Regeling vervallen per 01-11-2013

Beleidsregels projectsubsidies professionele kunst

Geldend van 18-08-2005 t/m 31-10-2013

Intitulé

Beleidsregels projectsubsidies professionele kunst

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MAASTRICHT,

gelet op artikel 2, vierde lid onder a en b, alsmede artikel 3, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening en artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUITEN:

vast te stellen de volgende "Beleidsregels projectsubsidies professionele kunst":

1. Begrippen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

professionele kunst:

podiumkunsten, audiovisuele kunst en literatuur, uitgevoerd of beoefend door personen, die over professionele vaardigheden beschikken op basis van een afgeronde studie aan een in de Europese Unie erkende kunstvakopleiding, dan wel deze vaardigheden volgens Burgemeester en Wethouders aantoonbaar anderszins hebben verworven.

Voor projectsubsidies op het gebied van beeldende kunst en vormgeving gelden aparte beleidsregels.

project:

een project is een in tijd begrensde activiteit

commercieel:

handelingen verrichtend of betrekking hebbend op handel, gericht op het maken van winst.

culturele infrastructuur:

de in Maastricht gevestigde en werkzame instellingen op het gebied van professionele en amateur-kunsten, kunstvakopleidingsinstituten, en media.

2. Doel van de beleidsregel

In deze beleidsregel wordt aangegeven op basis van welke voorwaarden en criteria wordt beoordeeld welke projecten in aanmerking kunnen komen voor een projectsubsidie van de gemeente Maastricht.

3. Grondslag

Het algemene cultuurbeleid is neergelegd in de op 18 december 2001 door de Raad van de gemeente Maastricht vastgestelde Cultuurvisie 2010.

Het cultuurbeleid kan periodiek worden bijgesteld. De bijstellingen worden verwerkt in de cultuurprogramma's en in de beleidsregels.

Voor de vaststelling van deze beleidsregel hebben wij gebruik gemaakt van onze bevoegdheid om subsidie te verstrekken op het gebied van kunst en cultuur zoals verankerd in artikel 2, vierde lid, onder a en b van de Algemene subsidieverordening, vastgesteld door de raad der gemeente Maastricht op 20 april 1999, en zoals nadien gewijzigd.

4. Doel van de subsidiëring

Met het verstrekken van een subsidie in het kader van deze beleidsregel wordt beoogd:

4.1 het versterken van het productieklimaat

Hoewel de verschillende doelstellingen van het gemeentelijk cultuurbeleid (versterking van de culturele infrastructuur, versterking van het productieklimaat en het vergroten van het cultuurbereik) van even groot belang zijn voor de stad, stellen wij de functies 'productie' (en de voorwaarden daartoe) en 'cultuurbereik' centraal. Onderzoek en opleiding moet immers leiden tot productie en productie is voorwaarde voor distributie en afname. Versterking van het productieklimaat leidt ook tot het behoud van afgestudeerden van de kunstvakopleidingen voor de stad en tot een goed vestigingsklimaat.

4.2 het vergroten van het cultuurbereik

De betekenis van kunst en cultuur komt dan alleen maar tot haar recht, wanneer een zo breed mogelijke publieksgroep die kan beleven en daarvan kennis kan nemen. Maastricht wil daarom het publieksbereik intensiveren.

5. Projectsubsidies

5.1 Subsidies

Burgemeester en wethouders kunnen projectsubsidies verstrekken voor projecten op het gebied van professionele kunst.

5.2 Voorwaarden

Projecten komen slechts in aanmerking voor subsidiëring indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    het project heeft betrekking op een of meer disciplines in het veld van de professionele kunst;

  • b.

    de aanvrager van het project is een professioneel kunstenaar, dan wel een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid;

  • c.

    het project wordt uitgevoerd in de gemeente Maastricht;

  • d.

    de openbare presentatie of het eindresultaat van het project vindt plaats - respectievelijk wordt getoond - in het jaar waarvoor het op basis van deze beleidsregels te verdelen subsidiebudget beschikbaar is of wordt gesteld;

  • e.

    het project zelf is niet van commerciële aard, en is ook niet gericht op de bevordering van commerciële activiteiten van de aanvrager of daarmee gelieerde bedrijven of organisaties, met uitzondering van de situatie dat er sprake is van een sponsorrelatie tussen die bedrijven of organisaties en het project.

5.3 Criteria

Subsidieverzoeken die voldoen aan de voorwaarden a t/m e worden vervolgens getoetst aan de navolgende criteria.

  • a.

    De aanvrager beschikt over voldoende organisatiekracht én artistieke professionaliteit. Deze worden getoetst aan de hand van een CV en/of een overzicht van eerder gerealiseerde projecten én aan de hand van het ingediende projectplan.

  • b.

    Het project is van voldoende artistieke kwaliteit. Deze kwaliteit wordt getoetst aan de hand van de volgende items: vakmanschap, oorspronkelijkheid en zeggingskracht.

  • c.

    Versterking van het productieklimaat: het project draagt bij aan de ontwikkeling en de versteviging van in Maastricht gevestigde en werkzame professionele kunstenaars(groepen).

  • d.

    Vergroting van het cultuurbereik: het project leidt tot het ontwikkelen of toepassen van (nieuwe) strategieën om de afstand tot het publiek te verkleinen én het project bevordert de cultuurparticipatie van nieuwe publieksgroepen en met name van jongeren.

5.4 Subsidieplafonds

Jaarlijks stelt de gemeenteraad bij de behandeling van de begroting het totale beschikbare 'subsidiebudget projectsubsidies professionele kunst' vast, zijnde het subsidieplafond.

Wij maken subsidieplafond tijdig openbaar bekend.

5.5 Verdeling van de subsidiebudgetten; hoogte van het subsidiebedrag

Het subsidiebudget 'professionele kunst' worden verdeeld door alle aanvragen op het betreffende deelterrein onderling te vergelijken en een integrale beslissing op alle aanvragen te nemen.

Dat betekent dat wij voor de 'projectsubsidies professionele kunst' voorzien in een gelijktijdige beslissing op aanvragen met betrekking tot soortgelijke projecten op basis van een vergelijking van hun geschiktheid om bij te dragen aan de doelstellingen van deze subsidieregeling.

Meer aanvragers voor een project

Indien twee of meer aanvragers subsidieverzoeken indienen die betrekking hebben op deelname aan een en hetzelfde project, dan zal honorering en de mate van honorering van de individuele verzoeken in onderlinge samenhang worden vastgesteld.

De hoogte van het subsidiebedrag wordt aldus bepaald door:

  • -

    het gevraagde bedrag in de aanvraag voor het project;

  • -

    de mate waarin het project voldoet aan de voorwaarden en de criteria;

  • -

    het totale beschikbare budget (=subsidieplafond);

  • -

    de subsidieverzoeken van de andere aanvragers.

5.6 Procedure

Tijdstip van het indienen van een subsidie aanvraag

Een aanvraag voor een projectsubsidie wordt ingediend uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarvoor het op basis van deze beleidsregels te verdelen subsidiebudget beschikbaar is of wordt gesteld.

Aanvraagformulier

Aanvragen worden ingediend op een door ons vastgesteld aanvraagformulier. Als datum van indiening geldt de datum van de poststempel.

Adviescommissie

Voor de beoordeling van aanvragen voor projectsubsidies op het gebied van professionele kunst stellen wij een "Adviescommissie projectsubsidies professionele kunst" in.

Beoordeling van aanvragen

De betreffende commissie beoordeelt of en - zo ja - in welke mate de aanvragen voldoen aan de hiervoor genoemde voorwaarden en criteria.

Per aanvraag legt de commissie dit oordeel schriftelijk vast. Tevens doet de commissie bij iedere aanvraag een voorstel over de hoogte van het te verlenen subsidiebedrag, zodanig dat de voorgestelde subsidiebedragen samen het betreffende subsidieplafond niet overschrijden. Bij die verdeling wordt rekening gehouden met hetgeen in deze beleidsregel onder 5.5 is bepaald over de hoogte van het subsidiebedrag. Het uitgebrachte advies behelst dus een integrale beoordeling en afweging van alle ingediende aanvragen op het betreffende gebied.

Verdere besluitvorming

Na vaststelling door de gemeenteraad van het totale beschikbare 'subsidiebudget projectsubsidies professionele kunst' en na onze bekendmaking van de definitieve subsidieplafonds, nemen wij zo spoedig mogelijk een beslissing op de aanvragen om projectsubsidies.

6. Subsidievaststelling

Na afloop van het project, doch uiterlijk vóór 1 mei volgend op het jaar waarvoor op basis van deze beleidsregels een subsidie is verstrekt, dient de aanvrager een aanvraag tot vaststelling van het definitieve projectsubsidie in (rekening en verantwoording), overeenkomstig de regels van de Algemene subsidieverordening.

7. Inwerkingtreding.

Deze beleidsregels treden in werking na bekendmaking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.