Regeling vervallen per 31-12-2011

Handhavingsverordening

Geldend van 14-12-2010 t/m 30-12-2011

Intitulé

Handhavingsverordening

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Nr.: 10

Onderwerp: Handhavingsverordening

De raad van de gemeente Lopik;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 november 2010;

gelet op de bepalingen van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

-- - - - - - -

de Handhavingsverordening” vast te stellen.

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Lopik;

    • b.

      WWB: Wet werk en bijstand;

    • c.

      WIJ: Wet investeren in jongeren;

    • d.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • e.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • f.

      algemene bijstand: de uitkering ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan op grond van de WWB, IOAW en IOAZ en de inkomensvoorziening als bedoeld in artikel 24 van de WIJ;

    • g.

      bijzondere bijstand: de bijstand, bedoeld in artikel 35 eerste lid van de Wet Werk en Bijstand;

    • h.

      bijstand: algemene en bijzondere bijstand dan wel de inkomensvoorziening zoals bedoeld in artikel 24 WIJ;

    • i.

      belanghebbende: persoon die een uitkering heeft aangevraagd dan wel ontvangt of heeft ontvangen dan wel de jongere die gebruik wil maken, maakt of gemaakt heeft van een werkleeraanbod en/of een inkomensvoorziening op grond van de WIJ; indien het een gehuwde betreft, wordt onder de belanghebbende elk van de echtgenoten verstaan.

  • 2.

    Voor zover niet anders is bepaald worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de lid 1 genoemde wetten.

HOOFDSTUK II PREVENTIE

Artikel 2 Aanvraag

  • 1.

    Het college stelt binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag IOAZ vast of recht op uitkering bestaat;

  • 2.

    Indien het college niet in staat is binnen de termijn, bedoeld in lid 1, een besluit te nemen, kan deze het met ten hoogste dertien weken verlengen. Van de verlenging doen zij mededeling aan de belanghebbende, onder vermelding van het tijdstip waarop de termijn van het nemen van een besluit zal verstrijken;

  • 3.

    Het college besluit niet tot toekenning dan nadat de juistheid en volledigheid van de door hem verstrekte gegevens is onderzocht;

  • 4.

    Als buiten toedoen van de belanghebbende het onderzoek naar de juistheid en volledigheid van de voor hem verstrekte gegevens niet binnen de beslistermijn kan worden voltooid, besluit het college op de aanvraag op voet van de dan bekende gegevens.

Artikel 3 Voorlichting, communicatie en controle bij aanvraag

Het college stelt een beleidsplan van de gemeente vast, waarin onder meer aandacht wordt besteed aan fraudepreventie. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het College belanghebbende informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand zijn verbonden, en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik. Daarnaast beschrijft het College in het beleidsplan tenminste de wijze van controle bij de aanvraag, de handelwijze bij onduidelijkheden in de aanvraag.

Artikel 4 Informatieverzameling

  • 1.

    Het college maakt gebruik van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.

  • 2.

    Het college onderzoekt overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand.

HOOFDSTUK III CONTROLE

Artikel 5 Controle tijdens en na beëindiging van de bijstand

Het College voert onderzoeken uit om rechtmatigheid van de bijstand te controleren, alsmede onderzoeken naar de reden van beëindiging van de bijstand, binnen door het College nader te bepalen termijnen en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de bijstand en de wederzijds tussen College en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

Artikel 6 Controlemiddelen

  • 1.

    In het beleidsplan van de gemeente beschrijft het College tenminste de wijze van controle, de handelwijze bij inconsistenties alsmede de beoordeling van inlichtingen die door belanghebbende zijn verstrekt;

  • 2.

    Het College maakt ter controle voorts gebruik van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloop signalen die daaruit voorkomen;

  • 3.

    Het College onderzoekt overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand.

HOOFDSTUK IV GEVOLGEN BIJ FRAUDE

Artikel 7 Verlaging van de uitkering

Indien belanghebbende onjuiste, of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, verlaagt het College de bijstand, conform hetgeen hierover in de Afstemmingsverordening is bepaald, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand.

Artikel 8 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

  • 1.

    Indien een gedraging van belanghebbende en zijn eventuele medepleger(s) en/of medeplichtige(n) leidt tot benadeling van de Gemeente, doet het College, onverminderd de mogelijkheid de bijstand te verlagen en de ten onrechte ontvangen bijstand terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten;

  • 2.

    Indien het benadelingsbedrag de aangiftegrens overschrijdt wordt door of namens het College Proces-verbaal opgemaakt en aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie;

  • 3.

    Jaarlijks maakt het College afspraken met het Openbaar Ministerie over het aantal aan te leveren Processen-verbaal.

  • 4.

    Van misdragingen genoemd in de Nederlandse strafwetgeving gepleegd tegen het college of de gemeentelijke uitvoerders van de WWB, IOAW, IOAZ en WIJ, kan het college aangifte doen bij het Openbaar Ministerie.

HOOFDSTUK V VERANTWOORDING COLLEGE

Artikel 9 Verantwoording college

  • 1.

    De Raad bepaalt jaarlijks de onderwerpen waarover het College dient te rapporteren;

  • 2.

    In ieder geval rapporteert het College aan de Raad over:

  • a.

    het aantal gevallen waarin is vastgesteld dat bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend, daarbij maken we onderscheid tussen fraude en niet-fraude;

  • b.

    in hoeveel gevallen hierbij sprake is geweest van leeffraude inclusief het aantal verrichte huisbezoeken;

  • c.

    of en zo ja in hoeveel gevallen tot terugvordering is besloten onderscheidenlijk in hoeveel gevallen, met redenen omkleed, is afgezien van terugvordering;

  • d.

    of, en zo ja in hoeveel gevallen is ingevorderd en tot welk bedrag;

  • f.

    in hoeveel gevallen aangifte heeft plaatsgevonden.

HOOFDSTUK VI SLOTBEPALINGEN

Artikel 10 Intrekking oude regeling

De Handhavingsverordening WWB en WIJ 2010 vervalt gelijktijdig met de inwerkintreding van onderhavige verordening.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na openbare bekendmaking.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lopik, gehouden op 14 december 2010.

de griffier,

de voorzitter,

MW. MR. G.M.G. DOLDERS

mw. mr. R.G. Westerlaken-Loos