Regeling vervallen per 17-09-2020

Kaderregeling mandaat voor de gemeente Loon op Zand 2008

Geldend van 23-01-2008 t/m 16-09-2020

Intitulé

Kaderregeling mandaat voor de gemeente Loon op Zand 2008

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Loon op Zand;

ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Gelet op bepalingen van hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht inzake bevoegdheidstoebedelingen;

Overwegende dat besluitvorming wenselijk en noodzakelijk is, gebaseerd op mandaats-verhoudingen waarbij de volgende aspecten, doelstellingen c.q. gewenste effecten centraal staan:

  • 1.

    Klantgerichtheid, met een vlotte en kwalitatief hoogwaardige dienstverlening aan de burgers;

  • 2.

    uitgaande van collegiaal besturen, zal het bestuur zich concentreren op hoofdlijnen van beleid en beheer, te realiseren door verregaande toebedeling van (uitvoerings) taken aan ambtenaren;

  • 3.

    vergroting van doelmatigheid en rendement van de organisatie;

  • 4.

    het volledig tot zijn recht laten komen en benutten van een organisatiestructuur met een zo beperkt mogelijk aantal hiërarchische niveaus;

  • 5.

    de realisatie van een organisatiecultuur gebaseerd op wederzijds vertrouwen, overdragen en aanvaarden van verantwoordelijkheid en wederzijdse adequate informatievoorziening;

Voorts overwegende dat een voorwaarde is dat de medewerkers van de organisatie bereid zijn verantwoordelijkheid te dragen voor zelfstandige afwikkeling van taken en besluitvorming en deze verantwoordelijkheid ook in staat zijn te dragen gezien opleiding, kennisniveau en positie binnen de organisatie;

b e s l u i t

Vast te stellen de Kaderregeling mandaat voor de gemeente Loon op Zand 2008.

HOOFDSTUK 1 MANDAAT

Artikel 1 Algemeen

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders, verder te noemen het college of de burgemeester kunnen met inachtneming van het bepaalde in de onderhavige regeling de aan hen toebedeelde bevoegdheden mandateren aan de afdelingshoofden en medewerkers.

  • 2. Alle mandaten dienen schriftelijk te worden verleend.

Artikel 2

De aan de mandaten verbonden nadere bepalingen of financiële randvoorwaarden kunnen een beperking inhouden van de mandaatbevoegdheid naar tijd, naar plaats, naar bedrag of met betrekking tot de procedure.

Artikel 3

  • 1. Indien bij een namens het college te nemen besluit het beleid van het college is betrokken, legt de functionaris aan wie mandaat tot afdoening is gegeven – verder mandataris te noemen – de zaak vooraf aan de betrokken portefeuillehouder voor.

  • 2. Indien deze zulks nodig acht, wordt de zaak voor nadere besluitvorming aan het college voorgelegd.

  • 3. Voor de toepassing van het bepaalde in lid 1 wordt het beleid van het college geacht bij een te nemen besluit te zijn betrokken:

    • a.

      indien het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan gevoerde beleid;

    • b.

      indien er, behoudens in zaken met een routinematig karakter, rekening mee is houden dat de betrokken portefeuillehouder of het college op zijn verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken;

    • c.

      indien uit het te nemen besluit niet voorziene financiële of andere belangrijke consequenties kunnen voortvloeien;

    • d.

      indien de betrokken portefeuillehouder, de burgemeester (in zijn hoedanigheid van bestuurlijk coördinator) of de secretaris (in zijn hoedanigheid van ambtelijk coördinator) zulks heeft kenbaar gemaakt;

    • e.

      indien budgettaire beperkingen en bevoegdheden worden overschreden of verwacht mag worden dat deze worden overschreden.

Artikel 4

  • 1. Indien bij een namens de burgemeester te nemen besluit het beleid van deze is betrokken, legt de mandataris de zaak vooraf aan de burgemeester voor.

  • 2. Voor de toepassing van het bepaalde in lid 1 wordt het beleid van de burgemeester geacht bij een te nemen besluit te zijn betrokken:

    • a.

      indien het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan gevoegde beleid;

    • b.

      indien er behoudens in zaken met een routinematig karakter, rekening mee is te houden dat de burgemeester op zijn verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken;

    • c.

      indien uit het te nemen besluit niet voorziene financiële of andere belangrijke consequenties kunnen voortvloeien;

    • d.

      indien de burgemeester of de secretaris zulks heeft kenbaar gemaakt.

Artikel 5

Indien bij een te nemen besluit een ander organisatieonderdeel belang heeft of de betreffende zaak het taakgebied van een ander organisatieonderdeel raakt, legt de mandataris de zaak vooraf aan de leidinggevende van dit ander organisatieonderdeel voor. Indien met deze geen overeenstemming wordt bereikt, legt de mandataris de zaak aan de betrokken portefeuillehouder of portefeuillehouders voor.

Artikel 6 Richtlijnen

  • 1. De mandataris is bevoegd uitvoeringsrichtlijnen vast te stellen omtrent de hem of haar gemandateerde bevoegdheden, welke bevoegdheid niet kan worden ondergemandateerd.

  • 2. Indien de mandataris gebruik maakt van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid, stelt hij de mandans daarvan in kennis.

Artikel 7 Ondertekeningsbevoegdheid

  • 1. Indien en voor zover het college of de burgemeester een bevoegdheid mandateren, dragen zij daarbij tevens de bevoegdheid tot ondertekening over, tenzij anders vermeld en voor zover dit wettelijk niet is uitgesloten.

  • 2. Indien uitsluitend sprake is van ondertekeningsmandaat en dit op grond van de wet niet is uitgesloten, wordt dit in de mandaatschema’s casu quo in het in artikel 13 bedoelde register uitdrukkelijk vermeld.

Artikel 8 Uitzonderingen

Het mandaat strekt zich niet uit tot:

  • a.

    stukken gericht aan de Kroon, ministers, staatssecretarissen, commissarissen van de Koningin of Gedeputeerde Staten, behoudens zaken met een routinematig karakter;

  • b.

    besluiten tot toepassing van bestuursrechtelijke sancties;

  • c.

    besluiten tot toekenning van schadevergoeding.

Artikel 9 Ondermandaat

  • 1. De mandatarissen hebben de bevoegdheid om de aan hen verleende mandaten te ondermandateren, waarbij de bepalingen van de onderhavige regeling onverkort van toepassing zijn.

  • 2. Voorzover het ondermandaat niet is geregeld in het mandaatschema, dient elk verleend ondermandaat te worden aangetekend op een als zodanig gewaarmerkte ondermandaatlijst, die de mandataris ter goedkeuring dient voor te leggen aan het college dan wel de burgemeester.

  • 3. De lijst wordt na verkregen goedkeuring ingeschreven in het in artikel 13 bedoelde register.

Artikel 10 Ondertekening

  • 1. In geval van uitoefening van bevoegdheden namens het college, respectievelijk de burgemeester, worden uitgaande stukken ondertekend met: "Namens het college van burgemeester en wethouders", respectievelijk met: "Namens de burgemeester" gevolgd door de functieaanduiding van de mandataris en zijn of haar handtekening en naam.

  • 2. In geval van uitoefening van ondermandaat worden uitgaande stukken ondertekend met: "Namens het college van burgemeester en wethouders”, respectievelijk met: "Namens de burgemeester", gevolgd door de functieaanduiding van de mandataris, "voor deze," gevolgd door de handtekening en naam van de ondermandataris.

  • 3. In geval van uitoefening van ondertekeningsmandaat worden uitgaande stukken ondertekend met: “Overeenkomstig het door het college van burgemeester en wethouders genomen besluit” gevolgd door de functieaanduiding van de functionaris die bevoegd is tot het ondertekenen en zijn of haar handtekening en naam.

  • 4. Bij afwezigheid van de tot tekenen aangewezen functionaris ondertekent alleen diegene die daartoe in het kader van de mandatering formeel door middel van de per organisatieonderdeel opgestelde mandaatschema’s is aangewezen.

HOOFDSTUK 2 VOLMACHT EN MACHTIGING

Artikel 11 Volmacht en machtiging aan de gemeentesecretaris

Aan de gemeentesecretaris wordt volmacht en machtiging verleend tot het namens het college verrichten van (rechts)handelingen die geen besluiten als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht zijn.

Artikel 12 Machtiging aan anderen

  • 1. De (plaatsvervangend) gemeentesecretaris kan, ten behoeve van de uitoefening van een krachtens artikel 11 verleende bevoegdheid, schriftelijk volmacht en machtiging verlenen aan de leidinggevenden.

  • 2. Elke ingevolge het vorige lid te verlenen volmacht of machtiging dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het college.

  • 3. De volmacht of machtiging wordt na verkregen goedkeuring ingeschreven in het in artikel 13 bedoelde register.

HOOFDSTUK 3 REGISTRATIE, CONTROLE EN VERANTWOORDING

Artikel 13 Register en bekendmaking

  • 1. Alle vastgestelde mandaatschema’s en verleende overige mandaten, de in artikel 9 bedoelde ondermandaatlijst en de in artikel 11 bedoelde volmachten- en machtigingen worden in een register opgenomen.

  • 2. Het mandaatregister wordt bij de receptie van de Gemeentewinkel, respectievelijk het Gemeentekantoor ter inzage gelegd.

  • 3. Eenmaal per jaar worden de mandaatschema’s geactualiseerd en vastgesteld en openbaar bekend gemaakt.

  • 4. Tussentijdse wijzigingen worden bekendgemaakt door ter inzage legging op de in het tweede lid genoemde plaatsen.

Artikel 14 Controle en verantwoording

  • 1. De mandataris of ge(vol)machtigde zal het mandaat uitoefenen overeenkomstig een door de mandans en volmachtgever gegeven instructie.

  • 2. De mandataris of ge(vol)machtigde stelt het college of de burgemeester in kennis van bijzondere ontwikkelingen en eventuele uitvoeringsknelpunten.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Intrekking

Het mandaatbesluit 2006 wordt hierbij ingetrokken. Bij de krachtens deze regeling opnieuw vastgestelde mandaatschema’s en mandaten vervallen de eerder door het college, respectievelijk de burgemeester vastgestelde overeenkomstige – of die als zodanig hebben te gelden - mandaatschema’s en mandaten voorzover mandaten niet eerder van rechtswege zijn vervallen.

Artikel 16 Citeertitel

De regeling kan worden aangehaald als ”Kaderregeling mandaat Loon op Zand 2008”.

Ondertekening

Kaatsheuvel, 22 januari 2008
Het college van Loon op Zand,
De secretaris,
W.R.A.M. Verkuijlen
De burgemeester,
H.J.G.J. van Hoek Martens
De burgemeester van Loon op Zand,
H.J.G.J. van Hoek Martens
Dit besluit wordt gepubliceerd in het “Weekjournaal” en treedt in werking op 22 januari 2008.