Regeling vervallen per 23-02-2022

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent schuldhulpverlening (Beleidsregels schuldhulpverlening Loon op Zand)

Geldend van 01-01-2021 t/m 22-02-2022

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent schuldhulpverlening (Beleidsregels schuldhulpverlening Loon op Zand)

Het college van burgemeester en wethouders van Loon op Zand besluit, gelet op de artikelen 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (32.291, Staatsblad 2012,nr. 78) en gelet op het raadsbesluit van 24 september 2020, vast te stellen de hieronder beschreven Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Loon op Zand.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand

    • b.

      inwoner: de ingezetene, van 18 jaar of ouder, die op grond van de Wet gemeentelijke basis-administratie persoonsgegevens bij de gemeente Loon op Zand is ingeschreven;

    • c.

      verzoeker: inwoner die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening;

    • d.

      belanghebbende; degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;

    • e.

      zelfstandige: de persoon als bedoeld in artikel 1 lid b van het besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004;

    • f.

      schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een integrale oplossing voor financiële problemen of het voorkomen daarvan, in deze beleidsregels worden preventie en vroegsignalering buiten beschouwing gelaten;

    • g.

      schuldregeling: het bemiddelen met schuldeisers en het komen tot een afbetalingsvoorstel eventueel met verstrekking van een saneringskrediet; gericht op het oplossen van schulden;

    • h.

      beleidskader: de inhoud van het plan zoals bedoeld in artikel 2 van de Wgs en vastgesteld door de gemeenteraad van Loon op Zand;

    • i.

      plan van aanpak: aanbod schuldhulpverlening dat wordt voorgelegd aan de verzoeker;

    • j.

      intake: een gesprek met verzoeker om te kunnen bepalen welke (financiële) ondersteuning nodig is;

    • k.

      Wgs: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

    • l.

      WSNP: Wet schuldsanering natuurlijke personen;

    • m.

      NVVK: de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, de Vereniging voor schuldhulpverleningen en sociaal bankieren;

    • n.

      fraudevordering: een vordering als bedoeld in artikel 3 derde lid van de Wgs;

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

  • 1. Alle inwoners van de Gemeente Loon op Zand van 18 jaar en ouder.

  • 2. In afwijking van lid 1 kunnen ex-zelfstandig ondernemers een beroep doen op schuldhulpverlening mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het bedrijf is beëindigd en uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      de fiscale schuldpositie is duidelijk;

    • c.

      de boekhouding is op orde en de administratie is volledig afgerond.

      Ex-zelfstandigen die nog niet aan deze voorwaarden kunnen voldoen, kunnen zich bij de schuldhulpverlening melden voor ondersteuning om alsnog aan de voorwaarden te voldoen.

      Zelfstandigen met een nog functionerende onderneming kunnen een beroep doen op een voorliggende voorziening in de vorm van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004).

      Als de voorliggende voorziening onvoldoende mogelijkheden biedt tot oplossen van de financiële problematiek, dan zal de zelfstandige alsnog toegang hebben tot de schuldhulpverlening.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1. Het college biedt aan verzoeker schuldhulpverlening, indien het college dit noodzakelijk acht. Indien die noodzaak niet aanwezig wordt geacht kan een aanvraag worden geweigerd. De noodzaak en de toegang wordt in een beschikking vastgelegd. In een plan van aanpak wordt het aanbod uitgewerkt in concrete stappen.

  • 2. De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt is gebaseerd op een analyse van de hulpvraag, de schulden en de onderliggende problematiek, is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen.

  • 3. De factoren die een rol kunnen spelen zijn (niet limitatief):

    • zwaarte en/of omvang van de schulden;

    • sprake van een crisissituatie;

    • psychosociale omstandigheden;

    • houding, gedrag (motivatie) en vaardigheden van verzoeker;

    • een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening;

    • het inkomen van de verzoeker.

  • 4. Het schuldhulpverleningsaanbod zal geen schuldregeling bevatten wanneer:

    • a.

      vooraf duidelijk is dat één of meerdere schulden van de aanvrager niet door bemiddeling van het college op te lossen zijn, en/of;

    • b.

      de financiële situatie van verzoeker te instabiel is, en/of;

    • c.

      er geen sprake is van een problematische schuldsituatie (zoals omschreven in de gedragscode van de NVVK).

  • 5. De schuldhulpverlening kan bestaan uit een of meer producten, zie bijlage 1.

  • 6. Voor wat betreft de producten Betalingsregeling en Schuldregeling conformeert het college zich aan de Gedragscode van de NVVK.

Artikel 4. Verplichtingen

  • 1. Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het traject.

  • 2. Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject. De medewerking bestaat onder andere uit:

    • a.

      het tijdig nakomen van afspraken;

    • b.

      geen nieuwe schulden aangaan;

    • c.

      het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst en of de bepalingen van het plan van aanpak schuldhulpverlening.

  • 3. De verzoeker kan verplicht worden gesteld om zich maximaal in te spannen om het inkomen te verhogen, dan wel de lasten te verminderen. Te denken valt hierbij aan:

    • a.

      meewerken aan re-integratie en/of inburgering;

    • b.

      werk te vinden of meer uren te gaan werken. Dit geldt ook, voor zover van toepassing, voor de partner;

    • c.

      meerderjarige kinderen leveren een financiële bijdrage aan de huishouding;

    • d.

      indien autobezit niet noodzakelijk is, met uitzondering van een medische noodzaak of inkomensbehoud dan wel inkomensverwerving, deze te verkopen of in te ruilen tegen een goedkoper exemplaar, mits de noodzaak is vastgesteld

    • e.

      overige acties om de financiële ruimte te vergroten, zoals beroep doen op voorliggende voorzieningen.

Artikel 5. Beëindiginggronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

  • a.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

  • b.

    de belanghebbende niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2;

  • c.

    de belanghebbende zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;

  • d.

    de belanghebbende niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6 en 7 van de Wgs, artikel 4 van deze beleidsregels en de beschikking, de schuldregelingsovereenkomst of plan van aanpak niet of in onvoldoende mate nakomt. Er zal niet eerder tot beëindiging worden overgegaan dan nadat belanghebbende een redelijke hersteltermijn is geboden om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Als schuldeisers weigeren mee te werken, dan geldt deze hersteltermijn niet;

  • e.

    op basis van verkeerde en onjuiste informatie – zo later is gebleken – schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • f.

    belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

  • g.

    belanghebbende in staat is om zijn financiën of schulden zelf te regelen dan wel in staat is de financiën of schulden zelfstandig te beheren;

  • h.

    de geboden schuldhulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende, niet (langer) passend is.

Artikel 6. Weigering - hersteltermijn - hernieuwde aanvraag

  • 1. De toegang tot specifieke producten van de schuldhulpverlening of tot de algehele schuldhulpverlening kan door het college worden geweigerd indien:

    • a.

      niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6 en 7 van de Wgs en/of van de verplichtingen zoals genoemd in artikel 4;

    • b.

      sprake is van een openstaande fraudevordering bij een bestuursorgaan die is geconstateerd binnen vijf jaar voorafgaand aan het verzoek om schuldhulpverlening. Bij het bepalen van deze termijn, tellen openstaande fraudevorderingen die zijn ontstaan vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels mee;

    • c.

      een aanvraag door toedoen van de aanvrager is beëindigd of ingetrokken. d. een traject schuldregeling tussentijds is beëindigd (minnelijk en wettelijk).De termijn hiervoor is - afhankelijk van de fase waarin traject zicht bevindt – één jaar na datum van beëindiging;

    • d.

      schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 5 sub a, c, d, e of f. De termijn hiervoor is één jaar na datum van beëindiging;

    • e.

      indien het wettelijke traject schuldsanering van toepassing is verklaard op verzoeker.

  • 2. Alvorens, ingevolge lid 1 te besluiten tot weigering, wordt verzoeker de mogelijkheid geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. Als schuldeisers weigeren mee te werken, dan geldt deze hersteltermijn niet.

  • 3. In afwijking van lid 1 onderdeel c, d en e kan het college voorlichting, advies, doorverwijzing of stabilisatie aanbieden.

  • 4. In afwijking van lid 1 f kunnen we voorlichting, advies, doorverwijzing, budgetbeheer of budget-begeleiding aanbieden.

Artikel 7. Berekening Vrij Te Laten Bedrag

Voor de berekening van het Vrij Te Laten Bedrag (VLTB) wordt gebruik gemaakt van de laatst bekende berekeningswijze volgens ReCoFa.

Artikel 8. Kosten Schuldhulpverlening

De kosten inzet van budgetbeheer worden gedurende de inzet van een schuldregeling door de gemeente Loon op Zand voldaan. Na afloop van de schuldregeling bij voortzetting budgetbeheer dient een inwoner dit zelf te betalen.

Artikel 9. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1. Het college kan gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien sprake is van bijzondere omstandigheden.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 10. Aanduiding en inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2021 en worden aangehaald als: “Beleidsregels schuldhulpverlening Loon op Zand”

De beleidsregels toelating tot schuldhulpverlening worden per 31 december 2020 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus op 24 oktober 2020 vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand