Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent standplaatsen (Beleidsregel standplaatsen gemeente Medemblik)

Geldend van 31-01-2014 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent standplaatsen (Beleidsregel standplaatsen gemeente Medemblik)

Burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik;

overwegende, dat het wenselijk is dat er beleidsregels worden opgesteld voor het verlenen van standplaatsvergunningen;

gelet op Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en Afdeling 4 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Medemblik;

b e s l u i t e n:

vast te stellen ‘Beleidsregel standplaatsen gemeente Medemblik’.

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijving

Artikel 1 Begrippen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik;

  • b.

    aanvraag: een aanvraag om een standplaatsvergunning;

  • c.

    vergunning: een vergunning voor het innemen van een standplaats als bedoeld in art. 5.18, lid 1 van de Apv;

  • d.

    vergunninghouder: een ieder aan wie door het bestuursorgaan een vergunning voor een standplaats is verleend;

  • e.

    standplaats: zoals omschreven in art. 5.17, lid 1 van de Apv;

  • f.

    seizoensgebonden standplaats: standplaats die wordt ingenomen in een periode tussen 1 april t/m 30 september of een periode tussen 1 november t/m 15 januari;

  • g.

    ideële standplaats: standplaats die wordt ingenomen voor een niet-commerciële sociaal-culturele, sportieve, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige activiteit. Deze activiteit kan ook ter ondersteuning zijn van publiekcampagnes van (semi)- overheden bijvoorbeeld ter bevordering van gezond gedrag en veiligheid;

  • h.

    dagdeel: een periode tussen 08.00 uur tot 13.30 uur of een periode tussen 13.30 uur tot 20.00 uur;

  • i.

    Apv: de Algemene plaatselijke verordening gemeente Medemblik;

  • j.

    toezichthouder: een persoon die is aangewezen volgens artikel 6.2 van de Apv.

Hoofdstuk 2. Aanvraag vergunning

Artikel 2 Aanvraag vergunning

  • 1. Een vergunning wordt schriftelijk aangevraagd op een daarvoor beschikbaar gesteld formulier. De aanvraag wordt tenminste acht weken voor de ingebruikname van de standplaats ingediend bij het bestuursorgaan.

  • 2. Een aanvraag gaat vergezeld van:

    • a.

      een kopie van het Bewijs van Registratie (marktpas) bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel;

    • b.

      een kopie van het bewijs dat een aansprakelijkheidsverzekering is afgesloten;

    • c.

      een of meer foto’s van het voertuig, de kraam of iets dergelijks waarmee de standplaats wordt ingenomen, met daarbij de afmetingen;

    • d.

      een gedetailleerde situatieschets van de in te nemen standplaatslocatie;

    • e.

      indien van toepassing een verklaring van de eigenaar van de betreffende grond, waarin toestemming wordt gegeven voor het gebruik van de particuliere grond.

  • 3. In afwijking van het gestelde onder lid 1. wordt van een aanvraag voor een ideële standplaats alleen een melding gedaan bij het bestuursorgaan. De melding gebeurt tenminste vier weken voor de ingebruikname op een door het bestuursorgaan beschikbaar gesteld formulier.

  • 4. Het bestuursorgaan kan een wachtlijst aanhouden, waarbij de aanvragen worden geregistreerd in volgorde van binnenkomst.

Hoofdstuk 3. Algemene voorschriften vergunninghouders

Artikel 3 Vergunninghouder

  • 1. Een vergunning wordt uitsluitend aan een natuurlijke persoon verleend.

  • 2. De vergunninghouder neemt daadwerkelijk zelf de standplaats in.

  • 3. De vergunninghouder mag zich op een standplaats wel laten bijstaan.

  • 4. Een vergunninghouder ontvangt voor maximaal vijf dagdelen per week binnen de gemeente Medemblik een vergunning, uitgezonderd een vergunning voor een seizoensgebonden standplaats.

Artikel 4 Verbod geluid

Het gebruik van geluidsapparatuur is niet toegestaan.

Artikel 5 Identificatie

De vergunninghouder kan zich identificeren door middel van een geldig identiteitsbewijs. Hij toont dit identiteitsbewijs op eerste aanvraag aan de toezichthouder.

Hoofdstuk 4 Weigeringsgronden

Artikel 6 Algemene weigeringsgronden

De vergunning wordt geweigerd indien:

  • a.

    vier vergunningen op hetzelfde tijdstip zijn verleend voor de kern Wognum;

  • b.

    twee vergunningen op hetzelfde tijdstip zijn verleend voor de overige kernen;

  • c.

    op een locatie voor een seizoensgebonden standplaats het maximum genoemd onder a. en b. met meer dan 50% is overschreden;

  • d.

    op een locatie voor een seizoensgebonden standplaats voor de aangevraagde branche en de gewenste dagde(e)l(en) reeds een vergunning is verleend;

  • e.

    binnen een straal van 500 meter een door de gemeente ingestelde markt wordt gehouden (tijdens marktdagen);

  • f.

    de toegang tot gebouwen wordt belemmerd;

  • g.

    de doorgang van hulpdiensten als politie, brandweer en ambulance wordt belemmerd. De doorgang is tenminste 3.50 meter;

  • h.

    geur- of geluidshinder of enige andere vorm van overlast te verwachten is voor gebruikers of zakelijk gerechtigden van de in de nabijheid van de standplaats gelegen onroerende zaken en deze hinder niet afdoende kan worden beperkt door het stellen van voorschriften;

  • i.

    de aangevraagde standplaats het uitzicht belemmert op kruisingen, oversteekplaatsen of uitritten en dergelijke;

  • j.

    de aangevraagde standplaats gelegen is op een locatie, die is aangewezen voor belanghebbenden om te parkeren;

  • k.

    in de directe omgeving van de aangevraagde standplaats onvoldoende parkeergelegenheid is voor klanten met gemotoriseerd vervoer;

  • l.

    de benodigde vrije doorgang voor het verkeer ter plaatse (voetgangers, fietsers, gemotoriseerd verkeer) wordt belemmerd;

  • m.

    de standplaats anderszins verstorend of verwarrend werkt op de verkeerskundige inrichting ter plaatse of anderszins leidt tot onveilige verkeerssituaties of onveilig verkeersgedrag.

Artikel 7 Specifieke weigeringsgronden in verband met redelijke eisen van welstand

De vergunning wordt geweigerd indien:

  • a.

    het aanzien van monumentale gebouwen of stedenbouwkundige ensembles wordt aangetast;

  • b.

    het uitzicht op monumenten of kunstobjecten wordt aangetast;

  • c.

    de aangevraagde standplaats zich bevindt op bij de gemeente in beheer zijnde gazons of groenstroken;

  • d.

    het open karakter van pleinen wordt aangetast.

Artikel 8 Specifieke weigeringsgronden in verband met een redelijk verzorgingsniveau

  • 1. Een plaatselijke ondernemer met zijn boekhouding heeft aangetoond dat het voortbestaan van zijn winkel in gevaar komt doordat dezelfde goederen worden aangeboden, of;

  • 2. een Distributie Planologisch Onderzoek heeft aangetoond wat het minimale verzorgingsniveau voor de kern is.

Hoofdstuk 5 Overdraagbaarheid vergunning

Artikel 9 Overdraagbaarheid vergunning

  • 1. In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid is het toegestaan de vergunning over te dragen aan de overblijvende echtgeno(o)te, geregistreerde partner, andere persoon met wie de vergunninghouder duurzaam samenwoont of bloed- of aanverwant in de eerste graad.

  • 2. Degene aan wie de vergunning is overgedragen doet van een omstandigheid als genoemd in lid 1 binnen vier weken een schriftelijke melding bij het bestuursorgaan. In deze melding staat de naam en het adres van de nieuwe vergunninghouder.

Hoofdstuk 6 Overgangsbepalingen

Artikel 10 Overgangsbepaling

  • 1. Vergunningen verleend vóór inwerkingtreding van deze beleidsregel worden geacht hiermee in overeenstemming te zijn en blijven dus in stand.

  • 2. Aanvragen voor vergunningen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregel worden afgehandeld volgens deze beleidsregel.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 11 Bijzondere gevallen

In bijzondere gevallen kan het bestuursorgaan van deze beleidsregel afwijken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 13 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel standplaatsen gemeente Medemblik’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik op 21 januari 2014.

Burgemeester en wethouders van Medemblik,

De secretaris,

W. Slob

De burgemeester,

F.R. Streng

Bijlage I Overzicht standplaatsen

Kern

Locatie

Soort

Standplaats

Maandag t/m zaterdag 1

1.

Abbekerk

Burgemeester P. Kromplein

Elke branche

Jaarplaats

Ja

2.

Andijk

Middenweg/gemeentehuis

Elke branche

Jaarplaats

Ja2

3.

Middenweg/Dorpshuis3

 
 
 

4.

Kleingouw/Cultura

Elke branche

Jaarplaats

Ja

5.

De Vooroever

IJs, snacks, vis en alcoholvrije dranken

Seizoen

Ja

6.

Benningbroek

Molenstraat / Dorpshuis

Elke branche

Jaarplaats

Ja

7.

Hauwert

Heemraad Witweg/ Dorpshuis

Elke branche

Jaarplaats

Ja

8.

Medemblik

De Vooroever

IJs, snacks, vis en alcoholvrije dranken

Seizoen

Ja

9.

Admiraliteitsweg/De Muiter

Elke branche

Jaarplaats

Ja

10.

Nieuwstraat tussen Bagijnhof en Saliebarak

 

Seizoen

Ja

11.

Midwoud

Korteling/ Winkelcentrum

Elke branche

Jaarplaats

Ja

12.

Oostwoud

Cornelis Druifplein

Elke branche

Jaarplaats

Ja

13.

Nibbixwoud

Ganker/Parkeerplaats 444

Elke branche

Jaarplaats

Ja

14.

Opperdoes

Noorderpad/Parkeerplaats 605

Elke branche

Jaarplaats

Ja

15.

Torenstraat/Dorpshuis

Elke branche

Jaarplaats

Ja

16.

B. Pierhagenlaan/Sportterrein

Elke branche

Jaarplaats

Ja

17.

Twisk

Dorpsweg/Dorpshuis

Elke branche

Jaarplaats

Ja

18.

Coenplein

Elke branche

Jaarplaats

Ja

19.

Wervershoof

Nesbos

IJs, snacks, vis en alcoholvrije dranken

Seizoen

Ja

20.

Raadhuisplein/winkelcentrum

Elke branche

Jaarplaats

Ja

21.

Wognum

De Boogerd / winkelcentrum

Elke branche

Jaarplaats

Ja

22.

Kerkstraat 28

Elke branche

Jaarplaats

Ja

23.

Zwaagdijk-Oost

Plein voor RK kerk

Elke branche

Jaarplaats

Ja

24.

Zwaagdijk-West

Plein voor RK kerk

Elke branche

Jaarplaats

Ja

Dit overzicht betreft de vaste jaar- en seizoenstandplaatsen.

Bijlage II Stroomschema vergunning

afbeelding binnen de regeling

Toelichting

Algemeen

Er bestaat geen intentie uitgebreid standplaatsenbeleid te schrijven. De Algemene plaatselijke verordening (Apv) en overige wetten bieden voldoende handvatten.

Apv : de artikelen 1:5, 1:7, 1:8, 5:17, 5:18, 5:19 en 5:20 zijn van toepassing.

Winkeltijdenwet: Het eerste lid van artikel 2 van de Winkeltijdenwet bevat een verbod om winkels op bepaalde dagen of gedurende bepaalde tijdstippen geopend te hebben. Het tweede lid bevat eenzelfde verbod, maar ziet toe op andere vormen van detailhandel. Deze bepalingen gelden ook voor de verkoop van goederen vanaf een standplaats. Standplaatsen zijn niet toegestaan op: zondag, Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19 uur, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op Tweede Pinksterdag, op 24 december na 19 uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei na 19 uur.

Wet ruimtelijke ordening: wanneer een vergunning op grond van de Apv wordt verstrekt, blijven eventuele eisen die in het geldende bestemmingsplan zijn gesteld, van kracht. Het college kan een aanvraag voor het innemen van een standplaats mede opvatten als een verzoek om afwijking van de gebruiksregels van het bestemmingsplan.

Warenwet: stelt regels over de goede hoedanigheid en aanduiding van waren. Daarnaast stelt de Warenwet regels over de hygiëne en degelijkheid van producten. De Warenwet geldt ook voor het drijven van handel vanaf een standplaats. Voor dit type handel is per 1 december 2004 de Hygiënecode Ambulante Handel Eet- en Drinkwaren uitgebracht. Het toezicht van de bepalingen van de Warenwet en de Hygiënecode gebeurt door de nieuwe Voedsel- en Waren Autoriteit.

Wet milieubeheer: treft een regeling voor inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden voor een vergunninghouder, indien zijn verkoopplek als ‘inrichting’ wordt aangemerkt. Bijvoorbeeld een oliebollenkraam, patatkraam, viskraam, etc.

De meeste bedrijven vallen onder algemene milieuregels. Deze regels zijn te vinden in het Activiteitenbesluit. Zij hebben geen milieuvergunning nodig maar moeten zich wel melden bij de Milieudienst Westfriesland en voldoen aan de hiervoor genoemde eisen zoals vermeld in het Activiteitenbesluit.

Artikelsgewijs

Artikel 1: een activiteit op een ideële standplaats kan worden georganiseerd door o.a. sportverenigingen, dorps-, buurt- of gemeenschapshuizen, kerkelijke instellingen, politieke partijen of een organisatie voor een landelijk bevolkingsonderzoek. Dit is geen limitatieve opsomming.

Artikel 2: indien het totaal aanvragen om een standplaatsvergunning het totaal aantal vergunningen overtreft kan het college een wachtlijst opstellen. De aanvragen worden dan geregistreerd in volgorde van binnenkomst. Indien een standplaatshouder te kennen geeft zijn standplaats niet meer in te zullen nemen, kan deze vergunning aan de eerste op de wachtlijst toegekend worden.

Artikel 3: een standplaatsvergunning is een persoonlijke vergunning en wordt verleend vanwege de persoonlijke kwaliteiten van de persoon van de vergunningaanvrager (het bezit van de marktpas). Verder speelt mee het persoonlijke karakter van de ambulante handel en omdat het aantal aanvragen om vergunning het aantal te verlenen vergunningen meestal verre overtreft. De persoonlijke vergunning is in principe niet overdraagbaar, tenzij de regeling dat uitdrukkelijk bepaalt.

Artikel 4 en 5: geen nadere toelichting.

Artikel 6: wanneer één van deze weigeringsgronden aan de orde is, kan het college de vergunning weigeren. Uit de jurisprudentie blijkt dat de beperking van het aantal te verstrekken vergunningen in het belang van de openbare orde en verkeersveiligheid is toegestaan. Dit neemt niet weg dat iedere aanvraag voor het innemen van een standplaats op haar eigen karakter en eigenschappen beoordeeld moet worden. Betrokken afdelingen en indien noodzakelijk de politie worden om advies gevraagd.

Artikel 7: volgens jurisprudentie mag alleen een welstandstoetsing plaatsvinden op grond van de Woningwet, dus als er sprake is van een standplaats of een bouwwerk waarvoor een vergunning is vereist. Er mag geen zelfstandige welstandstoetsing plaatsvinden. Een door de Woningwet beschermd belang (bescherming van welstand) mag niet worden meegewogen bij de beslissing over de verlening van een standplaats op grond van de APV. In sommige gevallen is het verstandig advies te vragen aan de welstandscommissie.

Artikel 8: uit jurisprudentie van de afdeling bestuursrecht van de Raad van State blijkt dat het reguleren van concurrentieverhoudingen niet als een huishoudelijk belang van de gemeente wordt aangemerkt. Hierop wordt slechts één uitzondering toegestaan, namelijk wanneer het voorzieningenniveau voor de consument in een deel van de gemeente in gevaar komt. Wil een gemeente op basis hiervan een vergunning weigeren dan moet worden aangetoond, mede aan de hand van de boekhouding van de plaatselijke winkelier, dat het voortbestaan van de winkel in gevaar komt als vanaf een standplaats dezelfde goederen worden aangeboden. De Dienstenrichtlijn staat deze weigeringsgrond voor standplaatsvergunningen waar (mede) diensten worden verleend niet toe, omdat dit wordt beschouwd als een economische, niet toegestane, belemmering voor het vrije verkeer van diensten. Voor een standplaats voor het verkopen van goederen is deze weigeringsgrond wel toegestaan.

Artikel 9: de vergunningen die reeds zijn verleend voor onbepaalde tijd blijven in stand. Vergunningen die zijn verleend voor bepaalde tijd worden omgezet naar onbepaalde tijd. Waar nodig worden ze verplaatst naar de aangewezen locaties.

Artikelen 10, 11 en 12: geen nadere toelichting.

Financiën

Voor de vergunning betaalt de vergunninghouder leges volgens de tarieven van de legesverordening.

Voor het gebruik van de gemeentegrond wordt een aanslag opgelegd volgens de verordening op de heffing en invordering van marktgelden. De afdeling financiën ontvangt hiervoor een afschrift van de vergunning en legt de aanslag op.


Noot
1

Op zondag zijn alleen seizoenstandplaatsen toegestaan.

Noot
2

De woensdag is aangewezen als marktdag.

Noot
3

Deze standplaats komt te vervallen.

Noot
4

Deze standplaats ligt op particulier terrein van de AH, toestemming van de eigenaar nodig.

Noot
5

Deze standplaats ligt op particulier terrein van de SPAR, toestemming van de eigenaar nodig.