Regeling vervallen per 15-12-2014

Verordening bestuurscommissie voortgezet onderwijs in de gemeenten Lochem en Berkelland, 25 juni 2007 ten behoeve van de regionale scholengemeenschap Staring College (VMBO, HAVO, VWO) in de gemeenten Lochem en Berkelland

Geldend van 26-07-2007 t/m 14-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2007

Intitulé

Verordening bestuurscommissie voortgezet onderwijs in de gemeenten Lochem en Berkelland, 25 juni 2007 ten behoeve van de regionale scholengemeenschap Staring College (VMBO, HAVO, VWO) in de gemeenten Lochem en Berkelland

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

De raad en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Lochem, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 mei 2007;

overwegende dat de raad van de gemeente Lochem de "Verordening Bestuurscommissie Voortgezet Onderwijs in de gemeente Lochem en Borculo" heeft vastgesteld op 28 oktober 1991, laatstelijk gewijzigd op 15 juli 2002;

gelet op artikel 83 e.v. juncto artikel 156 en 165 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de raadscommissie Algemeen Bestuur;

besluit in te trekken de volgende: VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE VOORTGEZET ONDERWIJS IN DE GEMEENTEN LOCHEM EN BORCULO, laatstelijk gewijzigd op 15 juli 2002

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening bestuurscommissie voortgezet onderwijs in de gemeenten Lochem en Berkelland, 25 juni 2007 ten behoeve van de regionale scholengemeenschap Staring College (VMBO, HAVO, VWO) in de gemeenten Lochem en Berkelland

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Lochem;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lochem;

  • c.

    de commissie: de bestuurscommissie voor het bestuur en beheer ingesteld op grond van artikel 83 van de Gemeentewet ten behoeve van het "Staring College" te Lochem.

  • d.

    school: het "Staring College", als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs.

    Paragraaf 2 Taak en bevoegdheden

Artikel 1a Uitvoering

Voor de uitvoering van deze verordening wordt een commissie ingesteld als bedoeld in artikel 1 sub c.

Artikel 2 Doelstelling en belangen

  • 1. De commissie stelt zich ten doel één school, of nevenvestigingen daarvan, voor openbaar voortgezet onderwijs in stand te houden in de gemeente Lochem en in de gemeente Berkelland, alwaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders geloofs- of levensovertuiging.

  • 2. De belangen die de commissie behartigt liggen op het terrein van onderwijs en de commissie streeft naar het behoud en versterking van het onderwijsaanbod in de regio.

Artikel 3 Grondslag

  • 1. Het onderwijs wordt verzorgd op openbare grondslag (conform de terzake geldende wettelijke bepalingen).

  • 2. De commissie bewaakt de grondslag van het openbaar onderwijs en ziet er op toe dat het onderwijs:

    • a.

      zonder enig onderscheid toegankelijk is en blijft voor iedereen;

    • b.

      wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing;

Artikel 4 Taak

De commissie heeft tot taak:

  • 1.

    het beheren en besturen van de school;

  • 2.

    het samenwerken met andere publiekrechtelijke lichamen en privaatrechtelijke rechtspersonen, die een soortgelijk doel nastreven;

  • 3.

    het openbaar voortgezet onderwijs te behouden en te versterken;

  • 4.

    het samenwerken met het college en de raad op het terrein van het openbaar onderwijs.

Artikel 5 Bevoegdheden

  • 1. Ter vervulling van haar taak, oefent de commissie alle bevoegdheden uit, die bij of krachtens de wet aan het bevoegd gezag van de school, het College van Burgemeester en Wethouders dan wel de raad der gemeente Lochem zijn toegekend, voor zover daar in deze verordening niet van is afgeweken.

  • 2. De commissie is bevoegd ter uitoefening van haar taak:

    • a.

      zich door deskundigen met een adviserende stem te laten bijstaan of

    • b.

      commissies in te stellen:

      • -

        voor het uitbrengen van advies;

      • -

        met het oog op de behartiging van bepaalde belangen van de aan de aan de zorg van de commissie toevertrouwde school. De commissie regelt de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van deze commissies.

  • 3. De commissie is bevoegd contractactiviteiten, zoals bedoeld in de Wet op het Voortgezet Onderwijs, uitsluitend uit te voeren op tenminste kostendekkende basis.

  • 4. De uitoefening van bevoegdheden met betrekking tot het aanvragen van nieuwe voorzieningen, het indienen van verzoeken tot omzetting, splitsing en/of verplaatsing, alsmede opheffing van voorzieningen geschiedt alleen met voorafgaande instemming van de raad.

  • 5. De commissie is voorts bevoegd de raad of college gevraagd of ongevraagd te adviseren over alle aangelegenheden in verband met haar taak.

    Paragraaf 3 Samenstelling en inrichting

Artikel 6 Bestuursorganen

De bestuursorganen van de commissie zijn:

  • a.

    de commissie;

  • b.

    het dagelijks bestuur;

  • c.

    de voorzitter.

Artikel 7 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit maximaal 7 leden.

  • 2. De raad benoemt:

    • a.

      vier leden op voordracht van de commissie, die geen lid zijn van de raad of van het college;

    • b.

      drie leden op voordracht van de Medezeggenschapsraad niet zijnde leden van de Medezeggenschapsraad;

  • 3. De bestuurscommissie wijst uit haar midden een voorzitter en een secretaris aan.

  • 4. Terzake van de samenstelling van de commissie staan bestuurlijke kwaliteiten en deskundigheid voorop. Er dient bij de samenstelling gestreefd te worden naar een competente inbreng van deskundigheid op het onderwijskundige, het financieel-administratieve, juridische en bouwtechnische terrein, alsmede op het terrein van personele en sociale aangelegenheden. Tevens dient bij de samenstelling gestreefd te worden naar een hoge mate van maatschappelijke representativiteit.

  • 5. In geval van een vacature dient de voordracht te geschieden met inachtneming van het gestelde in de vorige leden van dit artikel. De procedure met betrekking tot de voordracht en benoeming zal in het huishoudelijk reglement nader worden geregeld.

  • 6. Personen in dienst van de commissie kunnen geen lid van de commissie zijn.

  • 7. De leden van de commissie respecteren de doelstellingen van het openbaar onderwijs.

  • 8. Op de leden van de commissie is artikel 15 Gemeentewet omtrent verboden handelingen van overeenkomstige toepassing.

  • 9. De vergaderingen van de commissie worden in de regel bijgewoond door de directie. De directie heeft in de vergaderingen een adviserende stem. De directie is de commissie in al haar werkzaamheden behulpzaam.

Artikel 8 Zittingsperiode

  • 1. De benoeming van de leden in de commissie geschiedt voor een periode van vier jaar. Het rooster van aftreden voor de leden wordt door de commissie dusdanig vastgesteld dat de continuïteit is gewaarborgd.

  • 2. Het lidmaatschap van de commissie eindigt:

    • -

      op eigen verzoek;

    • -

      t.g.v. onder curatele stelling;

    • -

      t.g.v. ontslag door de raad;

    • -

      t.g.v. vervallenverklaring van het lidmaatschap op grond van het in deze verordening bepaalde omtrent de toepassing van artikel 15 Gemeentewet.

  • 3. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien overeenkomstig hetgeen in deze verordening is bepaald omtrent benoeming.

  • 4. Behoudens het geval, dat toepassing is gegeven aan het bepaalde in deze verordening over de vervallenverklaring van het lidmaatschap, blijven de leden hun functie vervullen totdat hun opvolgers zijn benoemd.

  • 5. De leden zijn aansluitend benoembaar voor een zittingsperiode, doch niet vaker dan tweemaal.

    Paragraaf 4 Werkwijze

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1. De commissie vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls dit door de voorzitter dan wel tenminste twee leden van de commissie nodig wordt geoordeeld.

  • 2. De voorzitter draagt er zorg voor dat de oproepingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste vijf dagen voor de dag van de vergadering aan de leden worden toegezonden.

  • 3. Tegelijkertijd met de oproeping brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen met uitzondering van de in artikel 13, tweede lid, bedoelde stukken worden tegelijkertijd met de oproeping en op een bij de bekendmaking aan te geven wijze ter inzage gelegd.

  • 4. Elk lid van de commissie is bevoegd om een naar zijn oordeel spoedeisend geval ter vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen.

  • 5. De commissie beslist, of en zo ja, in hoeverre aan een voorstel als bedoeld in het derde lid gevolg wordt gegeven.

Artikel 10 Quorum

  • 1. De vergadering vindt geen doorgang indien een kwartier na het aangekondigde tijdstip van de vergadering niet tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2. In geval een vergadering op grond van het bepaalde in het eerste lid geen doorgang kan vinden, is de voorzitter bevoegd om in afwijking van het bepaalde in artikel 9 een nieuwe vergadering te beleggen.

  • 3. Indien wegens onvoltalligheid op grond van het bepaalde in het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten die aanwezige leden over de onderwerpen, die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is.

Artikel 11 Stemmen

  • 1. De leden stemmen zonder last of ruggespraak.

  • 2. Alle besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen van de leden, die aan de stemming hebben deelgenomen.

  • 3. Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling.

  • 4. Indien de stemmen staken over personen wordt de procedure gevolgd als omschreven in artikel 31, lid 2 en 3, Gemeentewet

  • 5. Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van overige stemmingen het nemen van een besluit uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

  • 6. Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of een ingevolge het vierde lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

  • 7. Onder een voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit de commissie bestaat, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.

Artikel 12 Openbaarheid van vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2. Indien tenminste twee van de aanwezige leden daarom verzoeken of de voorzitter het nodig oordeelt, worden de deuren gesloten. Vervolgens beslist de commissie of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 3. Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de commissie anders beslist.

  • 4. Stukken waaromtrent de commissie de geheimhouding oplegt, kunnen de leden van de raad inzien bij de secretaris van de commissie.

Artikel 13 Geheimhouding van stukken

  • 1. De commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

  • 2. Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van de commissie, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder ten aanzien van de stukken die zij aan de commissie overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, deze opheft, dan wel dat de raad overgaat tot opheffing van de geheimhoudingsverplichting.

  • 3. Indien de commissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft.

Artikel 14 Schorsing en ontslag

  • 1. De raad is bevoegd om een lid van de commissie, dat naar zijn oordeel in ernstige mate door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van de commissie, te schorsen of te ontslaan.

  • 2. De raad regelt in zijn besluit de gevolgen van zijn beslissing.

    Paragraaf 5 Dagelijks bestuur

Artikel 15 Samenstelling

  • 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, de secretaris en een algemeen adjunct.

  • 2. De voorzitter en de secretaris van de commissie zijn tevens voorzitter en secretaris van het dagelijks bestuur.

  • 3. De voorzitter en de secretaris worden door de commissie uit haar midden aangewezen.

Artikel 16 Werkwijze

  • 1. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt of indien tenminste twee leden dit verzoeken.

  • 2. De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar.

  • 3. De vergaderingen van het dagelijks bestuur worden in de regel bijgewoond door de directie van de school als adviseur van het dagelijks bestuur. De directie is het dagelijks bestuur in al zijn werkzaamheden behulpzaam.

  • 4. Het dagelijks bestuur kan slechts besluiten nemen indien tenminste twee leden aanwezig zijn.

  • 5. Besluiten kunnen alleen worden genomen bij meerderheid van stemmen.

  • 6. Bij staken van stemmen beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 17 Taak dagelijks bestuur

Tot de taak van het dagelijks bestuur behoort:

  • a.

    het toezicht op de dagelijkse leiding van de scholen;

  • b.

    de voorbereiding van vergaderingen van de commissie;

  • c.

    de uitvoering van besluiten van de commissie;

  • d.

    de voorzitter en de secretaris tekenen gezamenlijk alle stukken die van de commissie uitgaan;

  • e.

    alle andere taken door de commissie aan het dagelijks bestuur opgedragen.

Artikel 18 Verantwoording

De leden van het dagelijks bestuur zijn afzonderlijk en tezamen voor het door hen gevoerde bestuur informatie en verantwoording verschuldigd aan de commissie en geven de commissie met betrekking tot het gevoerde bestuur alle verlangde inlichtingen.

Artikel 19 Vervanging

Indien een lid van het dagelijks bestuur niet meer het vertrouwen geniet van de commissie wijst de commissie een ander commissielid aan als lid van het dagelijks bestuur.

Paragraaf 6 Relatie commissie en directie

Artikel 20

  • 1. De relatie tussen de commissie en de directie wordt vastgelegd in een directiestatuut.

  • 2. De directie is verantwoording verschuldigd aan de commissie.

    Paragraaf 7 Verantwoording

Artikel 21 Informatie

  • 1. De commissie verschaft de raad en het college alle gevraagde inlichtingen.

  • 2. Het college doet de commissie alle informatie toekomen die nodig is voor een goed functioneren.

Artikel 22 Verantwoording

  • 1. De commissie is verantwoording verschuldigd aan het college en de raad. Zij zendt voorts afschriften van alle door haar genomen besluiten aan het college. Het college kan bepalen dat kan worden volstaan met toezending van de notulen van de vergadering.

  • 2. De commissie verzorgt jaarlijks een verslag omtrent haar werkzaamheden ten behoeve van de raad.

  • 3. De commissie zendt afschriften van alle door haar vastgestelde (meerjaren) beleidsplannen aan het college en de raad.

Artikel 23 Afstemming

Het college en de raad betrekken de commissie bij de totstandkoming van het (meerjaren) beleid openbaar onderwijs.

Paragraaf 8 Financiën/administratie

Artikel 24

  • 1. Het beheer van de geldmiddelen van de school wordt geheel afgescheiden van het beheer van de overige geldmiddelen van de gemeente Lochem.

  • 2. Onder toezicht van de commissie is de directie belast met en verantwoordelijk voor de algemene dagelijkse leiding van de school.

  • 3. De directie is belast met de financiële administratie en het betalingsverkeer van de school.

  • 4. De bevoegdheden en verplichtingen van de directie worden, voor zover zij niet in deze verordening zijn omschreven, geregeld in het door de commissie vastgestelde directiestatuut.

Artikel 24a

  • 1. De administratie wordt dusdanig gevoerd dat zij dienstbaar is aan het aan de commissie opgedragen bestuur en aan de controle.

  • 2. De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig de richtlijnen van het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschappen en de gemeentelijke comptabiliteitsvoorschriften.

  • 3. Eenmaal per vier maanden ontvangt de commissie een overzicht van de financiële stand van zaken.

  • 4. Burgemeester en wethouders van Lochem kunnen nadere voorschriften geven omtrent de aanlevering van administratieve gegevens, mede ten behoeve van consolidatie in de gemeentelijke administratie.

  • 5. De commissie zendt de ontwerpbegroting alsmede de ontwerp meerjarenbegroting voor de drie op het begrotingsjaar volgende jaren vóór 1 november van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, toe aan de raad.

  • 6. De commissie zendt de ontwerpjaarrekening vóór 1 april van het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft, toe aan de gemeenteraad.

Artikel 24b

Indien in een exploitatiejaar de middelen die van rijkswege worden ontvangen de exploitatielasten overtreffen dan worden deze middelen gereserveerd.

Indien in een exploitatiejaar de exploitatielasten de middelen die van rijkswege worden ontvangen overtreffen dan dienen deze middelen uit de reserve van de commissie te worden onttrokken.

Artikel 24c

De door reservering vrijgekomen middelen kunnen conform het treasurystatuut van de gemeente Lochem door de commissie worden belegd.

Artikel 24d

De controle op de rijksvergoedingen en het geldelijk beheer en boekhouding van de school wordt opgedragen aan een door de raad aan te wijzen registeraccountant (RA).

Paragraaf 9 Overige bepalingen

Artikel 25 Wijziging of intrekking van de verordening

  • 1. De commissie kan een verzoek tot wijziging of intrekking van deze verordening indienen bij de raad.

  • 2. In de overige gevallen wordt deze verordening niet eerder gewijzigd dan na overleg met de commissie.

  • 3. Een besluit tot intrekking van deze verordening kan niet eerder worden genomen dan na de commissie te hebben gehoord.

  • 4. Intrekking van de verordening kan slechts geschieden bij zwaarwegende omstandigheden.

Artikel 26

Opheffing van de nevenvestiging in Borculo is alleen mogelijk op wettelijke gronden, gehoord de gemeenteraad Berkelland.

Artikel 27 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1. In alle zaken de commissie betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, neemt de commissie een beslissing.

  • 2. De verordening treedt in werking op 1 juli 2007. Op dat tijdstip vervalt de Verordening bestuurscommissie voortgezet onderwijs in de gemeente Lochem d.d. 15 juli 2002.

Artikel 28

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Bestuurscommissie Voortgezet Onderwijs in de gemeenten Lochem en Berkelland 25 juni 2007".

Aldus besloten door de raad van de gemeente Lochem in zijn openbare vergadering van 25 juni 2007.

De griffier, De voorzitter,

j.P. Stegeman F.J. Spekreijse