Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Losser houdende regels omtrent uitsluitend recht SW-bedrijven (Verordening uitsluitend recht SW-bedrijven)

Ondertekening

Toelichting

Gemeenten kunnen de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening opdragen aan een derde partij (of derde partijen). De wettelijke basis hiervoor is gegeven in artikel 2, tweede lid Wsw. Het college kan een privaatrechtelijke rechtspersoon aanwijzen ten behoeve van de uitvoering van deze wet. Het college regelt in het aanwijzingsbesluit de inhoud van de rechtsbetrekking tussen zichzelf en de betrokken rechtspersoon.

Een gemeente is een aanbestedende dienst in de zin van artikel 1.1 van de Aanbestedingswet. Dienstverlening uitbesteden is in beginsel dan ook aanbestedingsplichtig. De te doorlopen procedure (wel of niet Europees aanbesteden) is afhankelijk van de aard en omvang van de betreffende diensten. In specifieke gevallen kan worden volstaan met een aanwijzingsbesluit van het college, waarin tevens de voorwaarden van de dienstverlening, inclusief looptijd, opzegmogelijkheden etc., zijn opgenomen. De wet biedt hier voldoende basis voor. Een gemeentelijke verordening verschaft in voornoemde situatie extra legitimiteit aan een aanwijzingsbesluit. Van belang in dit verband is dat een verordening een algemeen verbindend voorschrift is. In tegenstelling tot een aanwijzingsbesluit staat (in beginsel) geen bezwaar en beroep open tegen een algemeen verbindend voorschrift.

Essentiële vraag ingeval van het vestigen van een alleenrecht i.c. het aanwijzen van een SW-bedrijf als uitvoerder van een aantal Wsw-taken is de vraag of ook het SW-bedrijf de status heeft van een aanbestedende partij.

Een aanbestedende dienst wordt gedefinieerd als de landelijke, regionale en lokale overheidsinstanties, publiekrechtelijke instellingen of samenwerkingsverbanden, bestaande uit één of meer van deze overheidsinstanties of één of meer publiekrechtelijke instellingen (art. 2 lid 1 richtlijn 2014/24: richtlijn 2014/24/EU van het europees parlement van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG).

Nederlandse gemeenten, provincies en waterschappen vallen onder de ‘regionale en lokale overheidsinstanties’ (zie ook art. 1.1 Aanbestedingswet 2012). Ook samenwerkingsverbanden waarin decentrale overheden participeren of aan decentrale overheden gelieerde instellingen kunnen worden aangemerkt als aanbestedende dienst in de zin van de richtlijn.

Voor de toepassing van het aanbestedingsrecht is het van belang of een instantie als publiekrechtelijke instelling kan worden aangemerkt. Hiervoor gelden de volgende drie vereisten (art. 2 lid 4 richtlijn 2014/24):

• 1.

  de instelling moet zijn opgericht met het specifieke doel te voorzien in andere behoeften van algemeen belang dan die van industriële of commerciële aard;

• 2.

  de instelling moet rechtspersoonlijkheid hebben;

• 3.

  de instelling moet:

  • •

    ofwel merendeels door staats-, regionale of lokale overheidsinstanties of andere publiekrechtelijke lichamen gefinancierd worden;

  • •

    ofwel hun beheer onder toezicht hebben staan van deze instanties;

  • •

    ofwel een bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan hebben waarvan de leden voor meer dan de helft door de staat, regionale of lokale overheidsinstanties of andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen.

Het aan te wijzen SW-bedrijf dient aan deze vereisten te voldoen. Daarmee is het aan te merken als een publiekrechtelijke instelling en kan het worden aangewezen om in opdracht van de gemeente diensten in het kader van de Wsw uit te voeren.

Tot slot, en voor alle duidelijkheid, het vestigen van een uitsluitend recht in het kader van deze verordening betreft uitsluitend het uitbesteden van werkzaamheden aan een SW-bedrijf ten behoeve van de Wsw-werknemers van de gemeente Losser.