Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maassluis houdende belastingregels omtrent de heffing en invordering van rechten Rechtenverordening 2018

Geldend van 21-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van rechten 2018

De Raad van de gemeente Maassluis;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 december 2017 tot het vaststellen van de tarieven belastingen en heffingen 2018, zaaknummer Z-15-16124, registratienummer ADV-17-04419

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van rechten 2018

(Rechtenverordening 2018)

Artikel 1. Belastbaar feit

Overeenkomstig de bepalingen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel worden rechten geheven voor:

  • a.

    het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken en inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn;

  • b.

    het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten.

Artikel 2. Belastingplicht

  • 1. De rechten als bedoeld in artikel 1, onder a, worden geheven van degene die overeenkomstig de bestemming gebruik maakt van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

  • 2. De rechten als bedoeld in artikel 1, onder b, worden geheven van degene die het genot heeft van de door het gemeentebestuur verstrekte diensten.

Artikel 3. Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. De tarieven voor het van gemeentewege herstraten van klinker- of keibestrating, tegelbestrating, trottoirbanden, opsluitbanden, hoekblokken e.d. worden conform de VNG-richtlijn “Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom” berekend.

  • 2. De tarieven voor het van gemeentewege herstellen van gras/gazon en beplanting (heesters) worden conform de VNG-richtlijn “Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom” berekend.

Artikel 4. Heffingstijdvak

Het heffingstijdvak is het kalenderjaar waarin het in artikel 1 bedoelde gebruik of genot plaatsvindt.

Artikel 5. Ontstaan van de belastingschuld

De rechten worden verschuldigd bij aanvang van het heffingstijdvak of, zo dit later is, op het tijdstip waarop het in artikel 1 bedoelde gebruik of genot een aanvang neemt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7. Termijn van betaling

  • 1. De rechten moeten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving.

  • 2. Ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, moeten de rechten - in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990- worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijn.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van deze rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van rechten.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Rechtenverordening 2017’ van 20 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Rechtenverordening 2018’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis, gehouden op 19 december 2017,
de griffier,
mr. R. van der Hoek
de voorzitter,
dr. T.J. Haan