Regeling vervallen per 02-11-2015

Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester Maassluis voorbereidt

Geldend van 06-01-2015 t/m 01-11-2015

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester Maassluis voorbereidt

De raad van de gemeente Maassluis,

gelezen het voorstel van de griffier, namens de vertrouwenscommissie i.o. , van 11 december 2014;

gelet op de artikelen 61, 84 en 86 van de Gemeentewet en artikel 15 van de Archiefwet 1995;

gelet op de circulaire Benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Besluit

vast te stellen de volgende:

Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester Maassluis voorbereidt.

Artikel 1 - Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    De circulaire: de circulaire Benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming; burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

  • c.

    De commissaris: de commissaris van de Koning in Zuid-Holland;

  • d.

    De commissie: de vertrouwenscommissie, zijnde een commissie die is belast met de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester;

Artikel 2 - Taak en werkwijze

  • 1. De commissie heeft tot taak de door de Commissaris van de Koning geselecteerde kandidaten te beoordelen.

  • 2. De commissie brengt over haar bevindingen schriftelijk en vertrouwelijk verslag uit aan respectievelijk de gemeenteraad en de commissaris. Het verslag wordt voorzien van een conceptaanbeveling van twee personen.

  • 3. De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de commissaris de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten.

  • 4. De commissie brengt haar in lid 2 bedoelde bevindingen uit op basis van de gegevens die de commissaris haar verstrekt en op basis van mondelinge en schriftelijke informatie die de door haar ontvangen kandidaten haar geven, zulks na weging van een en ander.

  • 5. Bij haar werkzaamheden neemt de commissie het gestelde in de circulaire in acht.

Artikel 3 - Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit de volgende raadsleden: de heer S.B. Kuiper, mevrouw C. Bronsveld-Snoep, de heer G. van der Wees, de heer J. van der Maarel, de heer G.J. Enzerink, de heer L.A. Eijskoot en de heer J.J.M. Dolstra.

  • 2. De heer S.B. Kuiper is voorzitter van de commissie.

  • 3. De commissie kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4. De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

  • 5. De heer A.G.M. Keijzer, wethouder van de gemeente, en de heer A.J.T. Korthout, gemeentesecretaris, worden als adviseur aan de commissie toegevoegd. De adviseurs zijn geen lid en hebben geen stemrecht.

Artikel 4 - Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De heer R. van der Hoek, griffier, is secretaris van de commissie.

  • 2. De heer A.J.T. Korthout, gemeentesecretaris, is plaatsvervangend secretaris.

  • 3. De secretaris geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 4. De secretaris is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

Artikel 5 - Vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 2. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste de helft van de leden dit noodzakelijk achten.

  • 3. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. Hij doet van elke vergaderingen tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden en adviseurs.

  • 4. De commissie vergadert niet, indien niet tenminste vier leden aanwezig zijn.

Artikel 6 - Geheimhouding

  • 1. De commissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering.

  • 2. De voorzitter ziet er op toe dat aan het gestelde in het vorige lid wordt voldaan.

  • 3. De commissieleden verstrekken geen inzage in de stukken nog informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 2 lid 2.

  • 4. De commissie, noch de gemeenteraad, zal de geheimhouding waartoe het eerste lid verplicht, opheffen.

  • 5. De geheimhouding blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 6. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de secretaris en de adviseurs.

Artikel 7 - Verslag

  • 1. De bevindingen, bedoeld in artikel 2, worden vastgesteld bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

  • 2. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag vermeld.

  • 3. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen.

Artikel 8 - Gesprekken met kandidaten

  • 1. De secretaris nodigt, in overleg met de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

  • 2. Plaats en tijdstip van een gesprek worden zodanig gekozen dat wordt voorkomen dat de kandidaten hierdoor aan anderen bekend raken of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

Artikel 9 - Ontbinding commissie

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop de minister aan de gemeenteraad bekend heeft gemaakt dat in de vacature van de burgemeester is voorzien.

Artikel 10 - Archivering van stukken

  • 1. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemingsprocedure zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 9 alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemingsprocedure zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemingsprocedure zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

Artikel 11 - Contactpersoon

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van de secretaris verzonden.

Artikel 12 - Onvoorziene aangelegenheden

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13 - Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister een besluit is genomen op de aanbevling van de raad, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 6 van kracht blijft.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2014

De voorzitter, De griffier,

Drs. J.A. Karssen Mr. R. van der Hoek

Gemeenteblad 2015-2