Regeling vervallen per 21-08-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent raadscommissies Verordening op de raadscommissies gemeente Medemblik 2016

Geldend van 28-06-2018 t/m 20-08-2018

Intitulé

Verordening op de raadscommissies gemeente Medemblik 2016

De raad van de gemeente Medemblik;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de raadscommissies gemeente Medemblik 2016

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    lid: een raadslid of een commissielid niet-zijnde raadslid dat is benoemd door de raad als raadscommissielid;

  • b.

    voorzitter: raadslid door de raad als voorzitter benoemd van de raadscommissie;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    rondetafelgesprek: een informele bespreking met raads- en commissieleden voorafgaand aan een meningvormende commissievergadering op verzoek van een inwoner of vertegenwoordiger van een organisatie over een niet geagendeerd onderwerp.

  • f.

    hamerstuk: een agendapunt dat voor de raadsagenda wordt geagendeerd en geen beraadslaging meer behoeft;

  • g.

    bespreekstuk: een agendapunt dat voor de raadsagenda wordt geagendeerd en dat beraadslaging behoeft;

  • h.

    agendacommissie: een vergadering van de voorzitters en plaatsvervangend voorzitters van de raadscommissies.

Artikel 2. Instelling en werkwijze raadscommissies

Er zijn drie oriënterende raadscommissies (bestuur en middelen, ruimte en samenleving) en één meningvormende commissie.

Artikel 3. Taken

  • 1. Een oriënterende raadscommissie:

    • a.

      vraagt, indien gewenst, verduidelijking aan het college over in ieder geval de onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

    • b.

      kan advies uitbrengen aan de meningvormende commissie over de wijze van behandeling van een raadsvoorstel (bespreekstuk of hamerstuk);

    • c.

      kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a.

  • 2. Een meningvormende commissie:

    • a.

      voert, indien gewenst, debat over raadsvoorstellen;

    • b.

      voert, indien gewenst, overleg met het college over raadsvoorstellen;

    • c.

      brengt advies uit aan de raad over de wijze van behandeling van de raadsvoorstellen in de raadsvergadering (bespreekstuk of hamerstuk).

    • d.

      kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1. In de oriënterende commissies nemen maximaal twee leden per fractie per agendapunt aan de vergadertafel plaats. Een fractie heeft per agendapunt één woordvoerder, tenzij de commissie anders besluit.

  • 2. In de meningvormende commissie nemen maximaal drie leden per fractie per agendapunt aan de vergadertafel plaats. Een fractie heeft per agendapunt één woordvoerder tenzij de commissie anders besluit.

  • 3. De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd. In totaal kunnen zeven personen per fractie als lid van de raadscommissies worden voorgedragen, waarbij de raadsleden bij voorrang worden voorgedragen. Indien de fractie uit meer dan zes raadsleden bestaat worden alle raadsleden

    voorgedragen voor benoeming tot commissielid; deze fracties hebben de mogelijkheid om naast deze raadsleden maximaal één niet-raadslid voor te dragen als commissielid. Voor de fracties die één of meer commissievoorzitters of plv. commissievoorzitters leveren is het tevens toegestaan per geleverde (plv) commissievoorzitter een commissielid, niet zijnde raadslid, voor te dragen.

  • 4. De artikelen 10, 11, 12 en 13 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de leden van de raadscommissies.

  • 5. De commissieleden niet-zijnde raadsleden leggen -alvorens zij starten met de werkzaamheden in de raadscommissie- in de raadsvergadering in de handen van de voorzitter de eed of verklaring en belofte af, waarbij tevens het commissielid in de gelegenheid wordt gesteld de gedragscode en het Gentle Agreement te ondertekenen.

Artikel 5. Benoeming voorzitter en plaatsvervangend voorzitter

  • 1. Drie voorzitters en drie plaatsvervangend voorzitters worden benoemd door en vanuit de raad.

  • 2. Een voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter is geen lid van de raadscommissie die hij voorzit.

Artikel 6. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitters en plaatsvervangend voorzitters eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een commissielid houdt op lid te zijn en de voorzitters en plaatsvervangend voorzitters zijn uit hun functie ontheven, indien niet meer wordt voldaan aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan een voorzitter of plaatsvervangend voorzitter ontslaan.

  • 5. Een lid en een (plaatsvervangend) voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikelen 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7. De commissiegriffier

  • 1. De griffier van de raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar, als commissiegriffier.

  • 2. Een commissiegriffier is aanwezig in vergaderingen of wordt vervangen door een daartoe door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 3. Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Artikel 8. Vergaderfrequentie

  • 1. In beginsel vinden de vergaderingen van de raadscommissies plaats op de donderdagavond.

  • 2. Jaarlijks stelt het presidium een schema vast waarop de data van commissievergaderingen voor het daarop volgende jaar staan vermeld.

  • 3. De vergaderingen van de oriënterende raadscommissies vinden plaats in het gemeentehuis en zijn verdeeld in twee tijdblokken, te weten van 19.30 tot 20.30 uur en van 20.45 tot een eindtijd van 22.30 uur. De commissie kan na een verzoek daartoe van de voorzitter, bij meerderheid van stemmen, bepalen dat tot uiterlijk 23.00 uur wordt vergaderd.

  • 4. De meningvormende commissie vangt aan om 19.30 uur en kent als eindtijd 22.30 uur, waarbij het agendapunt dat in behandeling is op dat moment kan worden afgehandeld tot een uiterlijke eindtijd van 23.00 uur.

  • 5. De agendacommissie kan in bijzondere gevallen een ander tijdstip bepalen.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereidingen

Artikel 9. Oproep en voorlopige agenda en aanvullende agenda

  • 1. De voorzitter zendt ten minste negen dagen voor de oriënterende commissievergadering de leden een oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor de meningvormende commissie en voor de raadsvergadering de leden een oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 3. De agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproep aan de leden verzonden.

  • 4. Indien een aanvullende agenda wordt opgesteld, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden ter beschikking gesteld.

  • 5. De voorlopige agenda met een voorstel voor behandeltijden wordt op voordracht van de griffie vastgesteld door de agendacommissie.

  • 6. Een commissielid kan een onderwerp in een commissie laten agenderen door een bespreeknotitie bij de agendacommissie in te dienen.

  • 7. Een lid van het college kan een onderwerp in een commissie laten agenderen door een bespreeknotitie bij de agendacommissie in te dienen.

  • 8. De agendacommissie stelt ten minste tien dagen van tevoren de voorlopige agenda voor de oriënterende commissievergaderingen vast.

Artikel 10. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen stukken ook op elektronische wijze aan een ieder ter beschikking worden gesteld.

  • 3. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 4. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet  geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 11. Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt door aankondiging in het huis-aan-huis blad De Medemblikker/Koggenlander en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, en de agenda van de vergadering;

    • b.

      wijze waarop en de plaats waar een ieder de bij de vergadering behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 16.

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 12. Presentielijst

  • 1. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder commissielid dat aan de vergadertafel gaat plaatsnemen de presentielijst.

  • 2. Vergoedingen worden betaald aan commissieleden niet-zijnde raadsleden die de presentielijst hebben getekend. Indien meer vergaderingen op één avond worden bijgewoond, wordt de vergoeding éénmaal uitbetaald.

Artikel 13. Opening vergadering en quorum

  • 1. Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

  • 2. Als ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

Artikel 14. Verslag

  • 1. Van de commissievergaderingen wordt onder verantwoordelijkheid van de commissiegriffier een samenvattend verslag gemaakt.

  • 2. Het concept-samenvattend verslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, voor de leden openbaar gemaakt gelijktijdig met de agenda voor de volgende vergadering.

  • 3. Het digitale verslag van de oriënterende commissie die vergadert in de raadzaal en van de meningvormende commissie worden zo spoedig mogelijk op de gemeentelijke website geplaatst.

  • 4. De samenvattende verslagen van de commissievergaderingen worden ter vaststelling voorgelegd in de eerstvolgende vergadering van de betreffende commissie.

  • 5. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht een voorstel tot wijziging van de samenvatting aan de raadscommissie te doen, indien de concept- samenvatting onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen verklaard of besloten is.

Artikel 15. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 16. Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers, vertegenwoordigers van maatschappelijke instellingen en bedrijven kunnen:

    • a.

      over een niet geagendeerd onderwerp hun mening kenbaar maken tijdens een

      Rondetafelgesprek voorafgaand aan de meningvormende commissie of

    • b.

      bij een onderwerp dat op de agenda staat of over een niet geagendeerd onderwerp bij aanvang van de vergadering in de oriënterende fase inspreken waarna de commissieleden in de gelegenheid gesteld worden de inspreker(s) verduidelijkende vragen te stellen.

  • 2. Diegene die van het spreekrecht in de oriënterende fase gebruik wil maken meldt dit voor de vergadering bij de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 3. Op voorstel van de voorzitter kan de meningvormende commissie besluiten inspraak over geagendeerde onderwerpen in de meningvormende fase toe te staan.

  • 4. Diegene die van het spreekrecht tijdens een Rondetafelgesprek gebruik wil maken meldt dit uiterlijk 48 uur voor de vergadering bij de griffie onder vermelding van naam, adres, telefoonnummer, emailadres en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren. De griffie draagt er zorg voor dat de raads- en commissieleden uiterlijk 24 uur van tevoren op de hoogte worden gesteld van de aanvraag voor inspreken tijdens een Rondetafelgesprek. Een Rondetafelgesprek begint in beginsel om 19.00 uur, voorafgaand aan de meningvormende commissie.

  • 5. Insprekers krijgen per vergadering de gelegenheid om maximaal vijf minuten in te spreken. Per vergadering is in totaal een half uur voor inspraak gereserveerd. Als er meer dan 6 insprekers zijn, wordt de totale inspreektijd van maximaal een half uur naar rato verdeeld over de insprekers.

Artikel 17. Uitkomst van de behandeling van een onderwerp

  • 1. Bij de afsluiting van de bespreking van een raadsvoorstel in de oriënterende commissievergadering stelt de commissie vast of het voorstel als bespreekstuk of hamerstuk voor de meningvormende commissievergadering kan worden geagendeerd.

  • 2. Bij de afsluiting van de bespreking van een raadsvoorstel in de meningvormende commissievergadering stelt de commissie vast of het voorstel als bespreekstuk of hamerstuk voor de raadsvergadering kan worden geagendeerd.

  • 3. Als een raadscommissie adviseert een raadsvoorstel terug te zenden aan het college, wordt het raadsvoorstel als bespreekstuk voor de raadsvergadering geagendeerd, voorzien van het advies van de commissie. In dit advies stelt de commissie een termijn voor waarbinnen het voorstel opnieuw wordt geagendeerd.

Artikel 18. Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 19. Toepassen verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 20. Verslag besloten vergadering

  • 1. Het conceptverslag van besloten vergaderingen wordt niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • 2. Het conceptverslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten (deel van de) vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag.

  • 3. De vastgestelde verslagen worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 21. Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 22. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 23. Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren, kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 24. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 25. Uitleg verordening

In die gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 26. Inwerkingtreding en citeerregel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening op de raadscommissies gemeente Medemblik 2016.

Artikel 27. Intrekken oude verordening

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Op dat tijdstip wordt de Verordening op de raadscommissies van de gemeente Medemblik 2014 vastgesteld op 12 december 2013 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 8 december 2016
De griffier, De voorzitter,