Regeling vervallen per 10-10-2012

Verordening WMO-participatiepanel gemeente Loon op Zand

Geldend van 15-05-2008 t/m 09-10-2012

Intitulé

Verordening WMO-participatiepanel gemeente Loon op Zand

Verordening Wmo-Participatiepanel gemeente Loon op Zand

De raad van de gemeente Loon op Zand, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d., gelet op de artikelen 9, 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, besluit vast te stellen de volgende verordening cliëntenparticipatie Wmo-beleid:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begrippen

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben de betekenis die de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) daaraan toekent. In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning

  • 2.

    Participatiepanel: voluit het “Wmo participatiepanel gemeente Loon op Zand”, bestaande uit vertegenwoordigers van lokale belangen- en vrijwilligersorganisaties die de belangen behartigen van (potentiële) vragers op het gebied van de Wmo.

  • 3.

    Burger- en cliëntparticipatie: alle activiteiten die de overheid onderneemt om burgers te betrekken bij haar beleid en activiteiten op het gebied van de Wmo.

  • 4.

    Gemeente: de gemeente Loon op Zand

  • 5.

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Loon op Zand

  • 6.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand

Hoofdstuk 2. Het participatiepanel

Artikel 2.1 Doelstelling

De doelstelling van het participatiepanel is: het formuleren van collectieve wensen in het kader van de Wmo van burgers die vertegenwoordigd worden door de belangen- en vrijwilligersorganisaties in de gemeente. Deze collectieve wensen worden vertaald in beleidsvoorstellen of adviezen en ter besluitvorming aangeboden aan het college op grond waarvan het gemeentelijke Wmo-beleid mede kan worden vormgegeven.

Artikel 2.2. Functies

Het participatiepanel heeft tot taak het college gevraagd en ongevraagd te adviseren over het gemeentelijke Wmo-beleid. Dit vertaalt zich in een vierledige functie:

  • 1.

    Een beleidsmatige functie: kritische reflectie op het te ontwikkelen Wmo-beleid door de gemeente. Het participatiepanel is in dit kader een belangrijk adviesorgaan en informatiebron voor de gemeente.

  • 2.

    Een signaleringsfunctie: het participatiepanel signaleert leemten en knelpunten in beleid en uitvoering.

  • 3.

    Een ideeën- en creativiteitsfunctie: het participatiepanel draagt ideeën aan, de zogenaamde proactieve beleidsvorming.

  • 4.

    Een evaluatie functie: het participatiepanel volgt de uitvoering van het gemeentelijke Wmo-beleid (monitoring) en adviseert over eventueel gewenste bijstellingen van dit beleid.

Artikel 2.3 Samenstelling

  • 1. Het participatiepanel bestaat uit vertegenwoordigers van lokale belangen- en vrijwilligersorganisaties die de belangen behartigen van (potentiële) vragers op het gebied van de Wmo.

  • 2. Het college besluit over de samenstelling- voor wat betreft de deelname van organisaties- van het participatiepanel op voordracht van het participatiepanel.

  • 3. In het participatiepanel kunnen belangenorganisaties zitting hebben die de volgende doelgroepen vertegenwoordigen:

    • a.

      ouderen

    • b.

      jongeren

    • c.

      (ex)psychische/psychiatrische patiënten

    • d.

      cliëntenraden

    • e.

      cliëntenraden in instellingen

    • f.

      mantelzorgers

    • g.

      vrijwilligers

    • h.

      allochtonen

    • i.

      huurdersbelangenverenigingen

    • j.

      chronisch zieken en gehandicapten

  • 4. Het participatiepanel streeft naar een vertegenwoordiging van alle genoemde doelgroepen in het participatiepanel.

  • 5. Van alle betrokken organisaties zijn er maximaal 2 vaste vertegenwoordigers die zitting hebben in het participatiepanel.

  • 6. Elke vertegenwoordigende organisatie zal zelf zorg moeten dragen voor een goede achterban raadpleging en vertegenwoordiging. De doelgroepen van de deelnemende organisaties worden als achterban beschouwd.

  • 7. Het participatiepanel telt maximaal 24 leden.

  • 8. Indien het ledenaantal van het participatiepanel daalt tot onder de zeven, dan worden de werkzaamheden van het participatiepanel opgeschort tot het tijdstip dat het participatiepanel minimaal zeven leden telt.

  • 9. De leden van het participatiepanel nemen zitting in het participatiepanel voor een periode van vier jaar met de mogelijkheid de benoeming voor een zelfde periode éénmaal te verlengen.

  • 10. Van de leden van het participatiepanel wordt verwacht dat zij in staat zijn het collectief belang te laten prevaleren boven hun eigen belang.

  • 11. De raad stelt het Wmo-participatiepanel in.

  • 12. Het college zal, indien er geen participatiepanel (meer) is in de gemeente, de totstandkoming van een Wmo participatiepanel bevorderen.

  • 13. Het participatiepanel benoemt zelf de leden met inachtneming van het bepaalde in het eerste tot en met twaalfde lid van artikel 2.3 van deze verordening.

Hoofdstuk 3 Taken en werkwijze

Artikel 3.1 Beleidsterreinen en prestatievelden

Het participatiepanel wordt betrokken bij de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het Wmo-beleid op alle negen de prestatievelden zoals die zijn genoemd in de wet.

Artikel 3.2 Mate van inspraak

  • 1. Het participatiepanel wordt betrokken bij het proces van beleidsvorming zoals in de notitie “Burgerparticipatie Wmo gemeente Loon op Zand” is vastgelegd.

  • 2. Het participatiepanel adviseert: de gemeente geeft het participatiepanel de gelegenheid om problemen in beeld te brengen en oplossingen te formuleren. De ideeën van het participatiepanel spelen een volwaardige rol in de afwegingen bij de ontwikkeling van beleid. De gemeente kan bij de uiteindelijke besluitvorming hiervan enkel schriftelijk beargumenteerd afwijken

  • 3. Het participatiepanel co-produceert: de gemeente komt in voorkomende gevallen samen met het participatiepanel een jaarlijkse planning overeen met betrekking tot specifieke onderwerpen. De partijen zoeken samen naar oplossingen. De gemeente verbindt zich in principe aan deze oplossingen, maar kan bij de uiteindelijke besluitvorming hiervan schriftelijk beargumenteerd afwijken.

  • 4. Het schriftelijke advies van het participatiepanel en de schriftelijke reactie hierop van het college worden integraal meegezonden met de stukken voor de raad.

  • 5. Over de inhoud van beleidsplannen (zowel op strategisch als op uitvoerend/operationeel niveau) en verordeningen beslist uiteindelijk het bevoegde gemeentelijke orgaan.

Artikel 3.3 Werkwijze

  • 1. In het kader van burgerparticipatie vraagt het college het participatiepanel om advies over het gemeentelijk Wmo-beleid.

  • 2. Het participatiepanel is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college.

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in ieder geval in dat het participatiepanel:

    • a.

      Bij nieuw beleid, wordt betrokken bij het vaststellen van de hoofdlijnen van het beleid rondom de Wmo prestatievelden.

    • b.

      Bij evaluatie, wordt betrokken bij het vaststellen van vragen die ten grondslag liggen aan deze evaluatie en bij de evaluatie zelf.

  • 4. In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van het participatiepanel, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van het participatiepanel is afgeweken.

  • 5. Het college is verplicht aan het participatiepanel tijdig alle informatie te vestrekken die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft.

  • 6. Tussen de verantwoordelijk wethouder, gemeenteambtenaar en het participatiepanel vindt minimaal tweemaal per jaar een (bestuurlijk) overleg plaats.

Hoofdstuk 4 Faciliteiten en vergoedingen

Artikel 4.1 Afstemming met gemeente Loon op Zand

  • 1. De gemeente Loon op Zand stelt een ambtenaar als contactpersoon beschikbaar voor het participatiepanel Wmo.

  • 2. De gemeenteambtenaar wordt uitgenodigd voor de vergadering op verzoek van het participatiepanel Wmo.

  • 3. De gemeenteambtenaar stelt, dwingende omstandigheden uitgezonderd, minimaal zes weken van tevoren relevante documenten ter beschikking van het participatiepanel Wmo.

  • 4. De gemeenteambtenaar zal indien noodzakelijk of wenselijk een toelichting geven op de relevante documenten uit het derde lid.

  • 5. De gemeenteambtenaar is tevens het ambtelijk aanspreekpunt voor de communicatie met het participatiepanel Wmo.

Artikel 4.2 Vergoedingen en faciliteiten

  • 1. Het college stelt secretariële ondersteuning ter beschikking voor het verzorgen van de vergaderstukken en verslaglegging van de vergaderingen van het Wmo- participatiepanel.

  • 2. Het college stelt vergaderruimte ter beschikking voor de vergaderingen van het participatiepanel.

  • 3. Het college stelt middelen ter beschikking aan het participatiepanel om het in staat te stellen uitvoering te geven aan zijn taken.

  • 4. De middelen als bedoeld in het derde lid zijn bedoeld voor:

    • a.

      onkostenvergoedingen

    • b.

      bestuurs- en representatiekosten

    • c.

      vergoeding voor deskundigheidsbevordering

    • d.

      inhuren van deskundigen

    • e.

      aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften

    • f.

      PM

  • 5. De middelen als bedoeld in het derde lid worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting en een activiteitenplan.

  • 6. Het college geeft aan wat ze redelijk vinden om beschikbaar te stellen.

  • 7. Voor niet reguliere activiteiten kan het participatiepanel bij het college een projectsubsidie aanvragen. Het college geeft aan wat het redelijk vindt om beschikbaar te stellen.

Artikel 4.3 Verantwoording

Het participatiepanel stelt met ingang van 1 april 2009 jaarlijks voor 1 april een financieel en inhoudelijk verslag op en stelt dit ter beschikking aan het college.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Huishoudelijk reglement

Zaken die de interne organisatie van het Wmo-participatiepanel aangaan zijn opgenomen in het huishoudelijk reglement Wmo-participatiepanel onder verwijzing naar de onderhavige verordening.

Artikel 5.2 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college, na het participatiepanel gehoord te hebben.

Artikel 5.3 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aan gehaald als “de verordening Wmo participatiepanel gemeente Loon op Zand”

Artikel 5.4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 15 mei 2008 en wordt één jaar na inwerkingtreding geëvalueerd.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand dd. 15 mei 2008.