Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR27336
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR27336/1
Regeling vervallen per 01-01-2012
Verordening Tijdelijke regels Wet Investeren in Jongeren
Geldend van 01-10-2009 t/m 31-12-2011
Intitulé
Verordening Tijdelijke regels Wet Investeren in JongerenNr. 8
De raad van de gemeente Marum;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 december 2009, nr. 09.12.08.;
gelet op artikel 47, eerste lid, gemeentewet, de artikelen 12, eerste lid, onderdeel e, en 35 van de Wet investeren in jongeren en de gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier;
overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en verlagen van uitkeringen van jongeren van 18 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar bij verordening te regelen;
besluit
vast te stellen de volgende: TIJDELIJKE REGELS WET INVESTEREN IN JONGEREN GEMEENTE MARUM
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
de wet: de Wet investeren in jongeren;
het bestuur: het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier.
HOOFDSTUK 2 TOEPASSELIJKHEID VERORDENINGEN WWB
Artikel 2 Werkleeraanbod
De regels met betrekking tot de inhoud van het werkleeraanbod, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel a, van de wet, luiden als volgt:
De voorzieningen die op grond van de Re-integratieverordening aan personen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet werk en bijstand, kunnen worden aangeboden, kunnen door het bestuur worden ingezet voor het vaststellen van de inhoud van het werkleeraanbod.
In afwijking van het eerste lid, kunnen de volgende voorzieningen niet worden ingezet:
onbeloonde additionele arbeid;
premies voor werkaanvaarding of scholing;
vrijlating van inkomsten, en
onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk.
Artikel 3 Het verlagen van de inkomensvoorziening
De regels met betrekking tot het verlagen van de inkomensvoorziening, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel b, van de wet, luiden als volgt:
Voor de toepassing van artikel 41, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen genoemd in hoofdstuk 1 en artikel 14 van de Maatregelverordening Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing.
Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van schending van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen genoemd in de hoofdstukken 1 en 3 van de Maatregelverordening Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing.
Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van schending van de overige verplichtingen, bedoeld in artikel 45, van de wet, zijn de artikelen genoemd in hoofdstuk 1 en twee van overeenkomstige toepassing.
Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van zeer ernstige misdragingen als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen genoemd in hoofdstuk 1 en artikel 15 van de Maatregelverordening Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4 Het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik
De regels met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de wet, luiden als volgt:
De artikelen genoemd in hoofdstuk 1 van de Maatregelverordening en het te voeren beleid opgenomen in het Handhavingsplan ISD Noordenkwartier 2009 - 2011, zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5 Cliëntenparticipatie
De regels met betrekking tot de wijze waarop jongeren of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de wet, luiden als volgt:
De in de Verordening Cliëntenparticipatie gestelde regels, zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Het verhogen en verlagen van de norm
De regels met betrekking tot het verhogen en verlagen van de norm, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel e, van de wet, luiden als volgt:
De in de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand zijn van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN
Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het bestuur.
Het bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 8 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2009.
Artikel 9 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: “Tijdelijke regels Wet investeren in jongeren gemeente Marum”.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van 16 december 2009,
, voorzitter
, griffier
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 1 Begripsbepalingen
Ter verbetering van de leesbaarheid wordt de Wet investeren in jongeren in dit raadsbesluit aangeduid met ‘de wet’.
Artikel 2 Werkleeraanbod
Het simpelweg bepalen dat de Re-integratieverordening WWB van overeenkomstige toepassing is, kan knelpunten opleveren. Omdat met de WIJ een recht op werkleeraanbod wordt gerealiseerd en een paradigmawisseling is beoogd, is het uitgangspunt en daarmee ook de inhoud van de nog vast te stellen verordening met betrekking tot de inhoud van het werkleeraanbod duidelijk afwijkend van de Re-integratieverordening WWB.
Het gaat immers niet langer om een niet afdwingbare aanspraak op voorzieningen (art. 10 WWB) maar om een afdwingbaar recht op een werkleeraanbod. Onderdelen van de Re-integratieverordening die in ieder geval wel bruikbaar zijn, zijn de bepalingen die zien op de inhoud van de aan te bieden voorzieningen. Met het eerste lid wordt de inzetbaarheid van die voorzieningen voor het bestuur ten behoeve van jongeren binnen het kader van de WIJ gerealiseerd. Uitzonderingen daarop zijn vermeld in het tweede lid. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de aldaar genoemde voorzieningen niet kunnen worden ingezet voor jongeren, omdat hun afstand tot de arbeidsmarkt nog niet zodanig groot is dat dergelijke voorzieningen beschikbaar zouden moeten worden gesteld, ter invulling van het werkleeraanbod.
Artikel 3 Het verlagen van de inkomensvoorziening
Het wettelijke kader voor het verlagen van de inkomensvoorziening, wijkt enigszins af van het kader dat geldt voor het verlagen van de bijstand. De bevoegdheid om de bijstand te verlagen wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid (art. 18, tweede lid WWB), ontbreekt in de WIJ. Daar staat tegenover dat in artikel 45 WIJ een aantal verplichtingen is geformuleerd, dat niet met zoveel woorden in de WWB is vastgelegd maar wel aanleiding kan geven tot verlaging. Het betreft de verplichtingen die betrekking hebben op het vaststellen en uitvoeren van het werkleeraanbod. Omdat deze verplichtingen overeenkomsten vertonen met de verplichting om gebruik te maken van een voorziening als bedoeld in artikel 10 WWB, kan worden overwogen de regels die daarover in de Maatregelenverordening WWB zijn vastgelegd, van overeenkomstige toepassing te verklaren. Daarvan uitgaande zijn in artikel 3 de volgende onderdelen van de Maatregelenverordening WWB van overeenkomstige toepassing verklaard:
algemene bepalingen (bijv. over samenloop);
regels ingeval geen of onvoldoende medewerking wordt verleend bij aanbieding van een werk-leeraanbod regels over schending van de inlichtingenplicht;
regels met betrekking tot zeer ernstige misdragingen en;
regels ten aanzien van schending van de verplichting om gebruik te maken van voorzieningen.
Artikel 4 Het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik
Het beleid inzake het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik is eveneens van toepassing op de jongeren.
Artikel 5 Cliëntenparticipatie
De regels over de samenstelling en werkwijze van de cliëntenraad gelden ook in het kader van de uitvoering van de WIJ.
Artikel 6 Het verhogen en verlagen van de norm
Het wettelijke kader in de WIJ met betrekking tot het verhogen of verlagen van de norm of de toeslag is niet identiek met dat van de WWB. De leeftijdsverlaging voor 21- en 22-jarigen is uit de WWB geschrapt (art. 29 WWB).
Aanpassing van de Toeslagenverordening WWB kan echter pas plaatsvinden met ingang van 1 juli 2010, omdat jongeren die op 30 september 2009 een algemene bijstandsuitkering ontvangen, die nog houden tot uiterlijk 1 juli 2010. Omdat voor het overige het wettelijke kader binnen WWB en WIJ identiek is, is de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand in zijn geheel overeenkomstig van toepassing.
Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
Het bestuur behoudt zich het recht voor anders te besluiten indien de bepalingen in deze verordening leiden tot onbillijkheden van ernstige aard.
In die gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het bestuur.
Artikel 8 Inwerkingtreding en geldingsduur
De inwerkingtreding valt samen met de inwerkingtreding van de WIJ.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl