Regeling vervallen per 27-12-2017

Integriteitsbeleid/vaststelling gedragscodes integer handelen 2008

Geldend van 18-09-2008 t/m 26-12-2017

Intitulé

Integriteitsbeleid/vaststelling gedragscodes integer handelen 2008

Integriteitbeleid 1. Inleiding

De gemeente Meerssen wil een betrouwbare en transparant opererende gemeente zijn.

Er is behoefte om het thema integriteit aan te scherpen. Niet alleen vanwege nieuwe wettelijke voorschriften. Voldoende bewustzijn over integer handelen draagt eraan bij dat politieke ambtsdragers/ambtenaren een juiste afstand ten opzichte van burgers, inwoners, ondernemingen, instellingen kunnen bewaren. En dat zij vooraf in staat zijn het belang van juiste gedragingen op verantwoorde wijze in te schatten.

Integer handelen is in de dagelijkse bestuurspraktijk een belangrijk issue. Veelvuldige berichten uit die praktijk tonen overduidelijk het belang aan van integer handelen. Naast bewustwording/bewustzijn en een juiste mentaliteit zijn heldere regels en afspraken die houvast bieden nodig. Een transparante discussie en besluitvorming zijn hierbij van groot belang. Collegiale besluitvorming en onthouding van deelname aan stemming bij (dreigende) belangenverstrengeling zijn belangrijke waarborgen tegen integriteitschending

Het bestuurlijke integriteitbeleid is de eerste peiler van het gemeentelijk integriteitbeleid, dat van de ambtelijke organisatie de tweede. Het ambtelijke integriteitbeleid is inmiddels door het college vastgesteld, inclusief een programma van concrete uitwerkingsmaatregelen.

Het hierna volgende heeft betrekking op de bestuurlijke integriteit en bevat voorstellen tot vaststelling van de gedragscodes van raad, wethouders en de burgemeester. Deze gedragscodes komen qua stijl, redactie en inhoud sterk overeen met die voor de ambtenaren (recent opnieuw vastgesteld door ons college) , maar er zijn uiteraard ook de nodige verschillen. Die verschillen houden vooral verband met de te onderscheiden rollen die de desbetreffende doelgroep van de gedragscode in het functioneren van de gemeente vervult.

Het vaststellen van de hier bedoelde gedragscodes is een verantwoordelijkheid van de Raad.

2. Overwegingen

  • De

    gemeente Meerssen wenst een integere en betrouwbare organisatie te zijn. Integriteit en betrouwbaarheid worden niet met de mond beleden. Integriteit en betrouwbaarheid uiten zich in houding en gedrag. In hun dagelijkse werk lopen bestuurders en ambtenaren risico’s. Combinaties van functies, vaak historische gegroeid, kunnen hen kwetsbaar maken. Voor bestuurders in het bijzonder geldt dat privé en werk niet altijd even strikt te scheiden zijn. Zo stelt het dagelijkse werk hen wel eens voor dilemma’s.

  • Er

    worden aan bestuurders en ambtenaren instrumenten ter beschikking gesteld om de risico’s die zij lopen te beperken en om onbetrouwbaar en/of niet integer te handelen in kaart te brengen. Eén van die instrumenten is een gedragscode.

  • Deze

    code biedt een kader voor de beoordeling van de integriteit en betrouwbaarheid van

  • -

    de burgemeester,

  • -

    de leden van de gemeenteraad,

  • -

    de wethouders en

  • -

    ambtenaren

  • van

    de gemeente Meerssen.

  • De

    code biedt geen uitputtende lijst van geboden en verboden. De code is een belangrijk instrument dat is gericht op het bevorderen van integer gedrag. Het is goed denkbaar dat de code in de toekomst nog zal worden aangepast waar dat nodig of nuttig blijkt. In deze zin zijn de gedragscodes dynamische documenten.

  • Het

    integriteitsbeleid is gebaseerd op de kernwaarden voor het ontwikkelen en functioneren van de organisatie: gerechtigheid, betrouwbaarheid en openheid. Voor de gehele organisatie is een aantal instrumenten beschikbaar als hulpmiddel om integer gedrag te kunnen beoordelen en risico’s in beeld te brengen die integer gedrag in gevaar kunnen brengen. Die instrumenten zijn onder andere een gedragscode, dilemmatrainingen en een integriteitstoets.

  • De

    instrumenten zijn afgestemd op de onderdelen van de organisatie. Zo zijn er verschillende gedragscodes voor bestuur en ambtenaren. Maar ook binnen het bestuur wordt onderscheid gemaakt tussen gemeenteraad, burgemeester en wethouders.

  • Het

     is alleszins zinvol om de geactualiseerde gedragscodes opnieuw te initiëren, te bespreken en opnieuw vast te stellen.

    Motivering:

    • 1.

      de codes waren voor een deel niet meer actueel;

    • 2.

      de code wordt niet altijd actief gebruikt;

    • 3.

      de bekendheid van de code moet verbeteren.

  • Onze

     tijd wordt gekenmerkt door individualisme. In tegenstelling tot vroeger, zijn veel waarden en normen niet meer ‘vanzelfsprekend’. Ze moeten daarom expliciet besproken en als voorbeeld gesteld worden.

  • Daarnaast

    bestaat er aanleiding voor het opstellen van deze codes vanwege het feit dat de rijksoverheid de gemeenten verplicht tot het voeren van een integriteitbeleid en een daarbij passende gedragscode. Wij verwijzen naar de toepasselijke bepalingen in de Ambtenarenwet en in de Gemeentewet.

  • Binnen

     de gemeente kunnen kernwaarden worden gedefinieerd die als richtinggevend voor de ontwikkeling van het functioneren van de bestuurlijke en ambtelijke organisatie gezien moeten worden. Aan de hand van deze kernwaarden wordt ook het gedrag van bestuurders en ambtenaren van de gemeente Meerssen beoordeeld. Naar gedrag in plaats van in abstracte termen geformuleerd:

    • 1-

      Ik zal de gerechtigheid dienen

    • 2-

      Betrouwbaarheid is de leidraad voor mijn gedrag

    • 3-

      Ik ben open in mijn functioneren

  • Oudere

     gedragscodes kennen vooral bepalingen in de sfeer van ge- en verboden. Dat lijkt makkelijk en duidelijk, maar is dat in de praktijk vaak niet. Er blijft immers altijd een grijs gebied over, waarvoor zo’n code toch geen duidelijk antwoord biedt. In de huidige tijdgeest past een sterke nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de bestuurders. Hierbij past een code, die hen handreikingen biedt om met de dilemma’s in hun werk om te kunnen gaan en tot een integer, moreel juist gedrag te komen. Meer “let op” dan “gij zult niet”. In die zin is een gedragscode ook niet meer dan een hulpmiddel.

  • Bestuurders

    staan vaak in de schijnwerpers van de media en dienen zich publiekelijk te verantwoorden naar raad en/of bevolking. En dan gaat het vaker over het gedrag dan over de inhoud. De gedragscode kan de bestuurder behulpzaam zijn bij het beantwoorden van de vraag welke eisen aan integer gedrag in een bepaalde situaties worden gesteld

  • De

    codes willen bijdragen aan een verhoogd bewustzijn over wat het werken als bestuurder en ambtenaar bij de overheid met zich meebrengt, welk gedrag daar bij hoort en hoe je hierover met elkaar in gesprek komt. Wat voor de één vanzelfsprekend is, hoeft dat voor de ander immers niet altijd te zijn.

  • De

    gedragscode is niet uitputtend. Er zijn vele onderwerpen, die onbenoemd blijven, maar die wel degelijk aan het beeld van een betrouwbaar, integer bestuur bijdragen. Zo is het natuurlijk niet de bedoeling om in de code het wetboek van strafrecht en alle overige verplichtingen die uit wet- en regelgeving voorvloeien op te nemen.

    Bewustwording

  • Het

    is lang niet alle bestuurders en raadsleden altijd duidelijk of en wanneer ze bepaalde risico’s lopen als het gaat om integer handelen. Hen de spiegel voorhouden kan helpen in het bewust worden van de risico’s die men loopt. Daarvoor wordt hen met dit beleid een aantal instrumenten aangereikt. Die instrumenten bestaan onder meer uit een integriteitstoets die de integriteitsrisico’s in beeld brengt. Daarnaast zal er een aantal extra instrumenten ingezet kunnen worden zoals een dilemmatraining.

  • Kwetsbare

    functies

  • Afhankelijk

    van hun positie en functie kunnen de instrumenten voor de betrokkenen een verplichtend dan wel een meer vrijwillig karakter hebben. In het bestaande Reglement van Orde van de gemeenteraad is niet expliciet vastgelegd dat wethouders voor hun aantreden een integriteitstoets doorlopen.

  • Het

    Raadspresidium, dat uitsluitend uit de fractievoorzitters bestaat, wordt regelmatig ingelicht over zaken met een privacygevoelig of anderszins vertrouwelijk karakter. Bovendien zijn fractievoorzitters in sturende zin op alle beleidsterreinen actief en leiden zij hun fracties in de standpuntbepaling. Dat maakt de fractievoorzitters kwetsbaarder dan andere raadsleden.

  • Het

    ligt voor de hand om zowel wethouders als fractievoorzitters qualitate qua dringend aan te bevelen om in elk geval de integriteitstoets doorlopen. Daarmee wordt hen een risicoanalyse aangeboden die hen inzicht verschaft in de kwetsbare positie waarin ze kunnen verkeren als het gaat om de combinatie van private en gemeentelijke belangen.

  • Ook

     raadsleden wordt aangeraden, deze integriteittoets bij hun aantreden te ondergaan, naast het grondig kennisnemen van de gedragscode voor raadsleden.

  • Risico’s

    en feiten

  • Het

     is van belang om een strikt onderscheid te maken tussen risico’s en feiten. De integriteitstoets kan alleen risico’s in beeld brengen. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld een bepaalde combinatie van functies een groot risico tot belangenverstrengeling of zelfs maar de schijn daarvan met zich mee brengt. Die constatering kan voldoende zijn om iemand ervan te overtuigen één van beide functies op te geven. Dat geldt eveneens voor een positie waarin iemand verkeert die hem kwetsbaar maakt. Die positie kan van zeer verschillende aard zijn. Het kan gaan om maatschappelijk of organisatie ongewenst gedrag zoals het bezoeken van pornosites tijdens werktijd, een grote schuldenpositie, een raadslid dat als ondernemer in faillissement is geraakt, of overmatig gebruik van geestverruimende middelen. De toets is daarmee een preventief instrument.

  • Als

    er daadwerkelijk in een bepaald geval sprake is van belangenverstrengeling, is de integriteitstoets niet het juiste instrument om dat vast te (kunnen) stellen. Het gaat dan om overtreding van art. 15 van de Gemeentewet. Art. X8 van de Kieswet geeft in dat geval aan welke mogelijkheden tot handelen er zijn door college van B&W en door de gemeenteraad, te weten schorsing of vervallen verklaring van het lidmaatschap van de raad.

3. Financiële informatie

Thans niet van toepassing.

Gedragscode Burgemeester

Deze gedragscode bevat naast een aantal specifieke gedragsregels voor de bestuurlijke integriteit onder deze paragraaf ook een meer algemene uitwerking, waarmee het onderwerp in een wat breder kader wordt geplaatst. De door de gemeente gekozen kernwaarden krijgen hiermee een vertaling naar de kerncompetenties. Deze kernbegrippen zijn:

• Dienstbaarheid: Het handelen van de burgemeester is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

• Functionaliteit: Het handelen van de burgemeester heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

• Onafhankelijkheid: Het handelen van de burgemeester wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

• Openheid: Het handelen van de burgemeester is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de burgemeester en zijn beweegredenen daarbij.

• Betrouwbaarheid: Op de burgemeester moet men kunnen rekenen. Hij houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

• Zorgvuldigheid: Het handelen van de burgemeester is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken.

Waaraan toetst de burgemeester zijn gedrag?

1- Goed bestuur

Waar denken we dan aan, zonder een uitputtende opsomming te geven?

U bent zich bewust dat u het algemeen belang dient. Door uw gedrag versterkt u het vertrouwen in de gemeentelijke overheid. U bent dienstbaar aan de publieke zaak, het gemeentelijk belang is uw primaire richtsnoer bij uw handelen.

U bent bestuurlijk integer. Op basis van de u toegekende bestuursverantwoordelijkheid bent u bereid, daarover verantwoording af te leggen aan de raad, aan uw collega-bestuurders en aan degenen ten dienste waarvan u uw functie vervult. Openheid over uw handelen en daaraan ten grondslag liggende motieven is vanzelfsprekend.

Als burgemeester vermijdt u, dat uw persoonlijke belangen of die van groepen, waarmee u in contact staat en de belangen van de gemeente door elkaar kunnen gaan lopen. U vermijdt (de schijn van) belangenverstrengeling, en indien dit door een combinatie van verschillende functies niet mogelijk lijkt bent u hierover open en duidelijk.

U vervult uw functie vanuit het uitgangpunt van collegiaal bestuur en vanuit het besef, dat u een voorbeeldfunctie vervult.

U gaat verantwoord, zorgvuldig en functioneel om met de middelen van de gemeente (geld, goederen, diensten, kennis). U vermijdt onnodige kosten. Kosten die u in de uitoefening van uw functie in het belang van de gemeente maakt, declareert u met inachtneming van de geldende voorschriften.

Kennis en informatie, waarover u uit hoofde van uw bestuursfunctie beschikt, gebruikt u zodanig dat u daarmee de belangen van de gemeente of derden niet schaadt. U gaat professioneel om met gevoelige informatie. U respecteert de privacy van cliënten, zakelijke relaties en collega’s.

U gebruikt financiële informatie en voorkennis van beleid in de uitoefening van uw functie en niet voor andere doeleinden. Informatie waarover geheimhouding is afgesproken houdt u geheim.

U houdt zich aan de wet, het gemeentelijk beleid en algemeen aanvaarde gedragsregels. U treedt correct en respectvol op tegen burgers, de raad, pers, maatschappelijke- en overheidsinstanties, bedrijven en ambtenaren. U discrimineert niet en verleent geen voorkeursbehandelingen. U treedt handelend op als u dit gedrag bij anderen constateert.

U gaat respectvol met uw collega-bestuurders om, en houdt er rekening mee dat waarden en normen onderling kunnen verschillen. U bent aanspreekbaar op uw gedrag en staat open voor gefundeerde kritiek.

U bent betrouwbaar in uw functioneren en komt u uw afspraken na.

2- Nevenfuncties

Nevenfuncties die voortvloeien uit de functie van burgemeester, de zogenaamde qualitate qua of functionele nevenfuncties, oefent u in het belang van de gemeente uit. Inkomsten daaruit stort u in de gemeentekas. Gemaakte onkosten in de uitoefening van een dergelijke nevenfunctie brengt u in beginsel ten laste van de desbetreffende organisatie of orgaan.

Andere nevenfuncties, die u verricht of wilt gaan verrichten, dient u in het college te melden. Alle nevenfuncties zijn openbaar en worden ter inzage gelegd, onder vermelding of zij bezoldigd of onbezoldigd worden uitgeoefend. Nevenfuncties oefent u uit met in achtneming van wettelijke grenzen. Een nevenfunctie mag nooit strijdig zijn met het gemeentelijk belang. De secretaris ziet toe op de registratie van nevenfuncties.

3- Relatiebeheer en geschenken, aanbiedingen en incidentele vergoedingen

Het werk van de burgemeester brengt met zich mee, dat u een bestuurlijk netwerk in stand houdt. Daartoe kan het aanbieden van attenties ten laste van het gemeentelijke representatiebudget en het ontvangen van attenties in allerlei vormen behoren, mits de waarde ervan als maatschappelijk gebruikelijk is geaccepteerd. Het verdient in alle opzichten aanbeveling, hiermee terughoudend om te gaan, zonder dat uw functioneren hierdoor in het gedrang komt.

Geschenken die u in de officiële uitoefening van uw functie ontvangt of in het vooruitzicht worden gesteld, zijn gemeentelijk eigendom en meldt u bij de secretaris. Er wordt een gemeentelijke bestemming aan gegeven.

Een uitzondering wordt gemaakt voor die attenties, waarvan de waarde naar uw idee niet meer dan € 50,-- bedraagt.

Faciliteiten, die u door derden worden aangeboden, dienen verband te houden met uw functionele handelen als burgemeester en mogen niet voor privé-doeleinden worden aangewend.

Relatiegeschenken van een relatie, die nog iets van het gemeentebestuur nodig heeft zoals bijvoorbeeld een vergunning, opdracht, subsidie of een gunstige beslissing, accepteert u niet.

U accepteert in geen geval geldbedragen. Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden, kortingen op privé-goederen en andere gunsten accepteert u niet. En natuurlijk vraagt u nooit gunsten voor u zelf aan derden.

4- Uitnodigingen voor reizen, congressen, werkbezoeken, evenementen en diners

Als u denkt dat een uitnodiging functioneel is voor de uitoefening van uw bestuurstaak dan bespreekt u dit in het college. Het gemeentelijk belang bij acceptatie van zo’n uitnodiging kunt u altijd verantwoorden. Als er sprake is van een functionele deelname, dan is er sprake van een gemeentelijk belang en zijn de daarvoor geldende regels (kosten voor rekening gemeente) van toepassing. Voor buitenlandse reizen gelden aparte regels zoals verwoord in de artikelen 5.4. tot en met 5.8 van de model-gedragscode politieke ambtsdragers.

U accepteert uitnodigingen voor lunches, recepties en diners alleen, als u als burgemeester het belang van het desbetreffende contact kunt verantwoorden. Omgekeerd kunnen ook de gemeente en burgemeester afzonderlijk relaties uitnodigen. Hiervoor is een representatiebudget beschikbaar. Het gemeentelijk belang bij zo’n uitnodiging kan altijd verantwoord worden.

Ook bij informele contacten blijft u in functie en handelt u in het algemeen belang. U informeert het college als een uitnodiging meer inhield dan verwacht en bespreekt daarvan de gevolgen en mogelijk gewenste vervolgacties.

5- Verantwoord omgaan met gemeentelijke voorzieningen

Incidenteel privé-gebruik van (mobile) telefoon, e-mail, internet, kopieerapparaat en dergelijke is toegestaan. Voor het gebruik van e-mail, intra- en internet geldt het “Privacyreglement e-mail en internetgebruik gemeente Meerssen”.

Het privé-gebruik van gemeentelijke apparatuur doet u openlijk (tenzij de aard van het onderwerp zich daartegen verzet, zoals bij medische aangelegenheden), waardoor uw gedrag controleerbaar is en u daarop aangesproken kunt worden.

U doet geen privé-bestellingen via de gemeente, verzendt geen ongefrankeerde privé-post via de postkamer en declareert alleen kosten die u daadwerkelijk en in de uitoefening van uw functie gemaakt heeft.

De gemeente-eigendommen die aan u ter beschikking zijn gesteld behandelt u met de gebruikelijke zorg. Ook het u toevertrouwde budgetbeer verricht u volgens de regels van goed huisvaderschap.

6- Belangen van familieleden, vrienden en ex-collega’s

U bent alert op situaties in uw bestuurswerk waarin u met privé-relaties te maken krijgt. U licht het college in over aanvragen en offertes van vrienden, familieleden of bedrijven waarin zij werkzaam zijn. U voorkomt de schijn van vriendjespolitiek en behandelt dergelijke aanvragen niet zelf en onthoudt zich zonodig van de besluitvorming daarover.

7- Reageren op niet-integere zaken

U bespreekt twijfels over de juistheid van het gedrag van collega bestuurders met henzelf en als het het gedrag van een ambtenaar betreft, bespreekt u dit met de secretaris.

U meldt een vermoeden van fraude of corruptie bij het college en / of de secretaris.

U bent ook zélf aanspreekbaar op uw handelen en nalaten, uw gedrag en uw uitlatingen en staat ook zélf werkelijk open voor verbetering.

8- De burgemeester draagt het integriteitbeleid uit

De burgemeester geeft het goede voorbeeld, en is zich ervan bewust dat op hem extra wordt gelet. U bent open over uw manier van werken en bent aanspreekbaar op uw werkwijze en houding naar collega’s. U bespreekt integriteit en deze code tenminste eenmaal per jaar in een voltallige collegevergadering.

U bent alert op risicogevoelige situaties waarin collegeleden terecht kunnen komen en draagt bij aan hun weerbaarheid daartegen.

9- De burgemeester is trekker van het proces gericht op versterking van de politieke integriteit

Integriteit van de organisatie wordt vooral door bestuurders bepaald. De voorzitter van het college en de raad staat in het middelpunt van de politieke organisatie, en is vanuit die positie in staat, richting te geven aan het proces om te komen tot een gedragen beroepsethiek voor politici. In dit proces betrekt hij zowel de leden van zowel de raad als het college, en doet hij voorstellen voor de bevordering van integer handelen. Hij ziet erop toe, dat periodiek, maar tenminste jaarlijks, zowel in de raad als het college een leeroverleg plaatsvindt.

Gedragscode Gemeenteraad

Waaraan toetst het raadslid zijn gedrag?

1- Goed bestuur

Waar denken we dan aan, zonder een uitputtende opsomming te geven?

U bent zich bewust dat u het algemeen belang dient. Door uw gedrag probeert u het vertrouwen in de gemeentelijke overheid te versterken. U bent dienstbaar aan de publieke zaak, het gemeentelijk belang is uw primaire richtsnoer bij uw handelen.

U bent bestuurlijk integer. Op basis van de u toegekende bestuursverantwoordelijkheid bent u bereid, daarover verantwoording af te leggen aan de burgers, aan uw collega-bestuurders en aan degenen ten dienste waarvan u uw functie vervult. Openheid over uw handelen en daaraan ten grondslag liggende motieven is vanzelfsprekend.

Als lid van de gemeenteraad vermijdt u, dat uw persoonlijke belangen of die van groepen, waarmee u in contact staat en de belangen van de gemeente door elkaar kunnen gaan lopen. U vermijdt (de schijn van) belangenverstrengeling.

U vervult uw functie vanuit het uitgangpunt en het besef, dat u een voorbeeldfunctie vervult.

U gaat verantwoord, zorgvuldig en functioneel om met de middelen van de gemeente (geld, goederen, diensten, kennis). U vermijdt onnodige kosten. Kosten die u in de uitoefening van uw functie in het belang van de gemeente maakt, declareert u met inachtneming van de geldende voorschriften.

Kennis en informatie, waarover u uit hoofde van uw raadslidmaatschap beschikt, gebruikt u zodanig dat u daarmee de belangen van de gemeente of derden niet schaadt. U gaat functioneel om met gevoelige informatie. U respecteert de privacy van zakelijke relaties en collega’s.

U gebruikt financiële informatie en voorkennis van beleid in de uitoefening van uw functie en niet voor andere doeleinden. Informatie waarover geheimhouding is afgesproken houdt u geheim.

U houdt zich aan de wet, het gemeentelijk beleid en algemeen aanvaarde gedragsregels. U treedt correct en respectvol op tegen burgers, andere bestuurders, pers, maatschappelijke- en overheidsinstanties, bedrijven en ambtenaren. U discrimineert niet en verleent geen voorkeursbehandelingen. U treedt handelend op als u dit gedrag bij anderen constateert.

U doet uw werk professioneel, samenwerkingsgericht, vraaggericht en denkt en handelt pro-actief. U houdt rekening met de belangen van anderen om tot verantwoorde beslissingen te komen.

U gaat respectvol met uw collega-bestuurders om, en houdt er rekening mee dat waarden en normen onderling kunnen verschillen. U bent aanspreekbaar op uw gedrag en staat open voor gefundeerde kritiek.

U bent betrouwbaar in uw functioneren en komt u uw afspraken na.

2- Nevenfuncties

Nevenfuncties die voortvloeien uit uw raadslidmaatschap, de zogenaamde qualitate qua of functionele nevenfuncties, oefent u in het belang van de gemeente uit. Eventuele inkomsten daaruit stort u dan ook in de gemeentekas. Gemaakte onkosten in de uitoefening van een dergelijke nevenfunctie brengt u in beginsel ten laste van de desbetreffende organisatie of orgaan.

Andere nevenfuncties, die u verricht of wilt gaan verrichten dienen aan de raadsgriffier te worden gemeld. Alle nevenfuncties zijn openbaar en worden ter inzage gelegd, onder vermelding of zij bezoldigd of onbezoldigd worden uitgeoefend. Nevenfuncties oefent u uit met in achtneming van wettelijke grenzen. Een nevenfunctie mag nooit strijdig zijn met het gemeentelijk belang. De raadsgriffier ziet toe op de registratie van nevenfuncties.

3- Netwerkbeheer en geschenken, aanbiedingen en incidentele vergoedingen

Uw raadslidmaatschap brengt met zich mee, dat u een bestuurlijk netwerk in stand houdt. Daartoe kan het ontvangen van attenties in allerlei vormen behoren, mits de waarde ervan als maatschappelijk gebruikelijk is geaccepteerd. Het verdient in alle opzichten aanbeveling, hiermee terughoudend om te gaan, zonder dat uw functioneren hierdoor in het gedrang komt.

Geschenken die u in de officiële uitoefening als lid van de gemeenteraad ontvangt of in het vooruitzicht worden gesteld, zijn gemeentelijk eigendom en meldt u bij de raadsgriffier. Er wordt een gemeentelijke bestemming aan gegeven.

Een uitzondering wordt gemaakt voor die attenties, waarvan de waarde naar uw idee niet meer dan € 50,-- bedraagt.

Faciliteiten, die u door derden worden aangeboden, dienen verband te houden met uw functionele handelen als raadslid en mogen niet voor privé-doeleinden worden aangewend.

Relatiegeschenken van een relatie, die nog iets van het gemeentebestuur nodig heeft zoals bijvoorbeeld een vergunning, opdracht, subsidie of een gunstige beslissing, accepteert u niet.

U accepteert in geen geval geldbedragen. Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden, kortingen op privé-goederen en andere gunsten accepteert u niet. En natuurlijk vraagt u nooit gunsten voor u zelf aan derden.

4- Uitnodigingen voor reizen, congressen, werkbezoeken, evenementen en diners

U accepteert uitnodigingen voor lunches, recepties en diners alleen, als u als raadslid het gemeentelijk belang van het desbetreffende contact kunt verantwoorden. Het gemeentelijk belang bij acceptatie van zo’n uitnodiging kunt u altijd verantwoorden.

Ook bij informele contacten blijft u in functie en handelt u in het algemeen belang. U informeert het presidium van de raad als een uitnodiging meer inhield dan verwacht en bespreekt daarvan de gevolgen en mogelijk gewenste vervolgacties.

5- Verantwoord omgaan met gemeentelijke voorzieningen

Het privé-gebruik van gemeentelijke apparatuur doet u openlijk (tenzij de aard van het onderwerp zich daartegen verzet, zoals bij medische aangelegenheden), waardoor uw gedrag controleerbaar is en u daarop aangesproken kunt worden.

U doet geen privé-bestellingen via de gemeente en declareert alleen kosten die u daadwerkelijk en in de uitoefening van uw functie gemaakt heeft.

De gemeente-eigendommen die aan u ter beschikking zijn gesteld behandelt u met de gebruikelijke zorg. Ook eventueel aan u toevertrouwde budgetbeheer verricht u volgens de regels van goed huisvaderschap.

6- Belangen van familieleden, vrienden en ex-collega’s

U bent alert op situaties in uw raadswerk waarin u met privé-relaties te maken krijgt. U licht de burgemeester in over aanvragen en offertes van vrienden, familieleden of bedrijven waarin zij werkzaam zijn. U voorkomt de schijn van vriendjespolitiek en behandelt dergelijke aanvragen in commissie of raadsvergaderingen niet zelf en onthoudt zich zonodig van de besluitvorming daarover.

7- Reageren op niet-integere zaken

U bespreekt twijfels over de juistheid van het gedrag van collega raadsleden, wethouders of de burgemeester zoveel mogelijk met henzelf en als dit het gedrag van een ambtenaar betreft, bespreekt u dit met de voorzitter van de raad.

U meldt een vermoeden van fraude of corruptie bij de burgemeester en de raadsgriffier.

U bent ook zélf aanspreekbaar op uw handelen en nalaten, uw gedrag en uw uitlatingen en staat ook zélf werkelijk open voor verbetering.

8- De gemeenteraad draagt het integriteitbeleid uit

U geeft als raadslid het goede voorbeeld, en bent zich ervan bewust dat op u extra wordt gelet. U bent open over uw manier van werken en bent aanspreekbaar op uw werkwijze en houding naar collega’s. De gemeenteraad bespreekt integriteit en deze code tenminste eenmaal per twee jaar in raadsverband.

9- Het raadspresidium participeert actief in het proces gericht op versterking van de politieke integriteit

Integriteit van de organisatie wordt vooral door bestuurders bepaald. De bestuurders staan in het middelpunt van de politieke organisatie, en zijn vanuit die positie in staat, bij te dragen aan het proces om te komen tot een gedragen beroepsethiek voor politici.

Deze opsomming is verre van compleet, en naleving ervan biedt dan ook nog geen garanties voor integer gedrag. De code heeft meer het karakter van een hulpmiddel, een handreiking.

In het gemeentelijk integriteitbeleid van Meerssen gaat het echter om meer dan de naleving van een aantal regels of gedragsrichtlijnen. Integriteit gaat verder dan alleen fraudepreventie.

We doen wat we zeggen, en dat vraag - en resultaatgericht, met een respectvolle bejegening van de burger. Ook dat maakt deel uit van de betrouwbare overheid. We hebben geprobeerd, dit met de uitwerking van het begrip “goed bestuur“ weer te geven.

Naleving Gedragscode.

De werking van de gedragscode wordt periodiek, tenminste éénmaal per twee jaar en als de actualiteit daar aanleiding toe geeft, besproken in de gemeenteraad. De griffier is belast met de organisatie en agendering hiervan. Raadsleden kunnen dilemma’s en ongewenst gedrag te allen tijde bilateraal en in deze vergadering ter sprake brengen. Maar belangrijker vinden wij het, dat deze code kan helpen om een gedeelde opvatting te bereiken over het gewenste en ongewenste gedrag in onze organisatie.

Gedragscode Wethouders

De bepalingen: waaraan toetst de wethouder zijn gedrag?

1- Goed bestuur

Waar denken we dan aan, zonder een uitputtende opsomming te geven?

U bent zich bewust dat u het algemeen belang dient. Door uw gedrag probeert u het vertrouwen in de gemeentelijke overheid te versterken. U bent dienstbaar aan de publieke zaak, het gemeentelijk belang is uw primaire richtsnoer bij uw handelen.

U bent bestuurlijk integer. Op basis van de u toegekende bestuursverantwoordelijkheid bent u bereid, daarover verantwoording af te leggen aan de raad, aan uw collega-bestuurders en aan degenen ten dienste waarvan u uw functie vervult. Openheid over uw handelen en daaraan ten grondslag liggende motieven is vanzelfsprekend.

Als lid van het college vermijdt u, dat uw persoonlijke belangen of die van groepen, waarmee u in contact staat en de belangen van de gemeente door elkaar kunnen gaan lopen. U vermijdt (de schijn van) belangenverstrengeling.

U vervult uw functie vanuit het uitgangpunt van collegiaal bestuur en vanuit het besef, dat u een voorbeeldfunctie vervult.

U gaat verantwoord, zorgvuldig en functioneel om met de middelen van de gemeente (geld, goederen, diensten, kennis). U vermijdt onnodige kosten. Kosten die u in de uitoefening van uw functie in het belang van de gemeente maakt, declareert u met inachtneming van de geldende voorschriften.

Kennis en informatie, waarover u uit hoofde van uw bestuursfunctie beschikt, gebruikt u zodanig dat u daarmee de belangen van de gemeente of derden niet schaadt. U gaat functioneel om met gevoelige informatie. U respecteert de privacy van cliënten, zakelijke relaties en collega’s.

U gebruikt financiële informatie en voorkennis van beleid in de uitoefening van uw functie en niet voor andere doeleinden. Informatie waarover geheimhouding is afgesproken houdt u geheim.

U houdt zich aan de wet, het gemeentelijk beleid en algemeen aanvaarde gedragsregels. U treedt correct en respectvol op tegen burgers, de raad, pers, maatschappelijke- en overheidsinstanties, bedrijven en ambtenaren.. U discrimineert niet en verleent geen voorkeursbehandelingen. U treedt handelend op als u dit gedrag bij anderen constateert.

U doet uw werk professioneel, vraaggericht en denkt en handelt pro-actief. U geeft uw collega-bestuursleden, de raad en de ambtelijke leiding juiste, relevante en volledige informatie, zowel gevraagd als ongevraagd. U houdt rekening met de belangen van anderen om tot verantwoorde beslissingen te komen.

U gaat respectvol met uw collega-bestuurders om, en houdt er rekening mee dat waarden en normen onderling kunnen verschillen. U bent aanspreekbaar op uw gedrag en staat open voor gefundeerde kritiek.

U bent betrouwbaar in uw functioneren en komt u uw afspraken na.

2- Nevenfuncties

Nevenfuncties die voortvloeien uit uw wethouderschap, de zogenaamde qualitate qua of functionele nevenfuncties, oefent u in het belang van de gemeente uit. Inkomsten daaruit stort u dan ook in de gemeentekas. Gemaakte onkosten in de uitoefening van een dergelijke nevenfunctie brengt u in beginsel ten laste van de desbetreffende organisatie of orgaan.

Andere nevenfuncties, die u verricht of wilt gaan verrichten, dient u in het college te melden. Alle nevenfuncties zijn openbaar en worden ter inzage gelegd, onder vermelding of zij bezoldigd of onbezoldigd worden uitgeoefend. Nevenfuncties oefent u uit met in achtneming van wettelijke grenzen. Een nevenfunctie mag nooit strijdig zijn met het gemeentelijk belang. De secretaris ziet toe op de registratie van nevenfuncties.

3- Netwerkbeheer en geschenken, aanbiedingen en incidentele vergoedingen

Uw functie van wethouder brengt met zich mee, dat u een bestuurlijk netwerk in stand houdt. Daartoe kan het aanbieden van attenties ten laste van het gemeentelijke representatiebudget en het ontvangen van attenties in allerlei vormen behoren, mits de waarde ervan als maatschappelijk gebruikelijk is geaccepteerd. Het verdient in alle opzichten aanbeveling, hiermee terughoudend om te gaan, zonder dat uw functioneren hierdoor in het gedrang komt.

Geschenken die u in de officiële uitoefening van uw functie ontvangt of in het vooruitzicht worden gesteld, zijn gemeentelijk eigendom en meldt u bij de secretaris. Er wordt een gemeentelijke bestemming aan gegeven.

Een uitzondering wordt gemaakt voor die attenties, waarvan de waarde naar uw idee niet meer dan € 50,-- bedraagt.

Faciliteiten, die u door derden worden aangeboden, dienen verband te houden met uw functionele handelen als bestuurder en mogen niet voor privé-doeleinden worden aangewend.

Relatiegeschenken van een relatie, die nog iets van het gemeentebestuur nodig heeft zoals bijvoorbeeld een vergunning, opdracht, subsidie of een gunstige beslissing, accepteert u niet.

U accepteert in geen geval geldbedragen. Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden, kortingen op privé-goederen en andere gunsten accepteert u niet. En natuurlijk vraagt u nooit gunsten voor u zelf aan derden.

4- Uitnodigingen voor reizen, congressen, werkbezoeken, evenementen en diners

Als u denkt dat een uitnodiging functioneel is voor de uitoefening van uw bestuurstaak dan bespreekt u dit in het college. Het gemeentelijk belang bij acceptatie van zo’n uitnodiging kunt u altijd verantwoorden. Als er sprake is van een functionele deelname, dan is er sprake van een gemeentelijk belang en zijn de daarvoor geldende regels (kosten voor rekening gemeente) van toepassing. Voor buitenlandse reizen gelden aparte regels zoals verwoord in de artikelen 5.4. tot en met 5.8 van de model-gedragscode politieke ambtsdragers.

U accepteert uitnodigingen voor lunches, recepties en diners alleen, als u als wethouder het belang van het desbetreffende contact kunt verantwoorden. Omgekeerd kunnen ook de gemeente en wethouders afzonderlijk relaties uitnodigen. Hiervoor is een representatiebudget beschikbaar. Het gemeentelijk belang bij acceptatie van zo’n uitnodiging kunt u altijd verantwoorden.

Ook bij informele contacten blijft u in functie en handelt u in het algemeen belang. U informeert het college als een uitnodiging meer inhield dan verwacht en bespreekt daarvan de gevolgen en mogelijk gewenste vervolgacties.

5- Verantwoord omgaan met gemeentelijke voorzieningen

Incidenteel privé-gebruik van (mobiele) telefoon, e-mail, internet, kopieerapparaat en dergelijke is toegestaan. Voor het gebruik van e-mail, intra- en internet geldt het “Privacyreglement e-mail en internetgebruik gemeente Meerssen”.

Het privé-gebruik van gemeentelijke apparatuur doet u openlijk (tenzij de aard van het onderwerp zich daartegen verzet, zoals bij medische aangelegenheden), waardoor uw gedrag controleerbaar is en u daarop aangesproken kunt worden.

U doet geen privé-bestellingen via de gemeente, verzendt geen ongefrankeerde privé-post via de postkamer en declareert alleen kosten die u daadwerkelijk en in de uitoefening van uw functie gemaakt heeft. Incidenteel en in zeer beperkte mate kunt u uw bestuurssecretaresse voor uw privé-werkzaamheden inzetten, mits de reguliere functievervulling daardoor niet in het gedrang komt.

De gemeente-eigendommen die aan u ter beschikking zijn gesteld behandelt u met de gebruikelijke zorg. Ook het u toevertrouwde budgetbeheer verricht u volgens de regels van goed huisvaderschap.

6- Belangen van familieleden, vrienden en ex-collega’s

U bent alert op situaties in uw bestuurswerk waarin u met privé-relaties te maken krijgt. U licht de burgemeester in over aanvragen en offertes van vrienden, familieleden of bedrijven waarin zij werkzaam zijn. U voorkomt de schijn van vriendjespolitiek en behandelt dergelijke aanvragen niet zelf en onthoudt zich zonodig van de besluitvorming daarover.

7- Reageren op niet-integere zaken

U bespreekt twijfels over de juistheid van het gedrag van collega bestuurders of de burgemeester zoveel mogelijk met henzelf en als dit het gedrag van een ambtenaar betreft, bespreekt u dit met de secretaris.

U meldt een vermoeden van fraude of corruptie bij de burgmeester en de secretaris.

U bent ook zélf aanspreekbaar op uw handelen en nalaten, uw gedrag en uw uitlatingen en staat ook zélf werkelijk open voor verbetering.

8- De wethouder draagt het integriteitbeleid uit

U geeft als wethouder het goede voorbeeld, en bent u ervan bewust dat op u extra wordt gelet. U bent open over uw manier van werken en bent aanspreekbaar op uw werkwijze en houding naar collega’s. Het college bespreekt integriteit en deze code tenminste eenmaal per twee jaar in een voltallige collegevergadering

9- De wethouder participeert actief in het proces gericht op versterking van de politieke integriteit

Integriteit van de organisatie wordt vooral door bestuurders bepaald. De wethouder staat in het middelpunt van de politieke organisatie, en opereert op het snijvlak van de bestuurlijke en ambtelijke organisatie en is vanuit die positie in staat, bij te dragen aan het proces om te komen tot een gedragen beroepsethiek voor politici. Hij neemt deel aan de training morele oordeelsvorming en het periodieke morele leeroverleg in het college en met de raad.

Deze opsomming is verre van compleet, en naleving ervan biedt dan ook nog geen garanties voor integer gedrag. De code heeft meer het karakter van een hulpmiddel, een handreiking. In het gemeentelijk integriteitbeleid van Meerssen gaat het echter om meer dan de naleving van een aantal regels of gedragsrichtlijnen. Integriteit gaat verder dan alleen fraudepreventie.

We doen wat we zeggen, en dat vraag- en resultaatgericht, met een respectvolle bejegening van de burger. Ook dat maakt deel uit van de betrouwbare overheid. We hebben geprobeerd, dit met de uitwerking van het begrip “goed bestuur “ weer te geven.

Naleving Gedragscode.

De werking van de gedragscode wordt periodiek, tenminste éénmaal per twee jaar en als de actualiteit daar aanleiding toe geeft, besproken in het college. De secretaris is belast met de organisatie en agendering hiervan.

Wethouders kunnen dilemma’s en ongewenst gedrag te allen tijde bilateraal en in het college ter sprake brengen. Maar belangrijker vinden wij het, dat deze code kan helpen om een gedeelde opvatting te bereiken over het gewenste en ongewenste gedrag in onze organisatie.