Regeling vervallen per 26-10-2012

Marktverordening gemeente Medemblik

Geldend van 26-10-2012 t/m 25-10-2012

Intitulé

Marktverordening gemeente Medemblik

De raad van de gemeente Medemblik gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 147, eerste lid en artikel 149 van de Gemeentewet; B E S L U I T: Vast te stellen de navolgende verordening: Marktverordening gemeente Medemblik.

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. markt: de door het college ingestelde warenmarkt met uitzondering van de jaarmarkten en halfjaarlijkse markten;

b. standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de ` markthandel;

c. vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan de vergunninghouder;

d. dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen;

e. standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

f. standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

g. vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

h. wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

i. anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

j. marktmeester: de persoon, die als zodanig is aangewezen door het college;

k. college: burgemeester en wethouders van Medemblik.

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-Indeling

1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

a. het aantal standplaatsen;

b. de afmetingen van de standplaatsen;

c. de opstelling en indeling van de markt;

d. welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats. 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

a. een lijst met artikelengroepen of branches;

b. een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2 VERGUNNINGEN

Artikel 5 Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op de markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 6 Vereisten

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Artikel 7 Inhoud vaste standplaatsvergunning

1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

a. de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

c. de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

d. het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

e. de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitslijst;

f. dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

g. de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

h. welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan; en

i. welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 8 Inschrijving op de anciënniteitslijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 9 Inschrijving op de wachtlijst

1. Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 6 gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

2. Voor de inschrijving op de wachtlijst is een vergoeding verschuldigd conform het ten tijde van de indiening van het verzoek om inschrijving geldende tarief, zoals dat is opgenomen n de dan van kracht zijnde legesverordening voor de gemeente Medemblik.

3. Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

a. de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

b. de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

c. de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;

d. de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

4. Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

5. De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks vóór 1januari schriftelijk wordt verlengd. Voor de verlenging van de inschrijving is een vergoeding verschuldigd conform het ten tijde van de indiening van het verzoek om verlenging geldende tarief zoals dat is opgenomen in de dan van kracht zijnde legesverordening voor de gemeente Medemblik.

Artikel 10 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

a. indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks vóór 1januari heeft verlengd;

b. op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

c. bij overlijden van de ingeschrevene;

d. wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

e. indien niet meer aan de vereisten van artikel 6 wordt voldaan.

Artikel 11 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan: a. de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst

b. degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst.

Artikel 12 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

1. In geval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij tenminste drie jaar in loondienst van het marktbedrjf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vatgesteld.

4. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 13 Intrekking vaste standplaatsvergunning

1. Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

b. bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 12 de vergunning wordt overgeschreven.

2. Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b. indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten.

3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 12 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Artikel 14 Toewijzing dagplaats

1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

2. De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 10.30 uur aanmelden bij de marktmeester.

Artikel 15 Toewijzing standwerkersplaats

1. Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

2. Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkerspiaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

3. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

Hoofdstuk 3 BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS

Artikel 16 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

3. De vergunninghouder en degene die hem bijstaat, mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.

Artikel 17 Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt tenminste eenmaal per twee weken en tenminste tien maal per dertien weken zijn plaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 18 en 19.

Artikel 18 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

Artikel 19 Ontheffing en vervanging

1. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tien maal per dertien weken de standplaats op de markt in te nemen.

2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 20 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 21 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 1 1/2 uur voor aanvang en meer dan 1 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.

3. Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet uiterlijk om 12.30 uur heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 22 Gebruik kramen

1. Het is de vergunninghouder verboden gebruik te maken van andere dan door de gemeente beschikbaar gestelde kramen.

2. Het college kan in individuele, bijzondere gevallen ontheffing van het in het eerste lid opgenomen verbod verlenen.

Artikel 23 Vrije doorgang op het marktterrein

Het is de vergunninghouder verboden de doorgang op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren.

Artikel 24 Gebruik verwarmings-, bak- en kookapparatuur

1. Het is de vergunninghouder verboden zonder ontheffing van het college verwarmingstoestellen, bak- en/of kookinstallaties te gebruiken.

2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod onder door haar te stellen voorwaarden.

Artikel 25 Verzorging standplaats

De vergunninghouder dient:

a. ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

b. tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen;

c. eventuele dierlijke afvalstoffen te bewaren in vloeistofdichte containers of vaten, die behoudens tijdens het inbrengen van afvalstoffen goed gesloten moeten worden gehouden;

d. voordat hij het marktterrein verlaat zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon achter te laten en afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke bij het einde van de markt zelf mee te nemen en zijn standplaats veegschoon af te leveren.

Artikel 26 Afvalbakken

De vergunninghouder aan wie vergunning is verleend geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, dient aan de voorzijde van zijn standplaats voldoende afvalbakken te plaatsten.

Artikel 27 Verkoop eet- en drinkwaren

De vergunninghouder aan wie een standplaats is toegewezen voor de verkoop van eet- en drinkwaren, die niet zijn voorzien van een gesloten omhulling en die evenmin plegen te worden geschild of gewassen, dan wel gewoonlijk geen warmtebehandeling ondergaan alvorens te worden geconsumeerd, is verplicht deze, indien zij op een verkooptafel of anderszins worden uitgestald, onder een doorzichtige afscherming te plaatsen op zodanige wijze, dat zij voor het publiek niet bereikbaar zijn.

Artikel 28 Elektriciteit

Het is de standplaatshouder zonder ontheffing van het college verboden op zijn standplaats:

a. gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;

b. elektriciteit te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren daarvan is aangewezen of om zelf hierin te voorzien.

Artikel 29 Geluidsapparatuur

1. Het is verboden op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

2. Het aanwezig hebben van radio’s, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats, voor een ander doel dan verkoop daarvan, is evenmin toegestaan.

3. Het college kan ontheffing verlenen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden, onder door haar te stellen voorwaarden.

Artikel 30 Verbieden handel

Het college kan, indien dit hem in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde goederen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

Hoofdstuk 4 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 31 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechtelijke uitspraak.

Artikel 32 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 13 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 33 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

d. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 34 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b. zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 35 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 36

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 37 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

Artikel 38 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Marktverordening gemeente Medemblik’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Medemblik, gehouden op 3 januari 2011.
De griffier, De voorzitter,  
Bekendgemaakt: 13 januari 2011.