Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maastricht houdende regels omtrent de herbenoeming van de burgemeester van Maastricht

Geldend van 11-12-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maastricht houdende regels omtrent de herbenoeming van de burgemeester van Maastricht

DE RAAD DER GEMEENTE MAASTRICHT,

organisatieonderdeel Raadsgriffie, no. 2020-33002;

gelet op

  • 1.

    artikel 61 van de Gemeentewet

  • 2.

    artikel 61a van de Gemeentewet

  • 3.

    artikel 61c van de Gemeentewet

  • 4.

    artikel 84 van de Gemeentewet

  • 5.

    artikel 86 van de Gemeentewet

  • 6.

    artikel 147 van de Gemeentewet

  • 7.

    artikel 149 van de Gemeentewet

BESLUIT:

De navolgende Verordening Herbenoeming Burgemeester Maastricht 2020 vast te stellen.

Artikel 1 Taak commissie

  • 1. Er is een commissie die tot taak heeft de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden.

Artikel 2 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit 5 leden, door de raad uit haar midden benoemd.

  • 2. Indien de gemeenteraad niet heeft bepaald wie voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de commissie zijn, kiest de commissie deze uit haar midden.

  • 3. De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Artikel 3 Adviseur

  • 1. De gemeenteraad kan één of meer wethouders als adviseur toevoegen aan de commissie.

  • 2. De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie. Artikel 6.2, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De raadsgriffier is secretaris van de commissie en geeft uit dien hoofde ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 2. Eventuele extra benodigde ondersteuning vindt plaats vanuit de griffie.

  • 3. De secretaris is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

Artikel 5 Geheimhouding

  • 1. Op alle informatie van de commissie rust ingevolge de wet de verplichting tot geheimhouding, welke zich uitstrekt tot eenieder die van de informatie kennis draagt.

  • 2. De vergaderingen van de commissie zijn ingevolge de wet besloten. De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht.

  • 3. Stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van “geheim” door de voorzitter en de secretaris ondertekend en verstuurd. Stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van “geheim” gezonden aan de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering. De secretaris ziet er op toe dat de vertrouwelijkheid in deze procesgang wordt gegarandeerd.

  • 4. Aan degenen die geen lid zijn van de commissie wordt ingevolge de wet geen informatie verstrekt omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek.

  • 5. De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 6. De geheimhoudingsplicht blijft ingevolge de wet ook in het geval de commissie wordt ontbonden van kracht.

Artikel 6 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste 2 leden dit noodzakelijk acht(en). De commissie vergadert slechts indien meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2. De voorzitter bepaalt de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering. De voorzitter roept de volgende personen schriftelijk tot de vergadering op:

    • a.

      de leden van de commissie;

    • b.

      de burgemeester, voor zover met haar een gesprek plaats heeft.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde oproeping geschiedt ten minste24 uur voorafgaand aan de vergadering.

Artikel 7 Stemming

  • 1. De commissie besluit over de vaststelling van een concept aanbeveling bij meerderheid van stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Indien de stemmen staken, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden de verschillende meningen in het in artikel 9 bedoelde verslag opgenomen.

Artikel 8 Informatie over en gesprek met de burgemeester

  • 1. De commissie maakt vooraf aan de burgemeester, de gemeenteraad en de commissaris van de Koning kenbaar op basis van welke informatiebronnen zij zich een oordeel zal vormen over het functioneren van de burgemeester. Daarbij baseert zij zich in ieder geval op de profielschets en de wettelijke taken van de burgemeester.

  • 2. Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad, de commissaris van de Koning en de burgemeester te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt dat bij het verslag van bevindingen wordt gevoegd.

Artikel 9 Verslag

  • 1. De commissie brengt over haar werkzaamheden ter voorbereiding op het doen van een aanbeveling schriftelijk een verslag van bevindingen uit aan de gemeenteraad en aan de commissaris van de Koning.

    Het verslag van bevindingen dat de commissie uitbrengt aan de raad en de commissaris van de Koning bevat in ieder geval:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

    • b.

      een concept aanbeveling met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie.

Artikel 10 Bijzondere bepaling inzake verslaglegging

  • 1. Het in artikel 9 bedoelde verslag van bevindingen wordt in ieder geval vergezeld van een conceptaanbeveling inzake de herbenoeming.

  • 2. Indien ter zake van het functioneren van de burgemeester afspraken zijn gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze expliciet in het verslag van bevindingen vermeld.

Artikel 11 Onvoorziene gevallen

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire Benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 september 2017 (kenmerk 2017-0000479534) niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 12 Ontbinding van de commissie

  • 1. Lopende een procedure tot herbenoeming is ontbinding van de commissie uitsluitend mogelijk met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de burgemeester bij Koninklijk besluit is herbenoemd. De commissie wordt geacht vanaf die dag te zijn ontbonden.

Artikel 13 Archivering

  • 1. De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat na afronding van de benoeming, de herbenoeming en de klankbordgesprekken alle archiefbescheiden onverwijld in een envelop worden verzegeld en gerubriceerd als "geheim", en worden geplaatst in de daartoe aangewezen archiefruimte.

  • 2. De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden waarvoor de wettelijke termijn verstreken is. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, eerste lid sub a, van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, tot de archiefbescheiden 75 jaar oud zijn.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten door de Raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 8 december 2020, die is voortgezet op 9 december 2020

De Griffier,

H-J. Bodewitz.

De Voorzitter,

J.M. Penn-te Strake.