Regeling vervallen per 18-08-2021

Nadere regels voor de begraafplaatsen van de gemeente Medemblik 2015

Geldend van 17-02-2018 t/m 17-08-2021

Intitulé

Nadere regels voor de begraafplaatsen van de gemeente Medemblik 2015

Het college van burgemeester en wethouders,

overwegende, dat het gewenst is nadere regels te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Medemblik;

gelet op artikel 3, eerste lid, artikel 4, negende lid, artikel 10, artikel 11, tweede lid, artikel 12, eerste lid, artikel 13, derde lid, artikel 14, artikel 15, tweede en derde lid, artikel 20, derde lid, 4, tweede lid, artikel 6, eerste en tweede lid, artikel 7, negende lid, artikel 10, derde lid, artikel 15, artikel 16, derde lid, artikel 17, artikel 19, tweede lid, artikel 23, vijfde lid, artikel 27, eerste lid van de Beheersverordening Begraafplaatsen gemeente Medemblik 2015;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende nadere regels:

Nadere regels voor de begraafplaatsen van de gemeente Medemblik 2015.

Artikel 1. Begrippen

De in de nadere regels toegepaste begrippen zijn gelijkluidend aan de begripsbepalingen in de beheerverordening

Artikel 2. Openstelling begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaatsen zijn dagelijks geopend van zonsopgang tot zonsondergang.

  • 2. De administratie van de begraafplaatsen is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 9.00-12.00 uur en op afspraak.

Artikel 3. Ordemaatregelen

  • 1. De beheerder is bevoegd om bezoekers met een beperking toestemming te verlenen voor het bezoeken van de begraafplaats met een fiets, rolstoel of ander aangepast voertuig.

  • 2. Het verbod op het verontreinigen van de begraafplaatsen betreft ook het buiten het grafvak plaatsen van gebruiksvoorwerpen en afval, zoals vazen, potten, gieters, gereedschap, bankjes, en dergelijke.

  • 3. Filmen, fotograferen en anderszins registreren op de begraafplaatsen is vanuit privacyoverwegingen niet gewenst en zonder toestemming van de beheerder van de begraafplaats niet toegestaan.

Artikel 4. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijden van begraven en het bezorgen van as is:

    • -

      op werkdagen van 9.00 uur tot 16.00 uur;

    • -

      op zaterdag van 10.00 uur tot 14.00 uur.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Artikel 5. Aantal overledenen in graven en asvoorzieningen

  • 1. Per particulier graf mogen maximaal twee overledenen worden begraven en maximaal twee asbussen worden bijgezet, tenzij anders is bepaald. De rechthebbende bepaalt wie worden begraven en bijgezet.

  • 2. In een particuliere grafkelder mogen maximaal twee overledenen per (graf)vak worden bijgezet, voor zover de kistmaat en de kelderruimte het toe staan, of twee asbussen per kistruimte. De beheerder beslist op basis van de technische staat van de grafkelder of bijzettingen mogelijk zijn en hoeveel overledenen het betreft. De rechthebbende bepaalt wie worden begraven en bijgezet.

  • 3. Per particulier (kelder)urnengraf mogen maximaal twee asbussen worden bijgezet. De rechthebbende bepaalt wie worden begraven en bijgezet.

  • 4. Per algemeen graf worden maximaal twee overledenen begraven en mogen geen extra asbussen worden bijgezet. De gemeente bepaalt wie waar worden begraven.

  • 5. Per urnennis mogen maximaal twee asbussen worden geplaatst. De gebruiker van de urnennis bepaalt wie worden bijgezet.

  • 6. De as van een overledene mag niet op een graf worden verstrooid.

  • 7. In de particuliere graven mag een grafkelder worden gemaakt als de omstandigheden het toe laten.

  • 8. In bepaalde gevallen is het technisch niet mogelijk om in een particulier graf twee overledenen te begraven. In die gevallen wordt het graf uitgegeven voor maximaal 1 overledene. De beheerder bepaalt de haalbaarheid.

Artikel 6. Reserveren van grafrechten.

  • 1. Het reserveren van grafrechten is alleen mogelijk op begraafplaatsen waar voldoende begraafcapaciteit is.

  • 2. De beheerder bepaalt welke vakken voor reservering in aanmerking komen.

  • 3. Het reserveren van een graf of urnengraf is mogelijk zonder dat meteen tot begraven of asbijzetting wordt overgegaan.

  • 4. De reserveringstermijnen bedraagt 10 jaar en het tarief wordt jaarlijks vastgesteld.

  • 5. Op het moment van begraven of asbijzetting wordt de reservering omgezet in een grafrecht.

  • 6. Er vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde reserveringskosten.

Artikel 7. Categorieën (themavelden).

  • 1. De particuliere graven worden onderverdeeld in:

    • a.

      Graven voor overledenen vanaf 12 jaar (particuliere graven)

    • b.

      Graven voor overleden kinderen vanaf 1 jaar tot 12 jaar (kindergraven)

    • c.

      Graven voor levenloos geborenen en baby’s tot 1 jaar (babygraven)

    • d.

      Urnengraven

    • e.

      Urnennissen

    • f.

      Gedenkplaatsen (nog niet beschikbaar)

  • 2. De algemene graven waarin gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven

Artikel 8. Termijnen particuliere en algemene graven.

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, het uitsluitend recht op een particulier graf voor de tijd van 10, 20, 30, 40 en 50 jaar.

  • 2. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, het uitsluitend recht op een particulier urnengraf voor de periode van 5, 10, 15, 20 en 50 jaar.

  • 3. Het in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 5, 10, 15 of 20 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 4. Het gebruik van algemene graven wordt verleend voor een termijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd.

  • 5. Het gebruik van urnennissen wordt verleend voor de termijn van 5, 10, 15 of 20 jaar. De gebruiker kan verzoeken deze termijn te verlengen met 5, 10, 15 of 20 jaar, maar heeft daartoe niet het recht.

  • 6. Het in het eerste en tweede lid bedoelde grafrecht wordt schriftelijk gevestigd door middel van een grafakte;

  • 7. Bestaande graven met een uitsluitend recht die voorheen zijn uitgegeven voor onbepaalde tijd, blijven bestaan tot het moment dat de betreffende begraafplaats wordt opgeheven, tenzij de rechthebbende eerder afstand doet.

  • 8. De maximale periode van afkoop is bepaald tot 50 jaar na het afkoopjaar.

Artikel 9. Vergunning grafbedekking

  • 1. Het verzoek om vergunning tot het plaatsen, aanbrengen of wijzigen van een gedenkteken op een graf of urnengraf moet schriftelijk worden gedaan. Het verzoek dient te bevatten:

    • a.

      NAW-gegevens van de rechthebbende of gebruiker van het graf of urnennis;

    • b.

      indien er sprake is van een particulier graf, particulier urnengraf of particulier gedenkteken, de naam en het adres van de aanvrager indien deze een ander is dan de rechthebbende en tevens de toestemming van de betreffende rechthebbende om eigenaar van de grafbedekking te zijn;

    • c.

      indien er sprake is van een algemeen graf of urnennis of algemeen gedenkteken, de naam en het adres van de aanvrager indien deze een ander is dan de gebruiker en tevens de toestemming van de betreffende gebruiker om eigenaar van de grafbedekking te zijn;

    • d.

      de ligging (grafveld) en nummer van het graf of urnengraf of urnennis;

    • e.

      naam en adres van degene die de te verrichten werkzaamheden op de begraafplaats uitvoert;

    • f.

      een werktekening (in tweevoud), schaal 1:10, waarin aangegeven:

      • -

        een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

      • -

        de soort van het materiaal van het gedenkteken en de bewerking ervan;

      • -

        de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

      • -

        de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

  • 2. De beslissing op de aanvraag wordt door het college schriftelijk medegedeeld door middel van een vergunning.

Artikel 10. Afmetingen graven

  • 1. De afmetingen van de graven hebben, op basis van de in artikel 7 genoemde categorieën, een minimale grootte van: (breedte en lengte)

    • 1a

      - Particuliere graven vanaf 12 jaar 0,80 x 2,00 m1

    • 1b

      - Kindergraven van 1 tot en met 12 jaar 0,80 x 1,50 m1

    • 1c

      - Babygraven tot 1 jaar 0,60 x 1,00 m1

    • 1d

      - Urnengraven 0,60 x 0,60 m1

  • 2. Algemene graven 0,80 x 2,00 m1

Artikel 11. Voorwaarden grafbedekking en gedenkteken

  • 1. Een gedenkteken/grafmonument op een particulier graf voor overledenen vanaf 12 jaar voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het gedenkteken mag maximaal 1,90 meter lang en 0,80 meter breed zijn;

    • b.

      het gedenkteken mag maximaal 1,20 meter boven het aangrenzende maaiveld zichtbaar zijn;

  • 2. Een gedenkteken/grafmonument op een kindergraf voor overledenen vanaf 1 tot 12 jaar voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het gedenkteken mag maximaal 1,40 meter lang en 0,80 meter breed zijn;

    • b.

      het gedenkteken mag maximaal 1,00 meter boven het aangrenzende maaiveld zichtbaar zijn;

  • 3. Een gedenkteken/grafmonument op een babygraf voor levenloos geborenen en baby’s tot 1 jaar voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het gedenkteken mag maximaal 0,90 meter lang en 0,60 meter breed zijn;

    • b.

      het gedenkteken mag maximaal 0,70 meter boven het aangrenzende maaiveld zichtbaar zijn;

  • 4. Een gedenkteken/grafmonument op een particulier urnengraf mag:

    • a.

      maximaal 60 x 60 centimeter lang en breed zijn;

    • b.

      maximaal 60 centimeter boven het aangrenzende maaiveld zichtbaar zijn.

  • 5. Een gedenkteken/grafmonument op een algemeen graf mag:

    • a.

      slechts bestaan uit een staande steen voor de eerste en een liggende steen voor de tweede;

    • b.

      maximaal 60 x 60 centimeter hoog en breed zijn;

  • 6. Van de eerder genoemde gedenktekens/grafmonumenten geldt dat de onderdelen vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 7. De constructie en de fundatie van de gedenktekens moet zodanig zijn, dat breken, scheuren, verzakken, scheeftrekken en omvallen ervan voorkomen wordt. De fundatie moet minimaal bestaan uit een plaat van gewapend beton van 0,045 meter;

  • 8. Een grafmonument moet bestaan uit duurzaam en klimaatbestendig materiaal, zoals bijvoorbeeld natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen, duurzame houtsoorten en gehard glas met een minimale dikte van 2 cm.

  • 9. Materialen die schade geven aan het milieu, of gevaarlijk zijn voor bezoekers of medewerkers of personeel van de begraafplaats zijn verboden. Hieronder vallen: asbest en asbesthoudende materialen, niet gehard glas en alle materialen met scherpe randen of uitsteeksels.

  • 10. Bodembedekking of strooibedekking, zoals grind en schelpen zijn op graven van één vierkante meter en kleiner verboden. Op grotere graven is deze bedekking alleen toegestaan binnen een deugdelijke omranding van minimaal 10 cm hoogte en voorzien van een bodemplaat

  • 11. Voor de plaatsing van een urn gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      indien een urn blijvend zichtbaar wordt geplaatst op een graf dient deze zodanig te worden bevestigd of afgedekt dat verwijdering door onbevoegden wordt voorkomen;

    • b.

      een asbus geplaatst in een urnenmuur dient verplicht te worden afgesloten met de daarvoor aanwezige natuurstenen afdekplaat of een zelf aan te leveren door de beheerder goedgekeurde afdekplaat;

    • c.

      het aanbrengen van een inscriptie op de afdekplaat dient, in opdracht van de gebruiker, door een erkende steenhouwer te worden uitgevoerd.

  • 12. De afmetingen van een particulier gedenkplaatje op een algemene gedenkplaats bedraagt: 10 x 15 centimeter lang en breed. De tekst dient bij de begraafplaatsadministratie te worden aangeleverd.

  • 13. De voorwaarden voor de grafbedekking kunnen per vak/themaveld verschillen. De voorwaarden van het betreffende vak/themaveld is bindend.

  • 14. Een gedenkteken mag niet eerder op een graf geplaatst worden dan nadat drie maanden na de laatste begraving in dat graf verstreken zijn. Ten minste 48 uur voor de plaatsing van de grafbedekking dient de beheerder hiervan in kennis gesteld te worden.

  • 15. De beheerder kan in specifieke gevallen afwijken van bovenstaande artikelen.

Artikel 12. Onderhoud door rechthebbende/gebruiker

  • 1. De rechthebbende of gebruiker is verplicht de grafbedekking op het graf “behoorlijk te onderhouden of te herstellen”. Onder dit onderhoud wordt verstaan het schoonmaken van het gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het gedenkteken, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen en het uitvoeren van herstellingen van het gedenkteken en andere grafbedekkingen.

  • 2. Het afval dat vrij komt bij het onderhoud (groenafval en verpakkings- materialen) dient door een ieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

Artikel 13. Grafbeplanting

  • 1. De beplanting op een graf moet binnen de afmeting van het graf blijven en mag niet hoger worden dan de maximaal toegestane hoogte van 130 cm.

  • 2. Verboden zijn sterk woekerende planten, zoals klimop en bamboe of planten die overlast geven bij het beheer door stekels en doornen.

Artikel 14. Keldergraven

  • 1. De voorwaarden waaraan de oprichting van een grafkelder moet voldoen zijn:

    • a.

      de grafuitgifte een veelvoud is van een aantal grafvakken;

    • b.

      de gebruikte materialen duurzaam zijn;

    • c.

      de fundering en constructie veilig is;

    • d.

      de grafkelder om redenen van beheer technische aard aanvaardbaar is;

  • 2. De voorwaarden waaraan begraven in (oude) grafkelders moet voldoen zijn:

    • a.

      het beheertechnisch mogelijk is, o.a. gezien de kistafmetingen;

    • b.

      de grafkelder waterdicht is;

    • c.

      de werkzaamheden veilig uit te voeren zijn.

Artikel 15. Slotbepalingen

  • 1. Deze nadere regels treden gelijktijdig in werking met de “Beheersverordening begraafplaatsen Medemblik 2015”.

  • 2. De nadere regels van eerdere verordeningen worden ingetrokken.

  • 3. Deze nadere regels worden aangehaald als: “Nadere regels voor de Begraafplaatsen van de gemeente Medemblik 2015”.

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders,
De burgemeester, de secretaris,