Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik Wwb en WIJ 2010

Geldend van 04-12-2010 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2010

Intitulé

Verordening bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik WWB en WIJ 2010

De raad van de gemeente Maasgouw

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Maasgouw

 

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, artikel 8a van de Wet werk en bijstand en artikel 12, eerste lid, onderdeel c, WIJ;

 

overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren;

 

besluit:

 

vast te stellen de Verordening bestijding misbruik en oneigenlijk gebruik Wwb en WIJ 2010

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. het college: het college van burgemeester en wethouders

b. de wet: de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren;

c. bijstand: de bijstand zoals genoemd onder artikel 5 onder b van de Wet werk en bijstand;

d. inkomensvoorziening: de inkomensvoorziening zoals genoemd in artikel 5, eerste lid, Wet investeren in jongeren;

e. benadelingsbedrag: gemaakte kosten van bijstand of verstrekte inkomensvoorziening inclusief de daarover verschuldigde loonbelasting en premies ingevolge de sociale zekerheidswetten.

Hoofdstuk 2 Handhavingsplan en verantwoording

Artikel 2

Het college stelt een plan op met daarin het te voeren beleid op het gebied van handhaving, bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren en de te verwachten resultaten.

Hoofdstuk 3 Aangifte

Artikel 3

Indien het benadelingsbedrag het bedrag, genoemd in de Aanwijzing en richtlijn voor strafvordering in sociale zekerheidsfraude, overschrijdt wordt door of namens het college proces-verbaal opgemaakt en aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie.

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking 3 dagen na publicatie en werkt terug tot 1 juli 2010.

Artikel 5

Deze verordening kan worden aangehaald als:

“Verordening bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik WWB en WIJ 2010”

 

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 8 juli 2010.
 
 
De griffier,                                         De voorzitter,
 
 
S.B.J. Backus                                     S.H.M. Strous

Nota-toelichting

In artikel 8a van de Wet werk en bijstand opgenomen waarbij de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Bij de invoering van dit artikel is verwezen naar artikel 212 Gemeentewet. Strekking van laatstgenoemde artikel is dat de verordening dient te waarborgen dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.

Artikel 12 van de Wet investeren in jongeren geeft opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren.

 

Onderhavige verordening regelt de wijze waarop het college het ten onrechte ontvangen van bijstand bestrijdt, alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet tegengaat. Dit wordt vastgelegd in het beleidsplan. Het middels de verordening door de gemeenteraad geformuleerde beleidskader dient als basis voor het door het college vast te stellen beleidsplan.