Regeling vervallen per 01-01-2018

Subsidieregeling Kindgebonden financiering voorschoolse educatie

Geldend van 01-03-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

Subsidieregeling Kindgebonden financiering Voorschoolse educatie

DE RAAD DER GEMEENTE MAASTRICHT,

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 1 december 2015, organisatieonderdeel BO Sociaal, no. 2015-41122;

Gelet op artikel 156 Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

Subsidieregeling Kindgebonden financiering Voorschoolse educatie

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht;

  • b.

    bestuur: het bestuur van een VVE-gecertificeerde voorschoolse voorziening;

  • c.

    doelgroep: peuters in de leeftijd van 2,5 jaar tot 4 jaar;

  • d.

    gecertificeerde voorschoolse voorziening: een voorziening voor kinderopvang die zowel aan de geldende wettelijke eisen, als aan de overige in Maastricht van toepassing zijnde VVE-keuringseisen voldoet;

  • e.

    indicatie VVE: een door JGZ (consultatiebureau) afgegeven verklaring dat deelname van 4 momenten aan VVE geïndiceerd is;

  • f.

    landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen: een register met gegevens van alle gecertificeerde kinderopvangvoorzieningen en peuterspeelzalen in Nederland; hierin staat tevens vermeld of voorschoolse educatie wordt aangeboden;

  • g.

    ouder: persoon met ouderlijk gezag;

  • h.

    peuter: een kind in de leeftijd van 2,5 jaar tot 4 jaar dat een VVE-plaats heeft op een in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen opgenomen, gecertificeerde voorschoolse voorziening geregistreerd als dagopvang;

  • i.

    subsidie: een bedrag dat via het bestuur beschikbaar wordt gesteld aan ouders, waarbij eventuele vergoedingen via de belastingdienst verrekend worden. Indien geen fiscale compensatie mogelijk is wordt een eigen bijdrage via het bestuur verrekend;

  • j.

    VVE-plaats: een kindplaats met een omvang van tenminste 2 momenten (tot een max van 5,5 uur) per week op een gecertificeerde voorschoolse voorziening, waar het kind een programma voor vroeg- en voorschoolse educatie krijgt aangeboden. Voor door het consultatiebureau geïndiceerde peuters geldt nog eens tenminste 2 momenten van 5,5 uur extra per week;

  • k.

    Inkomensafhankelijke bijdrage: voor de eerste 5,5 uur per week betalen ouders een inkomensafhankelijke bijdrage. Deze is afhankelijk van de hoogte van het bruto jaarinkomen. Hiervoor volgt het bestuur de ouderbijdragetabel van de kinderopvang die jaarlijks door het rijk wordt vastgesteld. Voor de door het consultatiebureau geïndiceerde peuters zijn de extra 5,5 uur per week volledig voor rekening van de gemeente Maastricht.

Artikel 2 Doel

Met deze subsidieregeling wordt beoogd ouders te stimuleren om hun kinderen een gecertificeerde voorschoolse voorziening te laten bezoeken en te laten deelnemen aan het VVE-programma.

Artikel 3 Subsidieaanvrager

  • 1.

    Voor subsidie komt in aanmerking de ouder van een peuter.

  • 2.

    De subsidie voor de ouders wordt aangevraagd door het bestuur waaronder de gecertificeerde voorschoolse voorziening valt.

  • 3.

    De aanvrager voldoet aan, de bovenop de eisen Wet Kinderopvang, door de gemeente Maastricht vastgestelde “Keuringseisen voor voorschoolse voorzieningen” (zie artikel 12).

Artikel 4 Aanvraag en aanvraagtermijn

  • 1.

    In aanvulling op artikel 5 van de ASV bevat de aanvraag:

    • a.

      Informatie over het aantal peuters per locatie (peildatum 1-3-2016) waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      Een onderverdeling naar categorieën (WKO, niet-WKO, geïndiceerd, niet-geïndiceerd);

  • 2.

    De aanvrager vraagt de subsidie aan met een vastgesteld aanvraagformulier;

  • 3.

    In afwijking van artikel 6 van de ASV wordt een aanvraag voor subsidie ingediend uiterlijk vóór 1-2-2016.

Artikel 5Subsidiehoogte

  • 1.

    De bijdrage bestaat uit een subsidie per geplaatste en door het consultatiebureau toegeleide peuter.

  • 2.

    De subsidie bestaat uit twee componenten:

    • a.

      Landelijk vastgestelde maximale uurprijs dagopvang (normtarief kinderopvang);

    • b.

      Door het college vastgestelde opslag à € 2,30 per uur voor extra voorbereidingstijd en evaluatietijd en aanvullend, aan het kwaliteitskader VVE en de G37 Convenant gerelateerde, te realiseren opbrengsten.

Artikel 6 Subsidieduur

  • 1.

    De subsidie wordt betaald aan het bestuur van de gecertificeerde voorschoolse voorziening voor maximaal 40 schoolweken.

  • 2.

    De subsidie gaat in op de eerste of de vijftiende van de maand waarin de peuter een VVE-plaats bezet.

  • 3.

    De subsidie eindigt met ingang van de datum waarop de peuter om welke reden dan ook, de voorschoolse voorziening verlaat.

Artikel 7 Verplichtingen

  • 1.

    Het bestuur bepaalt, aan de hand van door de ouders te verstrekken actuele inkomensgegevens, welke ouders in aanmerking komen voor subsidie.

  • 2.

    Het bestuur brengt de subsidie in mindering op het door ouders van de peuters te betalen uurtarief voor gebruik van een VVE-plaats.

  • 3.

    Het bestuur rapporteert per kwartaal cumulatief per geplaatste peuter de volgende gegevens:

    • a.

      BSN-nummer peuter en ouder(s)

    • b.

      NAW gegevens peuter

    • c.

      geboortedatum

    • d.

      startdatum

    • e.

      einddatum, indien relevant.

    • f.

      lrkp –nummer en adres

    • g.

      naam kindcentrum waar de kinderopvanginstelling deel van uit maakt, dan wel in de doorgaande lijn mee samenwerkt

    • h.

      naam organisatie kinderopvang

    • i.

      geïndiceerd of niet-geïndiceerd

    • j.

      WKO/niet-WKO

    • k.

      soort inkomenstoets

    • l.

      ouderbijdrage %

Artikel 8 Betalingsachterstand

  • 1.

    Een ouder komt in aanmerking voor een subsidie voor betalingsachterstand indien deze achterstand dreigt te leiden tot schorsing van de peuter.

  • 2.

    Voorwaarde hiertoe is dat er een schriftelijke verklaring van het zorgteam van het kindcentrum meegezonden wordt, dat deelname van de peuter noodzakelijk is.

  • 3.

    De subsidie wordt betaald aan het bestuur op basis van facturen met een verklaring over de toegepaste procesbeschrijving.

  • 4.

    De subsidie wordt verstrekt onder de volgende verplichtingen:

    • a.

      De ouder accepteert begeleiding bij het op orde krijgen van de financiële huishouding.

    • b.

      De ouder neemt deel aan die, door de gecertificeerde voorschoolse voorziening georganiseerde activiteiten die bijdragen aan het vergroten van de actieve ouderbetrokkenheid.

  • 5.

    Het subsidieplafond voor betalingsachterstanden is vastgesteld op € 30.000,- voor 2016.

Artikel 9 Verantwoording en vaststelling subsidie

1.Uiterlijk vóór 1 april in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor subsidie is verleend, rapporteert het bestuur over het totaal van de hiervoor vermelde kwartaalgegevens. De subsidie wordt vastgesteld op de daadwerkelijk bestede uren per peuter aan de hand van het afgesproken uurtarief en onderverdeling naar categorieën van artikel 4, eerste lid onder b.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking en is van toepassing op de uitvoering van activiteiten vanaf 1 maart 2016.

Artikel 11Geldigheidsduur subsidieregeling

Deze subsidieregeling geldt vanaf 1 maart 2016 tot en met uiterlijk 31 december 2020

Artikel 12 Mandaat College

De Raad mandateert het college om de “Keuringseisen voor voorschoolse instellingen in de gemeente Maastricht” vast te stellen en daar waar nodig de komende jaren aan te passen.

De Keuringseisen zijn als bijlage bijgevoegd bij deze verordening.

Keuringseisen

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Subsidieregeling Kindgebonden financiering voorschoolse educatie Gemeente Maastricht”.

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 2 februari 2016.

De Griffier,

J.L.L Goossens.

De Voorzitter,

J.M. Penn-te Strake.

Financieringsmodel