Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maastricht houdende regels omtrent de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting Maastricht 2021)

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maastricht houdende regels omtrent de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting Maastricht 2021)

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASTRICHT,

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 oktober 2020, organisatieonderdeel BCC-Concernzaken, no. 2020.28011;

gelet op artikel 224, van de Gemeentewet;

BESLUIT VAST TE STELLEN DE VOLGENDE VERORDENING:

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Maastricht 2021

(Verordening toeristenbelasting Maastricht 2021)

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, toercaravan, stacaravan, dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

  • b.

    jeugdherberg: een accommodatie voor overwegend jeugdige gasten met slaapgelegenheid in kamers en/of zalen die men mogelijk met 'vreemden' moet delen;

  • c.

    accommodaties voor logies: woning of ander verblijf, of gedeelte daarvan, niet noodzakelijk in hoofdzaak als verblijf voor vakantie of andere recreatieve doeleinden, doch die (in bepaalde perioden van het jaar) voor die doeleinden wordt verhuurd dan wel te huur wordt aangeboden en niet is gelegen in een resort, vakantiepark of soortgelijk terrein met een verzameling van woningen voor recreatieve doeleinden;

  • d.

    recreatiewoning: woning, bestemd voor dan wel gebezigd voor recreatief verblijf of nachtverblijf, gelegen op een terrein dat geheel is ingericht voor recreatief verblijf, waarbij de aanwezige voorzieningen en services aan de gebruikers van de recreatiewoningen beschikbaar staan;

  • e.

    stercategorie: het hoogste aantal sterren dat is verleend door Koninklijke Horeca Nederland, dan wel bekend is bij het VVV-Maastricht, dan wel bekend gemaakt wordt in eigen uitingen, een en ander op 1 januari van het belastingjaar

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4. Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene, die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen.

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29 eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 3.

    van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd.

  • 4.

    op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd.

Artikel 5. Maatstaf van heffing.

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingtijdvak.

Artikel 6. Forfaitaire berekening

  • 1. Voor mobiele kampeeronderkomens geldt voor de berekening van de belastingschuld het werkelijk aantal overnachtingen.

  • 2. Voor mobiele kampeeronderkomens kan het aantal overnachtende personen per periode van aangifte, op een bij aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige, forfaitair worden vastgesteld.

  • 3. Bij de forfaitaire berekening voor mobiele kampeeronderkomens wordt het aantal overnachtende personen gesteld op 1,5 per kampeeronderkomen per nacht.

Artikel 7. Belastingtarief

  • 1. Het tarief bedraagt per persoon per overnachting in/bij een:

     
     

    2020

    Bedrag in €

    2021

    Bedrag in €

    a.

    Kampeeronderkomen of jeugdherberg;

    1,40

    1,43

    b.

    accommodaties voor logies of hotel niet vallend in een stercategorie;

    2,07

    2,12

    c.

    Recreatiewoning;

    3,00

    3,07

    d.

    hotel in de één‑stercategorie;

    2,80

    2,87

    e.

    hotel in de twee‑sterrencategorie;

    3,47

    3,55

    f.

    hotel in de drie‑sterrencategorie;

    4,21

    4,31

    g.

    hotel in de vier‑sterrencategorie;

    5,01

    5,13

    h.

    hotel in de vijf‑sterrencategorie.

    5,73

    5,87

Artikel 8. Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 9. Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10. Aanslaggrens

  • 1. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 2. Voor de toepassing van het vorig lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 11. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2. Betaling van de termijnen zoals bedoeld in het eerste lid is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 12. Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de Heffingsambtenaar (van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) zoals bedoeld in artikel 232, vierde lid onderdeel a van de Gemeentewet.

Artikel 13. Elektronische aangifte

Het uitnodigen tot het doen van aangifte kan naast de op de in artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze geschieden door het uitreiken, toezenden of elektronisch verzenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van elektronische aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan. In dat geval geschiedt, in afwijking van de in artikel 237, tweede lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze, de aangifte langs elektronische weg door het inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden via de digitale voorziening ‘Digitale aangifte toeristenbelasting’ van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen.

Artikel 14. Kwijtschelding

De regelgeving inzake de kwijtschelding is vastgelegd in de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2021.

Artikel 15. Overgangsrecht

De "Verordening toeristenbelasting Maastricht 2020" van 12 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 17. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening toeristenbelasting Maastricht 2021”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 november en voortgezet 11 november 2020.

De Griffier,

De Voorzitter,