste eenzelfde periode.

5. Leden kunnen tussentijds aftreden. Zij blijven hun functie waarnemen, totdat een nieuwe benoeming heeft plaatsgevonden.

6. Het lidmaatschap op persoonlijke titel eindigt indien het desbetreffende lid geen cliënt meer is. Indien er sprake is van beëindiging van de hoedanigheid waaraan een lid, afkomstig uit een belangenorganisatie, zijn lidmaatschap van de cliëntenraad ontleent, houdt het lidmaatschap terstond op.

7. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk na het ontstaan ervan voorzien.

1. Tot de taken van de voorzitter behoort het volgende:

• a.

  het vaststellen van de agenda voor de vergaderingen van de cliëntenraad;

• b.

  het bepalen van dag en uur van de vergaderingen;

• c.

  het leiden van de vergaderingen;

• d.

  het handhaven van de orde tijdens de vergaderingen;

• e.

  het zo nodig schorsen van een vergadering;

• f.

  het peilen van meningen;

• g.

  het vertegenwoordigen van de cliëntenraad naar buiten.

2. Tot de taken van de secretaris behoort het volgende:

• a.

  het openbaar maken van de vergaderingen;

• b.

  het formuleren en bewaren van de notulen, met daarin:

  • ·

    de namen van de aan- en afwezige leden;

  • ·

    een beknopte weergave van de inhoud van de ingekomen stukken en van de gedane mededelingen;

  • ·

    een beknopte omschrijving van de gedane voorstellen en kennisgevingen;

  • ·

    een beknopt verslag van de gevoerde beraadslagingen en van de genomen besluiten;

• c.

  het mede zorg dragen voor de uitvoering van de besluiten;

• d.

  het zorg dragen voor een goede ondersteuning van de cliëntenraad, opdat deze zijn taakstelling op een juiste wijze kan uitvoeren.

1. De cliëntenraad vergadert minimaal tweemaal per jaar. De najaarsvergadering is gekoppeld aan de programmabegroting, de voorjaarsvergadering heeft een evaluatief karakter.

2. De cliëntenraad vergadert zoveel vaker als waartoe hij besluit. Over onderwerpen van belang zal gezamenlijk vergaderd worden met de WMO-raad.

3. Voorafgaande aan de vergadering stellen voorzitter en secretaris een agenda op van te bespreken punten. Zowel de voorzitter als de secretaris kunnen agendapunten inbrengen. Ieder lid heeft het recht schriftelijk bij de secretaris agendapunten in te dienen. De agenda wordt tenminste twee weken voor de vergadering naar de leden van de cliëntenraad toegezonden.

4. De secretaris draagt zorg voor een goede informatievoorziening aan de cliëntenraad. Desgewenst kan hij zich tijdens de vergadering laten bijstaan door ambtenaren.

5. Jaarlijks wordt vóór 1 maart door de cliëntenraad een jaarverslag opgesteld en a a n het college toegezonden.

6. De vergaderingen zijn openbaar. De cliëntenraad kan besluiten in daartoe aangewezen gevallen een besloten vergadering te houden. De toehoorders bij de openbare vergaderingen hebben geen spreekrecht.

7. Ieder lid heeft het recht een voorstel betreffende de orde van de vergadering te doen.

8. De cliëntenraad kan derden of één of meer ambtenaren, na overleg met de voorzitter, uitnodigen de vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting of advies.

9. Op basis van de agenda of anderszins kunnen de portefeuillehouders van aangrenzende beleidsterreinen, na overleg met de voorzitter, worden uitgenodigd de vergadering bij te wonen.

10. De notulen van een vergadering worden tijdens de eerstvolgende vergadering ter vaststelling aangeboden.

11. De cliëntenraad mag geen besluiten nemen indien minder dan vier leden aanwezig zijn, waaronder in elk geval de voorzitter of de plaatsvervangende voorzitter.

12. Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden genomen. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag. De secretaris heeft een raadgevende stem.