Verordening ter voorkoming van oneerlijke concurrentie tussen paracommerciële rechtspersonen en commerciële horecabedrijven

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening ter voorkoming van oneerlijke concurrentie tussen paracommerciële rechtspersonen en commerciële horecabedrijven

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASTRICHT,

Overwegende dat het op grond van artikel 4, lid 1 van de Drank- en Horecawet noodzakelijk is een paracommerciële verordening op te stellen teneinde voorschriften en beperkingen te verbinden aan paracommerciële rechtspersonen op het terrein van horeca-activiteiten;

Gelet op het bepaalde in de Drank- en Horecawet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 12 november 2013, Management V&L, no. 2013-47820;

gehoord de commissie Algemene Zaken & Middelen

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende:

Verordening ter voorkoming van oneerlijke concurrentie tussen paracommerciële rechtspersonen en commerciële horecabedrijven.

Artikel 1. Begripsbepalingen

1.Voor de toepassing van deze verordening wordt onder de begrippen in deze verordening verstaan hetgeen de Drank- en Horecawet daaronder verstaat.

Artikel 2. Schenktijden; paracommerciële rechtspersonen

  • 1.

    Het is paracommerciële rechtspersonen toegestaan om alcohol te verstrekken twee uur vóór en twee uur ná beëindiging van een activiteit of bijeenkomst die past binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon, waarbij de reguliere sluitingstijden zoals vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening in acht worden genomen.

  • 2.

    De burgemeester kan een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in voorgaande lid ontheffing verlenen van de in het voorgaande lid bepaalde schenktijden, met inachtneming van artikel 4 lid 4 van de Drank- en Horecawet.

Artikel 3. Bijeenkomsten van persoonlijke aard of voor derden

  • 1.

    Het is verboden in een paracommerciële inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon zijn betrokken.

  • 2.

    De burgemeester kan een paracommerciële rechtspersoon ontheffing verlenen van hetgeen is bepaald in het voorgaande lid, met inachtneming van artikel 4 lid 4 van de Drank- en Horecawet.

Artikel 4. Prijsacties

Ter bescherming van de volksgezondheid en in het belang van de openbare orde is het voor paracommerciële rechtspersonen verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die lager is dan 60% van de prijs die door de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon gewoonlijk wordt gevraagd.

Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als “Drank- en Horecaverordening Paracommercie gemeente Maastricht 2014”.

Artikel 6. Overgangsrecht

  • 1.

    In navolging van de in artikel III van de Wet tot wijziging van de Drank- en Horecawet van 24 mei 2012 opgenomen overgangsregeling voor paracommerciële rechtspersonen, vervallen op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening voor paracommerciële inrichtingen:

    • a.

      De voorschriften en beperkingen die tot dat tijdstip op grond van eerdere gemeentelijke regelgeving zijn gesteld;

    • b.

      De tot dat tijdstip gehanteerde schenk- of taptijden.

  • 2.

    Voorschriften en beperkingen die tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening op grond van eerdere gemeentelijke verordeningen krachtens dewet zijn gesteld aan vergunningen van andere dan in het eerste lid bedoeldeinrichtingen, blijven van kracht.

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 17 december 2013.

De Griffier,

Drs. E. Willems.

De Voorzitter,

Dhr. O. Hoes.

Toelichting Drank- en Horecaverordening Paracommercie gemeente Maastricht 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor zover onduidelijkheid bestaat omtrent de begrippen zoals opgenomen in de verordening wordt aangesloten bij de begripsomschrijvingen zoals deze zijn opgenomen in de Drank- en Horecawet.

Artikel 2 Schenktijden; paracommerciële rechtspersonen

In het eerste lid zijn de schenktijden bepaald voor de paracommerciële rechtspersonen. De schenktijden zijn vastgesteld op twee uur voor en twee uur na beëindiging van een activiteit of bijeenkomst die past binnen de statutaire doelomschrijving (zoals deze is opgenomen in de statuten) van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon. Momenteel zijn de schenktijden in de paracommerciële vergunning ook bepaald op twee uur voor en twee uur na een activiteit die past binnen de statutaire doelomschrijving. Hierbij dienen wel de reguliere openingstijden in acht genomen te worden teneinde te voorkomen dat de hele nacht door geschonken kan worden.

In het tweede lid is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen zoals deze ook terug te vinden is in artikel 4 lid 4 van de Drank- en Horecawet. De burgemeester kan in het geval van bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van de vastgestelde schenktijden.

Artikel 3 Bijeenkomsten van persoonlijke aard of voor derden

In het eerste lid is bepaald dat het voor paracommerciële rechtspersonen niet is toegestaan om alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard of voor derden. Met bijeenkomsten van persoonlijke aard wordt gedoeld op bijeenkomsten, waarbij meestal alcoholhoudende drank wordt genuttigd, die geen direct verband houden met de activiteiten van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon. Hierbij valt te denken aan bruiloften, feesten, partijen, recepties, jubilea, verjaardagen, bedrijfsfeesten, koffietafels, condoleancebijeenkomsten etc. Voor zover die bijeenkomsten een karakter hebben dat direct verband houdt met activiteiten van de paracommerciële rechtspersoon, zoals het afscheid van de voorzitter van een vereniging, vallen deze niet onder het bereik van deze bepaling.

Bij bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon betrokken zijn kan worden gedacht aan: activiteiten die niet verenigingsgebonden zijn. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als een paracommerciële rechtspersoon zijn kantine of een andere ruimte verhuurt aan derden om bijvoorbeeld een feest te geven voor niet-leden of niet-betrokkenen.

In het tweede lid is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen zoals deze ook terug te vinden is in artikel 4 lid 4 van de Drank- en Horecawet. De burgemeester kan in het geval van bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van het verbod op bijeenkomsten van persoonlijke aard of voor derden. Dit betekent dat bijeenkomsten van persoonlijke aard of voor derden wel toegestaan zijn in geval de burgemeester ontheffing verleend.

Artikel 4 Prijsacties

De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. De bepaling geeft de mogelijkheid om op te treden tegen onverantwoorde kortingsacties met alcoholhoudende drank door paracommerciële rechtspersonen. Prijsacties kunnen aanzetten tot overmatig alcoholgebruik in een korte periode. Het vaststellen van een maximaal kortingspercentage laat ruimte voor aanbiedingen, maar creëert een ondergrens.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

De verordening treedt in werking op 1 januari 2014 en wordt aangehaald als: Drank- en Horecaverordening Paracommercie gemeente Maastricht 2014.

Artikel 6 Overgangsrecht

De in het eerste lid voorgestelde overgangsbepaling voor paracommerciële rechtspersonen is in lijn met het overgangsrecht zoals dat is opgenomen in artikel III van de wet die de Drank- en Horecawet wijzigt. Daarin is bepaald dat op het moment van inwerkingtreding van de plaatselijke verordening voor paracommerciële rechtspersonen de nieuwe gemeentelijke bepalingen voor paracommerciële rechtspersonen van kracht zijn.

De voorschriften en beperkingen voor paracommerciële rechtspersonen omtrent (ontheffingen van) schenktijden en bijeenkomsten van persoonlijke aard of voor derden die zijn opgenomen in het collegebesluit juni 2006 Paracommerciële inrichtingen en in de verleende paracommerciële vergunningen komen hiermee per 1 januari 2014 te vervallen.

Het tweede lid bepaalt dat voorschriften en beperkingen die in gemeentelijke verordeningen zijn gesteld aan andere dan paracommerciële rechtspersonen van kracht blijven. Dit betekent dat alle voorschriften en beperkingen die aan horecabedrijven en slijterijen zijn gesteld van kracht blijven.