Regeling vervallen per 28-05-2014

Monumentencommissieverordening voor de gemeente Maasgouw -2007

Geldend van 24-05-2007 t/m 27-05-2014

Intitulé

Monumentencommissieverordening voor de gemeente Maasgouw -2007

"Monumentencommissieverordening voor de gemeente Maasgouw -2007"

Laatst aangepast 1-11-2006

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Lid : Lid van de Commissie.

b. Voorzitter : Voorzitter van de Commissie of diens vervanger.

c. Secretaris : Secretaris van de commissie of diens vervanger.

d. Griffier : Griffier van de raad of diens vervanger.

e. Vergadering : Vergadering van de commissie.

 

Artikel 2 Commissie van advies en bijstand.

1. De commissie dient te worden aangemerkt als zijnde een commissie van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders inzake (welstands)aangelegenheden op het terrein van de monumentenzorg.

2. De commissie wordt nader aangeduid als "Monumentencommissie."

Artikel 3 Taak commissie.

1. De commissie adviseert aan en overlegt met burgemeester en wethouders. 2. De algemene taken van de commissie zijn: b Zich bezighouden met kwesties die als een uitvloeisel van de gemeentelijke laken op

basis van de Monumentenwet 1988 kunnen worden gezien. a Zich bezighouden met zaken die betrekking hebben op het lokale monumentenbeleid. a Het toepassen van de gemeentelijke monumentenverordening. 3. De specifieke taken van de monumentencommissie zijn conform het hetgeen bepaald en

toegelicht in het 'Monumentenbeleid gemeente Maasgouw', hoofdstuk 7 paragraaf 3 als volgt:

a) advisering inzake de beschermde monumenten

b) advisering inzake de bescherming van stads- en dorpsgezïchten

c) Advisering inzake de aanwijzing van beschermde (gemeentelijke- of rijks) monumenten of stads- en dorpsgezïchten

d) Advisering over nieuw vast te stellen monumentenbeleid of beleid dat een sterke I relatie heeft met het monumentenbeleid

e) Adviseren omtrent de gebruiksvoorschriften van de vigerende bestemmingsplannen voor de beschermde stads- en dorpsgezichten en adviseren omtrent de gebruiksvoorschriften die van toepassingen zijn op gemeentelijke en rijksmonumenten.

f) Adviseren omtrent zaken zoals beschreven in de voorschriften en toelichting van de vigerende bestemmingsplannen van de aangewezen beschermde stads- of dorpsgezichten.

g) Inrichtingswerkzaamheden waarvoor geen aanlegvergunning vereist is, worden voorgelegd aan de commissie wanneer deze werkzaamheden ingrijpende gevolgen (kunnen) hebben voor het straatbeeld.

h) In voorkomende gevallen adviseren over beeldkwaliteitsplannen, terrasnota en/of reclamenota.

i) Zodra een (concreet) plan op basis van de punten a tot en met h voorgelegd dient te worden aan de monumentencommissie, neemt deze commissie ook de mogelijk aanwezige adviserende taak van de welstandscommissie over.

j) De commissie tevens wordt aangewezen als:

B Rehabilitatiecommissie, als bedoeld in het bestemmingsplan "Oude Kern

Wessem." B Begeleidingscommissie, als bedoeld in het bestemmingsplan "Oude Kern Stevensweeert" 4. De commissie dient het college van burgemeester en wethouders van advies inzake de in het eerste, tweede en derde lid aangegeven, tot zijn werkkring behorende aangelegenheden, zo dikwijls als burgemeester en wethouders dit nodig oordelen. 5. Indien zulks noodzakelijk is, verleent de commissie bijstand aan het college van burgemeester en wethouders inzake de in het tweede en derde lid nader omschreven aangelegenheden. 6. De commissie is bevoegd uit eigener beweging advies uit te brengen aan burgemeester en wethouders, alsmede zodanige voorstellen te doen als zij dit nodig acht in het belang van de tot haar werkkring behorende aangelegenheden,

Artikel 4 Samenstelling commissie

1. A. De commissie bestaat uit drie vaste leden en twee plaatsvervangende leden. Bij

afwezigheid van een vast lid kan een plaatsvervangend lid diens plaats innemen. Tijdens

een vergadering zijn maximaal drie leden aanwezig.

B. Indien lid 6 van dit artikel van toepassing is, bestaat de commissie uit vier leden. 2. De leden van de commissie dienen deskundigheid te bezitten op het terrein van de monumentenzorg, lokale geschiedenis, kunst, architectuur of bouwhistorie, archeologie, landschap, stedenbouw en / of heemkunde. 3. De voorzitter, alsmede de plaatsvervangend voorzitter worden door de commissie uit haar midden aangewezen. 4. De burgemeester, de wethouders, alsmede de leden van de raad zijn ingevolge het bepaalde in artikel 84, tweede lid, juncto artikel 83, tweede lid, van de Gemeentewet, geen lid van de commissie. 5. Aan de commissie kunnen vaste ambtelijke adviseurs toegevoegd worden. Zij worden als zodanig aangewezen door burgemeester en wethouders 6. Er wordt een provinciaal vertegenwoordiger aan de commissie toegevoegd, indien voor een aan de commissie voorgelegd plan tevens een advies van de provinciaal vertegenwoordiger in de gemeentelijke monumentencommissie vereist is, in verband met een te voeren procedure op grond van artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Artikel 5 Benoeming en zittingsduur leden commissie.

1. De leden van de commissie worden benoemd bij besluit van burgemeester en wethouders.

2. De zittingsduur van de leden van de commissie is, op grond van artikel 12b lid 4 van de Woningwet, 3 jaar. Deze termijn kan eenmalig verlengd worden met een termijn van drie jaar.

3. De leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen.

4. Dit ontslag dient schriftelijk te worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als de opvolger is benoemd.

5. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, nemen burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk een beslissing over de invulling daarvan, met inachtneming van het bepaalde in dit artikel, alsmede van het bepaalde in artikel 4.

6. Een tussentijds benoemd lid van de commissie treedt af op het tijdstip waarop het lid van de commissie, in wiens plaats hij is benoemd, zou zijn afgetreden.

7. Een lid van de commissie kan bij een met redenen omkleed besluit worden ontslagen door burgemeester en wethouders.

Artikel 6 Secretariaat commissie.

1. Aan de commissie wordt een ambtelijk secretaris toegevoegd.

2. De secretaris wordt aangewezen door burgemeester en wethouders, dan wel een door dit college aan te wijzen functionaris.

3. De secretaris is in elke vergadering aanwezig.

4. De secretaris heeft in de vergadering van de commissie een adviserende stem.

5. Indien de secretaris verhinderd is als zodanig op te treden wordt hij vervangen door een als zodanig aangewezen ambtenaar van de gemeente Maasgouw.

6. De secretaris kan geen lid zijn van de commissie.

Artikel 7 Vergaderingen commissie.

1. De commissie vergadert maandelijks of zo dikwijls als burgemeester zulks nodig oordelen, alsmede voor zover dit wordt vereist overeenkomstig de ter zake van kracht zijnde wettelijke voorschriften.

2. De uitnodiging voor de vergadering geschiedt schriftelijk door of namens de voorzitter.

3. De oproepingsbrief, als bedoeld in het tweede lid, vermeldt plaats, datum en aanvangstijd, alsmede de agenda der vergadering.

4. De oproepingsbrief, als bedoeld in het tweede lid, wordt ten minste één week vóór de vergadering aan de leden van de commissie, alsmede aan burgemeester en wethouders toegezonden, spoedeisende gevallen uitgezonderd.

5. De stukken, die betrekking hebben op de in de vergadering van de commissie te behandelen agendapunten worden tegelijk met de oproeping voor de commissie ter inzage gelegd in het gemeentehuis. Voor zoveel nodig worden afschriften van de desbetreffende stukken toegezonden aan de leden van de commissie, tegelijk met de oproepingsbrief.

6. De leden van de commissie kunnen de voorzitter schriftelijk, met opgave van redenen, verzoeken om onderwerpen te plaatsen op de agenda voor de vergadering van de commissie.

7. Een verzoek, als bedoeld in het zesde lid, bevat een korte uiteenzetting van het te behandelen onderwerp en dient ten minste drie werkdagen vóór de vergadering van de commissie ingediend te worden bij de secretaris.

8. De secretaris brengt een verzoek, als bedoeld in het zesde lid, ter kennis van de voorzitter, welke beoordeelt of een gevraagd onderwerp in de desbetreffende vergadering aan de orde gesteld kan worden.

9. De beslissing ter zake wordt gemotiveerd medegedeeld aan de commissie.

Artikel 8 Besluitvoering en stemming.

1. Alle besluiten dienen genomen te worden bij meerderheid.

2. Indien stemming wordt verlangd, dan wordt het desbetreffende besluit genomen bij meerderheid van stemmen.

3. Over zaken wordt mondeling, bij hoofdelijke oproeping door de voorzitter, gestemd.

4. Over personen wordt schriftelijk, bij gesloten en ongetekende briefjes, gestemd.

5. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter.

6. Indien dit verzocht wordt, vindt in het advies vermelding van de eventuele minderheidsstandpunten plaats.

7. Indien een lid van de commissie belanghebbende is bij een voorstel waarover in de vergadering van de commissie wordt gestemd, onthoudt dit lid zich ten aanzien van dit onderwerp van stemming.

Artikel 9 Openbaarheid vergaderingen.

1. De vergaderingen van de commissie worden in het openbaar gehouden. 2. De vergadering wordt ter openbare kennis gebracht door aankondiging in de gemeentelijke informatiebladen of op de voor afkondiging in de gemeente gebruikelijke wijze en zo mogelijk door plaatsing van een daartoe strekkende aankondiging op de internetsite van de gemeente. 3. De openbare kennisgeving, als bedoeld in het tweede lid, vermeldt:

a. De datum, aanvangstijdstip en plaats van de vergadering.

b. De wijze, waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij

behorende stukken kan inzien.

c. De mogelijkheid tot het uitoefenen van spreekrecht, als bedoeld in artikel 12. 4. De commissie kan besluiten om de gehele of gedeeltelijke behandeling van een zaak te doen plaatsvinden in een besloten vergadering. 5. De commissie kan omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van stukken, welke in een besloten vergadering aan haar zijn of worden overgelegd, geheimhouding opleggen. 6. De geheimhouding, als bedoeld in het vijfde lid, wordt door degenen, die bij de behandeling tegenwoordig ware, als door de leden en derden, die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen dan wel genomen hebben, in acht genomen, tot de commissie een besluit genomen heeft deze geheimhouding op te heffen. De voorzitter kan omtrent de inhoud van stukken, als bedoeld in het tweede en derde lid, voorlopige geheimhouding opleggen. Hij geeft daarvan bij toezending of overhandiging van deze stukken, kennis aan de leden van de commissie. De oplegging van voorlopige geheimhouding, als bedoeld in het zevende lid, vervalt wanneer zij niet in de eerstvolgende vergadering waarbij het in artikel 11 vereiste aantal leden tegenwoordig is, door de commissie wordt bekrachtigd.

Artikel 11 Vergaderquorum

1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is. 2. Wanneer na vijftien minuten na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der aanwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de daartoe strekkende schriftelijke oproeping is gelegen. 3. Op de vergadering, als bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De commissie is slechts bevoegd over andere aangelegenheden te beraadslagen en te besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 12 Spreekrecht publieke tribune.

1. Na opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over onderwerpen, die op de agenda geplaatst zijn.

2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

a. Een besluit van een gemeentelijk bestuursorgaan, ten aanzien waarvan zienswijzen

ingebracht kunnen worden, dan wel bezwaar of beroep openstaat of heeft

opengestaan.

b. Benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen.

c. Een gedraging waarover een klacht als bedoeld in artikel 9.1 van de Algemene

Wet Bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

3. Degene, die gebruik wenst te maken van het spreekrecht, meldt dit vóór de aanvang van de vergadering aan de secretaris. Hij deelt daarbij zijn naam en adres mede, alsmede het onderwerp, waarover hij het woord wenst te voeren.

4. De voorzitter verleent het woord in volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de vergadering.

Artikel 13 Uitbrengen van advies.

1. D commissie brengt haar advies aan burgemeester en wethouders schriftelijk uit.

2. Het advies is met redenen omkleed.

3. Het advies van de commissie wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van twee weken na de commissievergadering, schriftelijk en met redenen omkleed uitgebracht aan burgemeester en wethouders.

4. De commissie kan besluiten deze termijn eenmaal voor ten hoogste twee weken te verdagen.

5. In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het eerste lid worden afgeweken en kan volstaan worden met het uitbrengen van mondeling advies.

6. Indien toepassing gegeven wordt aan het tweede lid, dan dient het advies binnen een termijn van twee weken, te rekenen vanaf de datum waarop het mondeling advies is uitgebracht, schriftelijk te worden bevestigd.

7. Het advies dient gemotiveerd te zijn.

8. Het advies dient ondertekend te zijn door de voorzitter en de secretaris der commissie.

Artikel 14 Vergoeding.

De leden van de commissie genieten een vergoeding, die gebaseerd is op de vergoeding, zoals deze toegekend wordt aan de leden van de Welstandscommissie.

 

Artikel 15 Verslag vergadering commissie.

1. Van elke vergadering van de commissie wordt door de secretaris verslag opgemaakt

2. Het verslag, als bedoeld in het eerste lid, dient te bevatten:

a. De namen van de voorzitter, de secretaris, de aanwezige en afwezige leden,

alsmede van de aanwezige adviseurs.

b. Een beknopt zakelijk verslag van hetgeen in de vergadering aan de orde is gesteld.

c. Een vermelding van de genomen besluiten.

d. Een vermelding van een minderheidsstandpunt, indien daarom is verzocht

Artikel 16 Deelname beraadslagingen.

1. Aan de in de vergadering te voeren discussie dan wel beraadslagingen kan worden deelgenomen door de voorzitter, de leden van de commissie, de secretaris, alsmede door degenen die op grond van het bepaalde in artikel 16 de vergadering bijwonen.

2. De voorzitter draagt zorg voor de handhaving van de orde der vergadering.

3. De voorzitter is bevoegd, wanneer de orde der vergadering op enigerlei wijze verstoord wordt degene(n) die daarvoor verantwoordelijk is (zijn), te doen verwijderen.

Artikel 17 Bijstand

1. De commissie is bevoegd zich bij haar beraadslagingen te doen bijstaan door leden van het college van burgemeester en wethouders, leden van de gemeenteraad, de gemeentesecretaris, ambtelijke adviseurs, alsmede van externe adviseurs, indien de behandeling van één of meer agendapunten zulks rechtvaardigt.

2. De burgemeester, de wethouders, alsmede de gemeentesecretaris hebben te allen tijde de bevoegdheid aanwezig te zijn in de vergaderingen van de commissie.

3. Zij kunnen desverlangd deelnemen aan de beraadslagingen, indien zij een daartoe strekkend verzoek bij de voorzitter hebben ingediend.

4. De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een beslissing op het verzoek, als bedoeld in het derde lid.

5. De voorzitter nodigt de belanghebbenden, als bedoeld in het eerste lid, daartoe schriftelijk of mondeling uit, een en ander binnen een termijn van ten minste twee maal 24 uur vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk uit, onder opgaaf van het (de) aan de orde te stellen onderwerp(en).

6. Wanneer inschakeling van derden, als bedoeld in het eerste lid, plaatsvindt en zulks voor de gemeente kosten met zich brengt, is vooraf de toestemming van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 18 Citeertitel

1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de Monumentencommissie gemeente Maasgouw -2007"

2. Deze verordening treedt in werking op het tijdstip, als bedoeld in artikel 142 van de Gemeentewet.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Maasgouw, gehouden op
De Raad voornoemd;
 
 
De griffier,
 
De voorzitter,