Verordening monumentencommissie 1998

Artikel 1

• 1.

  De monumentencommissie Loon op zand, verder te noemen de commissie, adviseert het college van burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging over:

  • a.

    de aanwijzing van- en de samenstelling van het register van beschermde monumenten/beschermde beeldbepalende zaken als bedoeld in de artikelen 3 en 6 en 21 en 24 van de Monumentenverordening 1998,

  • b.

    de aanwijzing van- en de samenstelling van het register van beschermde monumenten als bedoeld in de artikelen 3 en 6 van de Monumentenwet 1988,

  • c.

    de aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten als bedoeld in artikel 35 van de Monumentenwet 1988,

  • d.

    de aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten als bedoeld in artikel 15 van de Monumentenverordening 1998,

  • e.

    de uitvoering van de Monumentenverordening 1998,

  • f.

    aanvragen om vergunning als bedoeld in de artikelen 10, 20 en 27 van de Monumentenverordening 1998,

  • g.

    het opstellen en uitvoeren van werkzaamheden in het kader van het Besluit Rijkssubsidiëring Restauratie Monumenten 1997 (BRRM 1997),

  • h.

    verzoeken om subsidie als bedoeld in de Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten,

  • i.

    de bevordering en herstel van beschermde monumenten en Monumenten Inventarisatie Project- panden (MIP- panden),

  • j.

    het opstellen van cultuurhistorische analyses voor gebieden, die ingrijpende wijzigingen in de ruimtelijke ordeningsstructuur ondergaan,

  • k.

    planologische maatregelen, waarbij gemeentelijke monumenten, als bedoeld in de subsidieverordening zijn betrokken,

  • l.

    alle overige aangelegenheden, hiervoor niet gespecificeerd, die van belang (kunnen) zijn voor de behartiging van de monumentenzorg en archeologie in de gemeente Loon op Zand, waaronder de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Woningwet, de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing en de wijziging of vervanging van de Monumentenverordening 1998.

• 2.

  Voorts brengt de commissie advies uit in alle aangelegenheden, waarover het college van burgemeester en wethouders haar oordeel vraagt.

• 3.

  De besluiten, die naar aanleiding van de adviezen van de commissie zijn genomen, worden zo spoedig mogelijk aan de commissie medegedeeld.

Artikel 2 Samenstelling

• 1.

  De commissie bestaat uit een of meerdere leden en een secretaris.

• 2.

  De leden worden benoemd door het college van burgemeester en wethouders.

• 3.

  De commissie benoemt uit zijn midden een voorzitter.

• 4.

  In de commissie dient de volgende deskundigheid vertegenwoordigd te zijn: architectuur-, kunst-, bouw- en stedenbouwgeschiedenis, restauratiearchitectuur en/of bouwkunde, geschiedenis van het dorp en bestuurlijke/juridische. Van de leden van de commissie wordt verwacht, dat zij betrokken zijn bij het inhoudelijk werk van- c.q. prestaties hebben geleverd in het kader van de taakstelling van de commissie.

• 5.

  De commissie wordt in de haar opgedragen taak bijgestaan door een, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen, secretaris, die geen stemrecht heeft.

• 6.

  De commissie is bevoegd om ambtenaren, adviseurs en/of deskundigen te horen en/of in te schakelen, echter met dien verstande, dat toestemming van het college van burgemeester en wethouders nodig is, indien aan het horen of inschakelen van deskundigen kosten voor de gemeente verbonden zijn.

• 7.

  Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd adviseurs aan de commissie toe te voegen.

Artikel 3 Zittingsduur

• 1.

  De leden van de commissie worden voor een periode van vier jaar benoemd en kunnen eenmaal worden herbenoemd. De leden treden af volgens een door de commissie op te stellen rooster.

• 2.

  Een lid kan ontslag nemen door schriftelijke kennisgeving aan het college van burgemeester en wethouders. Hij blijft zijn functie uitoefenen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 4 Tussentijdse benoeming

Hij, die ter vervulling van een buiten de gewone tijd van aftreding opengevallen plaats tot lid is benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, zou zijn afgetreden.

Artikel 5 Verhindering commissie

Bij verhindering van de commissie wordt deze vervangen door een door de commissie, tijdens de eerste vergadering van de commissie, aan te wijzen lid.

Artikel 7

• 1.

  De vergadering wordt niet gehouden als blijkens de presentielijst niet tenminste de helft van de leden ter vergadering aanwezig is.

• 2.

  Kan als gevolg van het onder lid 1 gestelde een vergadering niet doorgaan, dan wordt zo mogelijk met een tussentijd van tenminste vierentwintig uur een nieuwe vergadering belegd. Wanneer ook dan het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt over de op de agenda vermelde onderwerpen beraadslaagd en geadviseerd door de aanwezig zijnde leden.

• 3.

  Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van de stemmen vindt er herstemming plaats in de eerstvolgende vergadering. De minderheid kan vorderen, dat haar afwijkende mening uit het advies blijkt. Adviezen worden met redenen omkleed en door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

• 4.

  Op voorstel van de commissie kan de besluitvorming over zaken plaatsvinden door toezending van een voorstel aan de leden, die daarover schriftelijk hun mening kenbaar kunnen maken.

• 5.

  Geen lid mag bij de beraadslaging en bij de vaststelling van een advies aanwezig zijn als het gaat over zaken waarbij deze als belanghebbende is betrokken.

Artikel 8

De vergaderingen van de commissie zijn als regel openbaar. De deuren worden gesloten, wanneer de meerderheid van het aantal aanwezige leden daarom verzoekt of de commissie het nodig oordeelt.

Artikel 9 Geheimhouding

De commissie kan omtrent het in een besloten vergadering behan­delde en omtrent de inhoud van de stukken, die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding wordt zowel door de leden, die bij de behandeling aanwezig waren, als de ingevolge artikel 2, lid 6 aanwezigen, in acht genomen tot de commissie of de commissie de geheimhouding opheft.

Artikel 10 Verslaglegging

• 1.

  Van het besprokene in een vergadering wordt door de secre­taris een beknopt zakelijk verslag gemaakt met vermelding van de door de commissie uitgebrachte adviezen.

• 2.

  Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van de commissie vastgesteld en door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

• 3.

  De secretaris draagt zorg voor het ter kennisneming brengen van het verslag aan het college van burgemeester en wethou­ders en de gemeenteraad.

• 4.

  De commissie brengt jaarlijks verslag uit van de door haar verrichte werkzaamheden, uitgebrachte adviezen en aan de orde geweest zijnde financiële aspecten.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening, die kan worden aangehaald als

"Verordening Monumentencommissie 1998", treedt in werking op 15 juli 1998.