Regeling vervallen per 12-04-2013

Regeling gebruik bedrijfsauto's gemeente Maastricht

Geldend van 01-01-2006 t/m 11-04-2013

Intitulé

Regeling gebruik bedrijfsauto's gemeente Maastricht

Regeling gebruik bedrijfsauto's

Regeling gebruik bedrijfsauto's

  • -

    Artikel 1 Definities

  • -

    Artikel 2 Ter beschikking gestelde bedrijfsauto

  • -

    Artikel 3 Verplichtingen werknemer

  • -

    Artikel 4 Wachtdienst

  • -

    Artikel 5 Taken werkgever

  • -

    Artikel 6 Privé-gebruik bedrijfsauto

  • -

    Artikel 7 Sancties

  • -

    Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding

  • a

    Regeling: de Regeling gebruik bedrijfsauto`s gemeente Maastricht;

  • b

    De werknemer: hij die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn, alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan (artikel 1:1 lid 1 sub a AGM);

  • c

    De werkgever: de gemeente Maastricht;

  • d

    De bedrijfsauto: de personenauto of bestelauto als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de belasting van personenauto`s en motorrijwielen 1992, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. Niet als bedrijfsauto in de zin van deze regeling gelden auto`s die zijn ingericht, en als zodanig uiterlijk kenbaar zijn, om te worden gebruikt door de brandweer.

De werkgever kan aan de werknemer tijdens diensttijd een bedrijfsauto ter beschikking stellen indien de aard en inhoud van de functie van de werknemer dit met zich meebrengt.

De directeur van het betreffende domein beslist over het ter beschikking stellen van een bedrijfsauto aan een werknemer of een groep van werknemers ter vervulling van hun functie.

Vóórdat een bedrijfsauto aan de werknemer ter beschikking wordt gesteld, dient de werknemer schriftelijk te verklaren bekend te zijn en in te stemmen met de bepalingen van deze regeling. Tevens dient de werknemer een kopie te overleggen van een geldig rijbewijs. Bij vervanging / vernieuwing van het rijbewijs dient een nieuwe kopie overlegd te worden.

De werkgever houdt een register bij, waarin per werkdag wordt geregistreerd aan welke werknemer een bedrijfsauto is verstrekt.

Het is de werknemer niet toegestaan de bedrijfsauto ten eigen bate (voor privé doeleinden) te gebruiken, een en ander overeenkomstig het bepaalde in artikel 15:1b sub b AGM.

De werknemer aan wie de bedrijfsauto is verstrekt, is verantwoordelijk voor het gebruik van de auto. Deze werknemer is verplicht de auto zelf te besturen. Uitsluitend na goedkeuring van een door de werkgever hiertoe aangewezen werknemer kan de bedrijfsauto ter beschikking worden gesteld aan een collega.

De werknemer dient de bedrijfsauto te gebruiken zoals het een goed werknemer betaamd. Ongevallen, (aankomende) gebreken welke de werknemer in redelijkheid bekend dienen te zijn, reparaties etc. dient hij terstond te melden aan de werkgever.

De werknemer is verplicht de bedrijfsauto na afloop van de diensttijd in te leveren op één van de daartoe door de werkgever aangewezen parkeerterreinen.

Boetes ten gevolge van verkeersovertredingen zullen door de werkgever worden verhaald op de werknemer genoemd in lid 2 van dit artikel.

De werknemer die gebruik maakt van een personenauto is verplicht een sluitende rittenregistratie bij te houden.

Het bepaalde in artikel 3, lid 4 van deze regeling is niet van toepassing op de bedrijfsauto die gebruikt wordt tijdens het verrichten van wachtdienst als bedoeld in artikel 15:1:10, lid 2, sub c AGM.

De tijdens een wachtdienst gereden kilometers mogen als zakelijk beschouwd worden indien voldaan wordt aan de hierna te noemen voorwaarden:

  • a

    de werknemer heeft geen invloed op de keuze van de aangeschafte auto;

  • b

    de werknemer beschikt in privé over een auto die voor privé-gebruik evenzeer of zelfs meer geschikt is dan de bedrijfsauto;

  • c

    de werknemer is verplicht tijdens de wachtdienst binnen een redelijke afstand van zijn woonplaats te blijven;

  • d

    het aantal kilometers dat tijdens de wachtdienst wordt gereden en het aantal en de plaats van de werkzaamheden waarvoor de werknemer is opgeroepen, moeten worden bijgehouden.

Alle kosten welke noodzakelijk zijn voor het zakelijk gebruik van de bedrijfsauto (bijvoorbeeld onderhoud, verzekering, brandstof, e.d.) komen ten laste van de werkgever.

De werkgever stelt de werknemer vóór aanvang van het gebruik uitdrukkelijk op de hoogte van de bepalingen in deze regeling en van de gevolgen van niet-naleving ervan.

De werkgever controleert de naleving van de verplichtingen genoemd in deze regeling, onder andere middels controle van het na werktijd parkeren op het parkeerterrein van de werkgever, controle van het brandstofverbruik, controle van de eventueel opgelegde verkeersovertredingen en (voor personenauto`s) controle van de rittenregistraties. De waarnemingen te dezer zake zullen schriftelijk worden vastgelegd en bewaard.

Slechts bij wijze van grote uitzondering en met toestemming vooraf van of namens het college van Burgemeester en wethouders kan zeer beperkt privé-gebruik worden toegestaan. Onder zeer beperkt privé-gebruik wordt in ieder geval niet verstaan het gebruik ten eigen bate waarbij het aantal kilometers op kalenderjaarbasis meer bedraagt dan 500.

Bij niet-naleving van de bepalingen en verplichtingen van deze regeling zal door de werkgever aan de werknemer een disciplinaire straf worden opgelegd overeenkomstig hoofdstuk 16 van de AGM. elet op het feit dat aan overtreding van de bepalingen in deze regeling financiële, fiscale consequenties zijn verbonden, kan de werkgever tevens de volgende sancties opleggen aan de werknemer:

  • a

    een geldboete per overtreding van tenminste € 300,- zegge driehonderd euro;

  • b

    een geldboete aan de werknemer overeenkomstig de te betalen loonbelasting/premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw over het eventuele privé-gebruik;

  • c

    de nageheven loonbelasting/premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw verhalen op de werknemer.

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling gebruik bedrijfsauto`s gemeente Maastricht”.

De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.