Beleidsregels paasvuren

BELEIDSREGELS VOOR HET STOKEN VAN PAASVUREN:

(met toepassing van artikel 5.34 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de artikelen 10.2 en 10.63 lid 2 van de Wet milieubeheer (Wm)

Eisen aan de aanvrager

Alleen buurt- en belangengroepen in onze gemeente komen in aanmerking voor een ontheffing voor het stoken van een paasvuur.

Aanvraagformulier

• a

  Voor het aanvragen van de ontheffing op basis van de APV en de Wm moet gebruik worden gemaakt van het hiervoor vastgestelde aanvraagformulier.

• b

  Bij deze aanvraag dient een situatieschets te worden gevoegd, waaruit blijkt dat aan de afstandseisen, genoemd in punt 5, wordt voldaan.

Advies inwinnen

In verband met veiligheid en droogte kan er advies ingewonnen worden bij de Veiligheidsregio Groningen.

Termijn van indiening aanvraag

De termijn van indiening van de aanvraag om de ontheffing betreft minimaal drie maanden voorafgaand aan Pasen.

Voorschriften die worden verbonden aan de ontheffing op basis van 5.34 APV en 10.63 Wet milieubeheer

De voorschriften hebben betrekking op de aspecten veiligheid, openbare orde, overlast, milieu en flora.

Zonering in het kader van veiligheid

• •

  De paasbult moet op een afstand van meer dan 100 meter van bebouwing van derden liggen.

• •

  De paasbult moet op een afstand van meer dan 50 meter van eigen bebouwing en tot eigen opslagplaatsen van oogstproducten of veevoeders

• •

  De paasbult moet op een afstand van meer dan 200 meter van rietgedekte bebouwing liggen.

• •

  De paasbult moet op een afstand van meer dan 20 meter van de weg liggen.

• •

  De paasbult moet op een afstand van meer dan 50 meter van een snelweg liggen

• •

  De paasbult moet op een afstand van meer dan 100 meter van bos of ander natuurgebied liggen.

• •

  De paasbult moet op een afstand van meer dan 25 meter van een houtsingel liggen.

• •

  De paasbult mag niet binnen de bebouwde kom liggen.

• •

  De paasbult mag niet binnen 40 meter van een hoogspanningstracé danwel een hoofd-gasleiding liggen; indien de afstand minder dan 250 meter bedraagt, dient melding te worden gedaan bij de netbeheerder.

  Opbouw en ontsteken paasbult

• •

  De paasbult moet aaneengesloten en stabiel worden opgebouwd en heeft een maximale omvang van 1000 m³.

• •

  De paasbult mag alleen worden ontstoken op Tweede Paasdag. Het ontsteken kan vanaf een half uur na zonsopgang tot middennacht.

• •

  De paasbult mag niet worden ontstoken bij windkracht 5 of meer.

• •

  De paasbult mag niet worden ontstoken bij mist.

• •

  De paasbult mag niet worden ontstoken, of de ontbranding ervan moet worden beëindigd, wanneer de windrichting zodanig is, dat derden of het verkeer op de openbare weg hinder ondervinden van rookontwikkeling of vliegvuur.

• •

  Tijdens de opbouw van de paasbult en tijdens het branden van het paasvuur moet ten minste één meerderjarige personen aanwezig zijn.

• •

  De vuurplaats mag pas verlaten worden, zodra het vuur dusdanig uitgebrand is dat het geen gevaar voor de omgeving meer kan opleveren.

• •

  Degene die toezicht houdt op het vuur, dient op aanvraag van een toezichthouder van de gemeente of politie een exemplaar van de ontheffing te kunnen tonen.

• •

  Publiek dient op minimaal 25 meter afstand te blijven.

• •

  Indien de paasbult in de avonduren opgebrand wordt, dient een deugdelijk verlichtingsmiddel aanwezig te zijn.

• •

  Er dient een blusmiddel aanwezig te zijn.

  Milieu (voorschriften op grond van de Wm)

• •

  De te verbranden materialen mogen uitsluitend bestaan uit snoeihout.

• •

  De te verbranden organische materialen mogen niet bewerkt zijn met oliën, chemische producten zoals verf, lak, impregneermiddelen en dergelijke.

• •

  Het paasvuur mag alleen ontstoken worden met milieuvriendelijke materialen. Onder milieuvriendelijke materialen wordt in elk geval niet verstaan vloeibare aardolieproducten zoals benzine, terpentine, etc.

  Opruimen (restanten) paasbult

• •

  Na het doven van het vuur moeten eventuele verbrandingsresten op de brandplaats grondig worden verwijderd, zodanig dat er geen milieuschade aan bodem en water kan ontstaan.

• •

  Mocht de paasbult vanwege de weersomstandigheden of om andere reden niet op Tweede Paasdag kunnen worden ontstoken dan dient deze zo spoedig mogelijk binnen een maand opgebrand te worden. Dit dient minimaal één dag van tevoren aan de gemeente gemeld te worden en mag alleen in de dag periode gebeuren.

  Algemeen

• •

  De ontheffing dient jaarlijks te worden aangevraagd.

• •

  De locatie van het paasvuur moet te allen tijde goed bereikbaar zijn voor de hulpverlenings-diensten (brandweer, politie, ambulance).

• •

  Bevelen die door of namens de burgemeester, de brandweer en/of de politie, in het belang van de openbare orde en veiligheid worden gegeven, moeten direct worden opgevolgd.

• •

  De ontheffing kan vanwege droogte opgeschort worden.

  Aansprakelijkheid

• •

  De ontheffinghouder is verplicht de schade, die door het gebruik van de ontheffing wordt toegebracht aan eigendommen van de gemeente Marum, naar genoegen van de gemeente te herstellen of te vergoeden.

• •

  De gemeente Marum is niet aansprakelijk voor schade, die de ontheffinghouder of derden bij het gebruik van de ontheffing mochten lijden.

• •

  De ontheffing sluit de aansprakelijkheid en verplichtingen krachtens andere wettelijke regelingen, waaronder de Wet bodembescherming, de Waterwet, etc.

Bijzondere omstandigheden

Indien bijzondere omstandigheden hiertoe aanleiding geven kan gemotiveerd worden afgeweken van de beleidsregels.

Inwerkingtreding beleid

Het beleid treedt in werking de dag na publicatie.

Marum, 17 februari 2015

Burgemeester en wethouders van de gemeente Marum,

de secretaris, de burgemeester,

(J.A. Jellema) (H. Kosmeijer)