Regeling vervallen per 25-06-2013

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers Lopik 2004

Geldend van 26-01-2005 t/m 24-06-2013

Intitulé

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers Lopik 2004

De raad van de gemeente Lopik;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 oktober 2004,gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, artikel 18, zevende lid, van de Wet inburgering nieuwkomers (Win);b e s l u i t vast te stellen de:- - - - - - - - BOETEVERORDENING WET INBURGERING NIEUWKOMERS LOPIK 2004 

Artikel 1

<vet>Artikel 1 Begripsbepalingen</vet>In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet inburgering nieuwkomers;

  • b.

    bestuurlijke boete: de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18, eerste lid van de wet;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik;

  • d.

    nieuwkomer: de nieuwkomer als bedoeld in artikel 1 van de wet;

<vet>Artikel 2 Besluit tot opleggen bestuurlijke boete</vet>Het college neemt bij toepassing van artikel 18, eerste lid, van de wet de bepalingen van deze verordening in acht, onverminderd artikel 18, tweede en vierde lid van de wet. <vet>Artikel 3 Hoogte van de bestuurlijke boete</vet>

  • 1.

    De bestuurlijke boete bedraagt 20 procent van de voor de nieuwkomer geldende bijstandsnorm, genoemd in hoofdstuk 3, paragraaf 3.2, van de wet Werk en bijstand, nadat deze bijstandsnorm voor een belanghebbende van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar die een alleenstaande of een alleenstaande ouder is eerst is verhoogd met de toeslag, genoemd in artikel 25 van de Wet werk en bijstand.

  • 2.

    Indien de nieuwkomer geen belanghebbende in de zin van de Wet werk en bijstand is, wordt bij de toepassing van het eerste lid uitgegaan van de bijstandsnorm die voor hem zou gelden in het geval hij wel belanghebbende zou zijn.

<vet>Artikel 4 Recidive</vet>Indien de nieuwkomer zich binnen twaalf maanden nadat aan hem het besluit tot opleggen van een bestuurlijke boete bekend is gemaakt, zich opnieuw gedraagt in strijd met de artikelen 2, 4, vierde lid, 8, eerste volzin, 9, eerste lid, 10, derde lid, of 12 eerste lid, van de wet, bedraagt de bestuurlijke boete 40% van de in artikel 3 bedoelde bijstandsnorm. Met het opleggen van een bestuurlijke boete wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 18, vierde lid van de wet. <vet>Artikel 5 Inwerkingtreding</vet>De &#x201C;Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers Lopik 2004&#x201D; wordt na vaststelling door de raad gepubliceerd en op grond van de Tijdelijke Referendumwet gedurende zes weken ter inzage gelegd. Daarna treedt de verordening in werking.<vet>Artikel 6 Citeertitel</vet>Deze verordening wordt aangehaald als: Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers Lopik 2004.Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lopik, gehouden op 23 november 2004.de griffier, de voorzitter,MW. MR. G.M.G. DOLDERS DRS. A.J. VAN DER SLOOT

Toelichting 1 Nieuwe Toelichting

<vet>ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTINGArtikel 1 Begripsbepalingen</vet>De begrippen die in deze verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de Win.<vet>Artikel 2 Besluit tot het opleggen van bestuurlijke boete</vet>Dit artikel bepaalt dat het college niet meer de standaardboete als bedoeld in artikel 3 kan opleggen, maar dat op grond van artikel 18, tweede en vierde lid van de Win, de boete afgestemd moet worden op de ernst van het feit, de omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert, en de mate van verwijtbaarheid. Daarnaast kan het college afzien van het opleggen van een boete als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. Van dringende redenen is slechts sprake als het verlagen van de uitkering onaanvaardbare gevolgen heeft voor de belanghebbende. Duidelijk is dat slechts in uitzonderlijke gevallen sprake kan zijn van dringende redenen. Wat concreet een dringende reden kan opleveren is op voorhand niet vast te leggen. Gedacht kan worden aan financiële en sociaal/psychische omstandigheden. <vet>Artikel 3 Hoogte van de bestuurlijke boete</vet>De beoordeling van de ernst van de gedraging is in deze verordening geobjectiveerd door voor de gedragingen een standaardboete voor te schrijven. Dit neemt uiteraard niet weg dat indien individuele omstandigheden daartoe aanleiding geven, ten voor of ten nadele van de klant, een andere dan de standaardboete kan worden opgelegd. Voor gedragingen waarvoor in het kader van de Win een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, kan ook, indien de belanghebbende een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand ontvangt, de bijstand worden afgestemd op grond van artikel 18, tweede lid van de Wet werk en bijstand. De nadere regels over de afstemming zijn te vinden in de Afstemmingsverordening 2004. Het is wel zo dat als de uitkering bij wijze van afstemming is verlaagd, ingevolge artikel 18, vijfde lid Win, geen boete kan worden opgelegd. Om te garanderen dat nieuwkomers zonder uitkering ingevolge de WWB dezelfde sanctie krijgen als nieuwkomers met een bijstandsuitkering, is de hoogte van boete gelijkgesteld aan het bedrag van de verlaging van de bijstand gedurende de periode waarin het verzuim zich voordoet, zoals geregeld in de Afstemmingsverordening artikel 11 lid 4.De gedragingen die ingevolge de Win boetewaardig zijn, zijn te vergelijken met de gedragingen zoals genoemd in artikel 11 lid 4 tweede categorie van de Afstemmingsverordening 2004, waaraan een verlagingspercentage is gekoppeld van 20 procent. <vet>Artikel 4 Recidive</vet>Indien de nieuwkomer binnen één jaar nadat een boetebesluit bekend is gemaakt of is besloten hiervan af te zien wegens dringende redenen, opnieuw zijn verplichtingen niet nakomt, is er sprake van recidive en wordt de grotere mate van verwijtbaarheid van de tweede schending van de verplichting tot uitdrukking gebracht in een verdubbeling van de boete. <vet>Artikel 5 Inwerkingtreding</vet>De “Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers Lopik 2004” wordt na vaststelling door de raad gepubliceerd en op grond van de Tijdelijke Referendumwet gedurende zes weken ter inzage gelegd. Daarna treedt de verordening in werking.<vet>Artikel 6 Citeertitel</vet>Behoeft geen nadere toelichting.