Regeling vervallen per 15-05-2020

REGELING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN PERSONEEL

Geldend van 03-05-2014 t/m 14-05-2020

Intitulé

REGELING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN PERSONEEL

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser; gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet (art. 140 en volgende); BESLUITEN: vast te stellen de volgende regeling:

REGELING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN PERSONEEL

HOOFDSTUK I BEGRIPSBEPALING

Artikel 1

  • a.

    bezwaar: een bezwaar als bedoeld in artikel 7:1 van de wet

  • b.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften als bedoeld in artikel 7:13 van de wet;

  • d.

    wet: wet van 4 juni 1992 (Stbl. 1992, 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

HOOFDSTUK II BEHANDELING VAN DE BEZWAARSCHRIFTEN

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren tegen een besluit genomen ten aanzien van een medewerker van de gemeente Losser met betrekking tot de arbeidsverhouding.

Artikel 3 De commissie

  • 1. Als commissie fungeert de kamer PZ van de commissie bezwaarschriften van de gemeente Enschede.

  • 2. Voor de samenstelling en de zittingsduur van de commissie wordt aangesloten bij het bepaalde in de Verordening behandeling bezwaarschriften van de gemeente Enschede.

Artikel 4 Secretaris

Het secretariaat van de commissie wordt gevoerd door de gemeente Enschede.

Paragraaf 2 Procedure De hoorzitting

Artikel 5 Vaststelling hoorzitting en uitnodiging

  • 1. De voorzitter van de kamer bepaalt dag, plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbende(n) en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord.

  • 2. In voorkomend geval beslist de voorzitter over de mogelijkheid om af te zien van het horen van belanghebbende(n) op grond van artikel 7:3 van de wet.

  • 3. De secretaris van de kamer zendt belanghebbende(n) en het bestuursorgaan ten minste tien dagen voor de vastgestelde datum een schriftelijke uitnodiging voor de hoorzitting vergezeld van de op het bezwaar betrekking hebbende stukken.

Artikel 6 Quorum

  • 1. Voor het houden van een hoorzitting dient de meerderheid van de leden van een kamer aanwezig te zijn.

  • 2. Wanneer slechts één lid van de kamer aanwezig is kan de hoorzitting niettemin doorgang vinden als de belanghebbende(n), het bestuursorgaan en het betrokken lid daartegen geen bezwaar hebben.

  • 3. Van het eerste lid wordt afgeweken wanneer het horen op grond van artikel 7:13, derde lid, van de wet wordt opgedragen aan de voorzitter of een lid van de commissie.

Artikel 7 Verschoning

  • 1. De leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

  • 2. In de situatie bedoeld in het eerste lid wordt het betrokken commissielid indien mogelijk vervangen.

Artikel 8 Openbaarheid hoorzitting

De hoorzittingen van de kamer PZ zijn niet openbaar.

Artikel 9 Verslaglegging

  • 1. Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de wet bestaat in de regel uit een digitale geluidsopname, die op verzoek aan de belanghebbende(n) ter beschikking wordt gesteld.

  • 2. De secretaris maakt op basis van de geluidsopname een schriftelijke samenvatting van het besprokene wanneer het bestuursorgaan dat nodig acht voor zijn besluitvorming of wanneer een gerechtelijke instantie daarom verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.

Artikel 10 Overdracht van taken en bevoegdheden

  • 1. De taken en bevoegdheden ingevolge de artikelen 2:1, tweede lid, en 7:6, vierde lid, van de wet worden met betrekking tot de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitters van de kamers.

  • 2. De taken en bevoegdheden ingevolge de artikelen 6:6, voor wat betreft het stellen van een hersteltermijn, 6:10, tweede lid, 6:14, 6:17, 7:4, tweede lid, en 7:10, derde lid, van de wet worden met betrekking tot de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretarissen van de kamers.

Artikel 11 Onderzoek en inlichtingen

  • 1. De voorzitter van een kamer is in verband met de voorbereiding van de behandeling van een bezwaarschrift bevoegd alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de kamer inlichtingen of adviezen inwinnen bij deskundigen en deze desgewenst uitnodigen daartoe in de hoorzitting te verschijnen.

  • 3. Indien na afloop van de hoorzitting maar vóór het uitbrengen van het advies blijkt dat het nodig is nadere inlichtingen of adviezen in te winnen of nader onderzoek te (laten) doen, kan de voorzitter in verband daarmee de behandeling van het bezwaarschrift aanhouden.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde nadere informatie wordt in afschrift toegezonden aan de leden van de kamer, de belanghebbende(n) en het bestuursorgaan, waarop zij binnen een door de voorzitter te bepalen termijn een schriftelijke reactie kunnen geven of kunnen verzoeken een nieuwe hoorzitting te beleggen; de voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 5. Wanneer aan het inwinnen van inlichtingen, het vragen van advies of het verrichten van onderzoek door deskundigen kosten zijn verbonden die niet kunnen worden gedekt uit het de commissie ter beschikking staande budget, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Paragraaf 3 Advies van de commissie

Artikel 12 Totstandkoming van het advies

  • 1. Na het horen beslist de kamer in besloten zitting bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Wanneer de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter.

  • 2. Een minderheidsstandpunt wordt in het advies vermeld wanneer de minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de kamer ondertekend.

Artikel 13 Inhoud van het advies

  • 1. Indien een hoorzitting heeft plaatsgevonden vermeldt het advies de namen van de aanwezigen en de hoedanigheid waarin zij de hoorzitting hebben bijgewoond.

  • 2. Indien op grond van artikel 7:3 van de wet is afgezien van het horen van belanghebbende(n) wordt dat gemotiveerd vermeld in het advies van de commissie.

  • 3. Indien een hoorzitting achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden of indien belanghebbende(n) niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord wordt dit met opgave van redenen in het advies vermeld.

  • 4. Indien ter zitting nog nadere stukken zijn overgelegd wordt dit in het advies vermeld; voor zover de voorzitter dat nodig oordeelt worden deze stukken als bijlage bij het advies gevoegd.

  • 5. Het advies bevat de overwegingen van de commissie ten aanzien van het bezwaar en de conclusie waartoe die overwegingen de commissie leiden. De conclusie van de commissie kan luiden: a. het bezwaar is niet-ontvankelijk; b. het bezwaar is ongegrond; c. het bezwaar is gegrond; d. een combinatie van a, b, en/of c.

  • 6. Het advies bevat voorts de te nemen besluiten of maatregelen die aan de conclusie ten aanzien van het bezwaar moeten worden verbonden.

HOOFDSTUK III SLOTBEPALING

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

  • 2. De verordening reglement commissie bezwaarschriften personeel gemeente Losser, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouder van 25 oktober 1994 wordt ingetrokken.

Artikel 15 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Regeling behandeling bezwaarschriften personeel”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Losser op 15 april 2014.
secretaris, de burgemeester,

Toelichting op de Regeling behandeling bezwaarschriften personeel.

Algemeen

 

Het Nederlands bestuursrecht kent bezwaarprocedures. Een belanghebbende bij een besluit kan in principe een bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Een beroepsprocedure bij de rechter is in beginsel niet mogelijk zonder eerst een bezwaarprocedure te doorlopen. Dit geldt ook voor besluiten die door het college in de rol van werkgever worden genomen.

De bezwaarschriftenprocedure heeft tot doel om na bezwaar het primaire besluit te heroverwegen op zowel de rechtmatigheid als op de doelmatigheid van het besluit. Alvorens het bestuursorgaan een besluit op bezwaar neemt, dient het belanghebbenden de mogelijkheid te geven om te worden gehoord. Een belanghebbende kan er voor kiezen om al dan niet van deze mogelijkheid gebruik te maken.

De Algemene wet bestuursrecht geeft een aantal mogelijkheden waarop bezwaarmakers kunnen worden gehoord. Het horen kan gebeuren binnen de gemeente of door een externe adviescommissie. Het bestuursorgaan aan wie een bezwaarschrift is gericht, beslist over welke wijze wordt gevolgd. Voor de goede orde wordt opgemerkt, dat de adviescommissie niet in de plaats van het bestuursorgaan treedt en een besluit op bezwaar neemt.

De adviescommissie hoort de bezwaarde over het desbetreffende bezwaar en brengt advies uit aan het desbetreffende bestuursorgaan over het te nemen besluit op bezwaar. Het nemen van dit besluit blijft een verantwoordelijkheid van het desbetreffende bestuursorgaan, die het advies van de adviescommissie niet hoeft te volgen. Ook de keuze of een adviescommissie wordt ingesteld, ligt bij het desbetreffende bestuursorgaan (voor besluiten door het college genomen, is dat het college).

Gelet op het bepaalde in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht, is het niet verplicht een commissie bezwaarschriften te hebben. In de aanhef van de verordening is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders besluit de regeling vast te stellen.. Het college neemt hiermee het besluit tot instellen van de commissie en de wijze van behandeling van personele bezwaren.

Voorheen werd er bij personele bezwaren geadviseerd door de personele bezwarencommissie van de gemeente Oldenzaal. Door de samenwerking met de gemeente Enschede ligt het meer voor de hand dat deze advisering bij de bezwarencommissie van deze gemeente neer te leggen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit artikel zijn slechts die begripsbepalingen opgenomen die niet in de Awb voorkomen.. Het college wordt in dit geval wordt in de regeling aangeduid als 'verwerend orgaan'.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

De commissie wordt via deze inleidende bepaling geïntroduceerd als de gemeentelijke commissie voor het horen en adviseren in personele zaken. In artikel 1:5 van de Awb is omschreven wat onder het maken van bezwaar dient te worden verstaan.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

Als adviescommissie voor Losser fungeert de adviescommissie PZ van de gemeente Enschede. Op de samenstelling is de Verordening behandeling bezwaarschriften van de gemeente Enschede van toepasing.

Artikel 4 Secretaris

Hoewel in de Awb nergens over een secretaris wordt gesproken, is het gebruikelijk dat een commissie beschikt over een secretaris ter ondersteuning van de werkzaamheden. Het secretariaat voor de personele kamer wordt gevoerd door de gemeente Enschede.

Artikel 5 Uitnodiging zitting

Ingevolge het eerste lid van deze bepaling wordt ook het verwerend orgaan uitgenodigd voor de zitting. Het is van groot belang dat dit orgaan zich ook ter zitting laat vertegenwoordigen. Daarmee kan worden voorkomen dat er, vanwege de inbreng van bezwaarmaker, een eenzijdig beeld ontstaat. Voorts is het voor een externe commissie van groot belang om van bestuurlijke zijde te vernemen hoe een beslissing tot stand is gekomen. Anders kan het voor de commissie moeilijk worden om een goede afweging te maken. Gekozen is voor een termijn van tien dagen. Daarnaast krijgt de voorzitter de bevoegdheid omtrent de toepassing van artikel 7:3 Awb. In de wet zijn is aangegeven wanneer van horen kan worden afgezien. Dit is het geval indien :

  • a.

    het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is;

  • b.

    het bezwaar kennelijk ongegrond is;

  • c.

    de belanghebbenden verklaard hebben geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord;

  • d.

    aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.

 

Artikel 6 Quorum

Dit artikel spreekt voor zich. De meerderheid van de leden, waaronder de voorzitter moet aanwezig zijn voor het houden van een zitting. Het horen kan gebeuren door één lid, mits belanghebbende, bestuursorgaan en het lid daar geen bezwaar tegen heeft.

 

Artikel 7 Verschoning

Indien er twijfels omtrent de onpartijdigheid van een commissielid, kan het desbetreffende commissielid niet deelnemen aan de behandeling. De beoordeling hiervan ligt voor een groot deel in handen van de commissieleden zelf. Vervanging zal doorgaans alleen mogelijk zijn wanneer de mogelijke partijdigheid van het commissielid bij een bezwaar vóór de hoorzitting aan de dag treedt.

 

Artikel 8 Openbaarheid hoorzitting

De zitting van de kamer Personele zaken van de commissie bezwaarschriften van de gemeente Enschede zijn niet openbaar. Deze bepaling spreekt voor zich, gelet op het vertrouwelijke karakter van de bezwaarschriften.

Artikel 9 Verslaglegging Artikel 7:7 Awb vereist zeer kort en bondig dat van het horen een verslag wordt gemaakt. De wijze waarop en de inhoudelijk vereisten aan het verslag worden niet door de Awb geregeld. In principe wordt een digitale geluidsopname van de hoorzitting gemaakt. Slechts in incidentele gevallen wordt de opname uitgewerkt in een schriftelijk verslag. Op verzoek van belanghebbende wordt de opname ter beschikking gesteld. Slechts wanneer het bestuursorgaan dit nodig acht of als de rechtbank hierom verzoekt wordt een schriftelijke samenvatting gemaakt.

 

Artikel 10 Overdracht bevoegdheden

De tekst van dit artikel spreekt voor zich. Een deel van de bevoegdheden is van uitvoerende aard en wordt door de secretarissen van de commissie uitgeoefend.

 

Artikel 11 Onderzoek en inlichtingen

Het spreekt voor zich dat de voorzitter van de commissie er zorg voor dient te dragen dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift genoegzaam voor te bereiden. Dat geldt zowel intern bij de gemeente - hij krijgt de bevoegdheid alle gewenste inlichtingen in te winnen - als extern. Zo moet het mogelijk zijn om met de bezwaarde in contact te treden om nadere informatie in te winnen of bijvoorbeeld hem bij kennelijke niet-ontvankelijkheid in overweging te geven het bezwaarschrift in te trekken. De activiteiten van de commissie of haar voorzitter bij de voorbereiding van de te behandelen zaken kunnen kosten meebrengen. Daarbij vallen gewone en bijzondere kosten te onderscheiden. Bij gewone kosten valt te denken aan bijvoorbeeld de vergoedingen voor de leden. Het inschakelen van externe deskundigen zal bijzondere kosten meebrengen. Deze kosten komen ten laste van de gemeentebegroting. Normaal gesproken is er in de begroting voorzien in de normale kosten van een commissie. Dat kan anders liggen als het om bijzondere kosten gaat. Aangezien het college belast is met de uitvoering van de begroting, ligt het voor de hand dat bijzondere kosten niet gemaakt worden voordat dat college de gelegenheid heeft gehad dit te toetsen aan een begrotingspost. Om deze reden is in deze bepaling voor de kosten voor getuigen of deskundigen een machtiging vooraf geïntroduceerd. Uiteraard mag het niet zo zijn dat het college door zo'n toetsing het werk van de commissie frustreert en haar onafhankelijke positie daardoor aantast. In dit verband verdient ook artikel 3:7 Awb aandacht. Daarin is bepaald dat het bestuursorgaan waaraan advies wordt uitgebracht, al dan niet op verzoek, de gegevens ter beschikking stelt aan de adviseur die nodig zijn voor een goede vervulling van diens taak. Uit de hier gebezigde formulering volgt dat het ter beoordeling van het bestuursorgaan blijft welke gegevens dat zullen zijn. Uit de aard van het advies van de commissie vloeit evenwel voort dat dit alle op de zaak betrekking hebbende gegevens zullen zijn. De commissie zal immers geen afgewogen oordeel kunnen uitbrengen indien gegevens worden achtergehouden.

 

Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de zitting nog niet bekend waren. Dit kan aanleiding zijn om belanghebbenden en het verwerend orgaan opnieuw te horen. De onderhavige bepaling voorziet in de mogelijkheid de commissie te verzoeken daartoe een nieuwe zitting te houden. In artikel 7:9 Awb wordt bepaald dat indien het in het hier bedoelde geval feiten of omstandigheden betreft die voor de op bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, dit aan belanghebbenden wordt meegedeeld en dat zij opnieuw in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord (rechtsbeginsel hoor en wederhoor). Is de nieuwe informatie niet van aanmerkelijk belang dan kan er voor gekozen worden om de belanghebbenden in de gelegenheid te stellen schriftelijk te reageren.

 

 

Artikel 12 Totstandkoming van het advies

De tekst van dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 13  Inhoud van het advies

Het artikel geeft aan welke elementen het advies moet bevatten. Lid 5 geeft limitatief aan tot welke oordelen de commissie kan komen.

 

Artikel 14  Inwerkingtreding

In de Gemeentewet zijn de bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden geregeld. Besluiten van het gemeentebestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden, verbinden niet dan wanneer ze bekendgemaakt zijn. De bekendmaking geschiedt elektronisch in het GVOP.

 

Artikel 15  Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.