Regeling vervallen per 11-07-2014

Beleidsnotitie Standplaats- en ventvergunningen

Geldend van 21-08-2008 t/m 10-07-2014

Intitulé

Beleidsnotitie Standplaats- en ventvergunningen

Raadsvergadering 26 juni 2008

De raad van de gemeente Maasgouw,

B E S L U I T :

Vast te stellen de beleidsnotitie Standplaats- en ventvergunningen

I.    INLEIDING.

In 2004 is de beleidsnotitie Standplaats- en ventvergunningen van de gemeente Maasbracht geactualiseerd. In deze beleidsnotitie wordt aandacht besteed aan diverse zaken zoals het maximaal aantal standplaats- en ventvergunningen per branche/per locatie in de kernen. Ook wordt er in deze beleidsnotitie aandacht besteed aan een tweetal permanente, vaste standplaatsen in Maasbracht. Aangezien dit een tweetal uitzonderlijke gevallen betreft, wordt hier niet meer op teruggekomen. Op 1 januari 2007 zijn de gemeenten Maasbracht, Heel en Thorn samengevoegd tot de gemeente Maasgouw. De wet Arhi (Algemene regels herindeling) geeft aan dat bestaande verordeningen e.d. maximaal gedurende twee jaar na de herindeling van kracht blijven, alvorens ze (van rechtswege) vervallen. Voor de gehele gemeente Maasgouw moet een nieuw standplaatsen- en ventvergunningenbeleid opgesteld worden.

Gekozen is om als basis de bestaande beleidsnotitie voor de gemeente Maasbracht te nemen. Deze beleidsnotitie wordt geactualiseerd en uitgebreid met de kernen Wessem, Heel, Panheel, Beegden en Thorn. Dit houdt in dat het bestaande beleid van Maasbracht zoveel mogelijk wordt overgenomen. Recentelijk hebben er echter wijzigingen in het juridisch kader1  plaatsgevonden waardoor het bestaande beleid op een aantal punten losgelaten moet worden.

Deze notitie geeft richtlijnen met betrekking tot afgifte van vent- en standplaatsvergunningen (losse standplaatsen).

Middels dit beleidsinstrument wordt het aantal standplaats- en ventvergunningen gereguleerd, waarbij het behoefte-element een rol van betekenis speelt. Het onbeperkt verlenen van standplaats- en ventvergunningen kan de concurrentiepositie voor de plaatselijke winkeliers nadelig beïnvloeden en derhalve ook het verzorgingsniveau voor de consumenten.

Deze notitie heeft betrekking op het venten en standplaatsen in de zin van de APV. Marktstandplaatsen2  vallen niet hier onder..

 

1.  De APV is op het punt van venten en standplaatsvergunningen gewijzigd. Dit leidde ertoe dat de notitie op een aantal punten aangepast moest worden.

 2.  Deze vallen onder de ‘Verordening op de warenmarkten gemeente Maasgouw 2008’.

Hoofdstuk

Artikel 5.2.2 Venten e.d.

1. Het is verboden zonder vergunning van het college in de uitoefening van handel op of aan de weg of aan een openbaar water, aan een huis dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats goederen te koop aan te bieden, te verkopen of af te geven dan wel diensten aan te bieden op zondagen en maandag t/m zaterdag tussen 17.00 uur en 09.00 uur.

2. Het verbod geldt niet:

a. ten aanzien van het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet 3;

b. voor het aan de huizen van vaste afnemers afleveren van goederen door - of door huisgenoten of personeel van - hem die dit mede doet ter exploitatie van zijn winkel, bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet 4;

c. voor het te koop aanbieden of verkopen van goederen op de plaats die is aangewezen voor het houden van een markt, zulks gedurende de tijden waarop die markt gehouden wordt;

d. voor het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen op een standplaats bedoeld in paragraaf 5.2.3.

3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 kan de vergunning worden geweigerd wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consumenten ter plaatse in gevaar komt. Bij een ventvergunning worden de goederen in deze situatie steeds op een andere plaats

aangeboden. De regeling is met ingang van de APV Maasgouw 2008 ruimer geworden dan

voorheen. Zo hoeft men nu voor venten tijdens winkeltijden (maandag tot en met zaterdag van

09.00 uur tot 17.00 uur) geen vergunning meer te hebben.

Venten geheel of gedeeltelijk buiten deze tijden is nog steeds vergunningplichtig. Een ventvergunning kan altijd geweigerd worden in het belang van 5:

a. de openbare orde;

b. de openbare veiligheid;

c. de volksgezondheid;

d. de bescherming van het milieu. Daarnaast kan de vergunning ook geweigerd worden wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consumenten ter

plaatse in gevaar komt. 6 Dit is bijvoorbeeld het geval als doordat er (meerdere) venters zijn, de verkopen van een winkel zodanig dalen dat het niet meer rendabel is om de winkel te exploiteren en deze als gevolg hiervan sluit/moet sluiten. 7 3 Vrijheid van meningsuiting/drukpers.

4 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

goederen: roerende lichamelijke zaken, met uitzondering van binnenlandse en buitenlandse wettige betaalmiddelen;

particulier: degene die een goed koopt anders dan in de uitoefening van beroep of bedrijf;

winkel: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

5 Artikel 1.8 APV Maasgouw 2008.

6 Artikel 5.2.2, lid 3 APV Maasgouw 2008.

7 Dit moet wel blijken uit een onderzoek. Het venten moet de oorzaak zijn en niet andere marktomstandigheden al dan niet in combinatie met het venten.

Hoofdstuk

Paragraaf 5.2.3 Standplaatsen

Artikel 5.2.3.1 Begripsomschrijving

1. In deze paragraaf wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op of aan de weg of op een andere voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen of diensten, al dan niet gebruikmakend van fysieke middelen, zoals kraam, wagen of tafel.

2. Onder standplaats wordt niet verstaan:

a. vaste plaatsen op markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h van de Gemeentewet;

b. vaste plaatsen op evenementen als bedoeld in artikel 2.2.1;

c. vaste plaatsen op snuffelmarkten als bedoeld in artikel 5.2.4.

Artikel 5.2.3.2 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

1. Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 kan de vergunning kan worden geweigerd:

a. indien de standplaats hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

b. vanwege de strijd met een geldend bestemmingsplan.

Artikel 5.2.3.3 Toestemming rechthebbende

Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.

Artikel 5.2.3.4 Afbakeningsbepalingen

1. Het verbod van artikel 5.2.3.2, eerste lid, geldt niet voor in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Wegenverordening provincie Limburg.

2. De weigeringsgrond milieu geldt niet voor in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer;

3. De weigeringsgrond van artikel 5.2.3.2, tweede lid, onder b, geldt niet voor bouwwerken.

Artikel 5.2.3.5 Aanhoudingsplicht

Het college houdt de aanvraag om een standplaatsvergunning aan, indien de aanvraag een activiteit betreft waarvoor tevens een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer is vereist en indien geen toepassing kan worden gegeven aan het tweede lid, tot de dag waarop is beslist op de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer.

In bovenstaande afdeling wordt standplaats gedefinieerd als: het vanaf een vaste plaats op of aan de weg of op een andere voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen of diensten, al dan niet gebruikmakend van fysieke middelen, zoals kraam, wagen of tafel.

 

Een standplaatsvergunning kan altijd geweigerd worden in het belang van 8:

a.    de openbare orde;

b.    de openbare veiligheid;

c.    de volksgezondheid;

d.    de bescherming van het milieu.

Daarnaast kan de standplaatsvergunning ook geweigerd worden 9:

a.    indien de standplaats hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

b.    vanwege de strijd met een geldend bestemmingsplan.

Bestemmingsplan

Bij de vergunningverlening kan ook het bestemmingsplan een rol spelen. Als de gemeente van mening is dat het bestaande voorzieningenniveau in gevaar komt dan kan men via het bestemmingsplan het aantal standplaatsen in de gehele of een bepaald deel van de gemeente beperken. Dit kan ertoe leiden in (een deel van )de gemeenten geen standplaatsvergunning worden verleend.

Maximumstelsel

Het kan als een belang van de openbare orde worden beschouwd dat niet een onbeperkt aantal vergunningen wordt verleend. Het gemeentebestuur kan een beleid voeren dat er op neerkomt dat het aantal te verlenen standplaats- en ventvergunningen aan een maximum is gebonden. Het maximumaantal wordt voornamelijk bepaald door de aard en omvang van de gemeente. In het volgende hoofdstuk worden concrete aantallen aangegeven.

8  Artikel 1.8 APV Maasgouw 2008.

9  Artikel 5.2.3.2, tweede lid APV Maasgouw 2008.

Hoofdstuk 3 BELEID

Het beleid beoogt een duidelijk omlijnd kader te geven op basis waarvan verzoeken om standplaats- en ventvergunningen kunnen worden getoetst.

Het onbeperkt verlenen van standplaats- en ventvergunningen kan het verzorgingsniveau aantasten. Standpuntbepaling ter zake middels beleid is derhalve ook nodig. Daarbij wordt ook het behoefte-element meegewogen.

Standplaatsen

In het belang van de openbare orde is een maximumstelsel vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met bijzondere omstandigheden (aard en omvang) in de betreffende kernen, de weekmarkt te Maasbracht en de bescherming van het consumentenbelang.

In dit beleid wordt verder uitgegaan van de huidige vergunningen en locaties. Deze locaties zijn aangewezen rekening houdend met de verkeersvrijheid en –veiligheid en het uiterlijk aanzien van de gemeente.

Maasbracht (maximaal 5 standplaatsvergunningen per jaar) :   parkeerstrook

Havenstraat

Linne(maximaal 5 standplaatsvergunningen per jaar):    

Nieuwe Markt

Heel(maximaal 5 standplaatsvergunningen per jaar):

Wilhelminaplein

Wessem(maximaal 2 standplaatsvergunningen per jaar)        :    

Markt

 

Ook is er, om een evenwichtige verdeling van de standplaatsen te krijgen, een branche-indeling gemaakt.

Branches waarvoor in 2008 geen aanvragen zijn binnengekomen worden niet meer meegenomen. Mocht er in de toekomst een aanvraag voor een nieuwe branche binnenkomen, dan kan altijd een branche worden toegevoegd.

De branches zijn:

-    Kebab;

-    Vis;

-    Kaas.

Het betreft hier een hoofdbranche indeling.

Kaas en zuivel, kaas en versproducten of kaas, zuivelproducten, kleine vleeswaren en aanverwante producten vallen onder de branche Kaas; shoarma en kebab onder de branche Kebab en vis en visproducten onder de branche Vis.

Voorgesteld wordt om per locatie maximaal 2 standplaatsen in dezelfde branche te verlenen. De vergunning wordt voor de duur van één (kalender)jaar verleend en is voor een hele dag of dagdeel per week geldig. Per locatie mag er gedurende één dag per branche maar 1 standplaats ingenomen worden. Dit houdt in theorie in dat per locatie in een grote kern maximaal 6 vergunningen10  verleend kunnen worden. Het maximum in echter op 5 per jaar gesteld. Daarnaast wordt er in Maasbracht voor de donderdag géén standplaatsvergunning verleend in verband met de weekmarkt.

Zolang het maximum aantal standplaatsen niet is bereikt kan in plaats van een standplaats ook een ventvergunning worden afgegeven.

Verder geldt ook dat, indien er voor een dag in een kern een ventvergunning in een bepaalde branche is afgegeven, er voor die dag geen standplaatsvergunning in die branche en locatie/kern wordt verleend.

Marktvorming buiten de kern van Maasbracht dient te worden voorkomen om te zorgen dat de kwaliteit en kwantiteit van de markt op niveau blijft. Derhalve dient een restrictief beleid te worden gevoerd voor wat betreft het aantal standplaatsvergunningen.

Verder zal de weekmarkt in Thorn (vanaf 2007 geen aanvragen meer voor een marktstandplaats-vergunning) worden opgeheven.

Voor de historische kernen van Stevensweert, Thorn en Wessem11  worden in principe géén standplaatsvergunningen verleend.

Ventvergunningen

Venten in de gemeente Maasgouw is op maandag tot en met zaterdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur vergunningvrij. Buiten deze tijden is een vergunning vereist Voor de gemeente Maasgouw zijn in 2008 3 ventvergunningen verleend. Het betreft er één voor het buitengebied van Thorn en is de hele week geldig, één vergunning geldig voor de gehele gemeente Maasgouw, met uitzondering van de kern Thorn, op dinsdag van 15.30 uur tot 22.00 uur en op zondag van 13.30 uur tot 22.00 uur en

één vergunning eveneens voor de gehele gemeente Maasgouw, met uitzondering van de kern Thorn, geldig op woensdag vrijdag en zaterdag van 12.00 uur tot 19.00 uur.

 

Een ventvergunning wordt per kern verleend voor 1 of meerdere dagen, één of meerdere maanden tot maximaal één jaar verleend.

Voor de ventvergunningen worden geen branches vastgesteld.

Per kern worden voor dezelfde dag geen twee (vent)vergunning voor gelijksoortige producten verleend.

Voor de historische kern van Thorn worden in beginsel geen ventvergunningen verleend.

Tot slot geldt nog dat er een keuze gemaakt moet worden. Je kunt of een standplaatsvergunning óf een ventvergunning krijgen. Een combinatie is niet mogelijk.

10  In iedere (hoofd)branche twee,

11  Voor Wessem geldt een uitzondering van dit verbod voor de markt.

Hoofdstuk 4 FINANCIEEL ASPECT

De legeskosten voor een ventvergunning12 of een standplaatsvergunning13 bedragen:

Voor één dag € 18,05

Voor één week € 30,90

Voor één maand € 51,50

Voor één jaar € 206,00 Ten aanzien van bovenstaande geldt dat de voor belastingplichtige meest gunstige wijze van

berekening van de tarieven wordt gehanteerd. Op dit moment wordt voor de verkoop van goederen vanaf eigendom van de gemeenten geen huur betaald. Naast de heffing van de leges is het mogelijk om voor bijzonder gebruik van gemeentegrond een vergoeding te betalen (bijvoorbeeld door middel van het heffen van precario of via een privaatrechtelijke overeenkomst). De vergoeding zou een bedrag per m² per week zijn. Bij evenementen worden geen separate standplaatsvergunningen verleend en ook bij andere activiteiten, bijvoorbeeld een snuffelmarkt, worden geen standplaatsvergunningen verleend.14

Bij ondermeer evenementen wordt geacht dat, voor alle activiteiten die op het evenemententerrein plaatsvinden en waarvoor de gemeente autonoom een vergunning of ontheffing kan verlening. Voor het gebruik van de stroomkasten wordt een waarborg gestort en een sleutelovereenkomst gesloten. De verbruikskosten zijn in de leges verwerkt. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw,

d.d. 26 juni 2008. De raad voornoemd;

De griffier, De voorzitter, R.L.M.M. Huntjens F.J.M. Wilms 12 Artikel 15.2.27 Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Maasgouw 2008.

13 Artikel 15.2.28 Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Maasgouw 2008.

14 Zie ook artikel 5.3.2.1, tweede lid APV Maasgouw 2008.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw,
d.d. 26 juni 2008.
De raad voornoemd;
De griffier, De voorzitter,
R.L.M.M. Huntjens F.J.M. Wilms