Regeling vervallen per 23-12-2020

Verordening op de heffing en invordering van een rioolheffing in de gemeente Loppersum 2020

Geldend van 25-12-2019 t/m 22-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van een rioolheffing in de gemeente Loppersum 2020

De raad van de gemeente Loppersum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 november 2019;

gelet op de artikelen 228a van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

"VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN RIOOLHEFFING IN DE GEMEENTE LOPPERSUM 2020".

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • b.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering ervan; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

  • 2.

    Ingeval het perceel een onroerende zaak is, wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Voorwerp van de belasting

1. Voorwerp van de belasting is een perceel.

2. Als perceel wordt aangemerkt:

  • a.

    de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

  • b.

    de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

  • c.

    een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

  • d.

    een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde persoon in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

  • e.

    het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De grondslag voor de belasting als bedoeld in artikel 3 is:

  • a.

    voor een perceel, gebruikt als bejaardentehuis of gezinsvervangend tehuis, het aantal onzelfstandige eenheid dat het tehuis bevat;

  • b.

    voor alle overige onroerende zaken, wordt per perceel geheven.

Artikel 6 Belastingtarieven

De belasting bedraagt per jaar:

  • a.

    voor een perceel, gebruikt als bejaardentehuis of gezinsvervangend tehuis, per onzelfstandige eenheid: € 172,80

  • b.

    voor percelen, die enkel een directe of indirecte aansluiting op de gemeentelijke riolering hebben voor de afvoer van hemel- of grondwater en een WOZ-waarde hebben van € 30.000 of minder: € 103,70

  • c.

    voor alle overige percelen : € 345,65

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De belasting is verschuldigd per het begin van het belastingjaar.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1. De aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

2. Ingeval het totaalbedrag van het aanslagbiljet waarop de aanslagen staan vermeld € 4.000,00 of meer bedraagt, moet dit bedrag, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

3. Ingeval het totaalbedrag van het aanslagbiljet waarop de aanslagen staan vermeld € 10,00 of minder bedraagt, moet dit bedrag, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

4. De belastingplichtige kan machtiging tot automatische incasso verlenen. Indien een machtiging tot automatische incasso verleend is, moet het bedrag, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand, die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de bovengenoemde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

De “Verordening rioolheffing 2019” van 5 november 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2020'.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Loppersum,

gehouden op 16 december 2019, nr. 15.

De raad voornoemd,

mr. J.W.M. Engels, voorzitter.

S.P. van Hemmen, griffier.