Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ Meierijstad 2017

Geldend van 24-01-2017 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Verordening handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ Meierijstad 2017

De raad van de gemeente Meierijstad:

gelezen het voorstel van de Stuurgroep fusie Meierijstad;

gelet op artikel 8b van de Participatiewet en artikel 35c van de IOAW en IOAZ;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

Verordening handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ Meierijstad

Artikel 1. Begrippen

Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) of de Gemeentewet.

Artikel 2. Uitgangspunten hoogwaardige handhaving

1. Ter voorkoming van fraude dan wel opsporing van fraude hanteert het college de

uitgangspunten van Hoogwaardig Handhaven. De uitgangspunten rusten op:

a. het beter en vroegtijdig informeren van belanghebbenden over rechten, plichten en

handhaving;

b. het optimaliseren van de dienstverlening zonder belemmeringen, zodat de kans op spontane naleving wordt vergroot;

c. vroegtijdige detectie en afhandeling van fraudesignalen;

d. bij geconstateerde fraude daadwerkelijk sanctioneren (afstemmen van de uitkering).

2. De methodiek van controle berust op het beginsel van risicoanalyse, waarin van risicoprofielen gebruik wordt gemaakt.

Artikel 3. Controlemiddelen

1. Aan de hand van jaarlijks vast te stellen doelstellingen, activiteiten en instrumenten, voert het college onderzoeken uit naar de rechtmatigheid van de uitkering en de reden van beëindiging van de uitkering. Het college stelt vast binnen welke nader te bepalen termijnen deze onderzoeken plaatsvinden en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

2. Het college voert bestandsvergelijkingen uit waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd. Bij de aanvraag zal een risicoprofiel worden vastgesteld aan de hand van de methodiek klantprofielen, die gebaseerd is op objectief vastgestelde wegingsfactoren zoals genoten opleiding, duur van werkloosheid en uitkering, woonsituatie en het hebben van schulden. Het risicoprofiel kan, afhankelijk van de omstandigheden, gedurende de dienstverlening worden gewijzigd. Een klantprofiel geeft zowel het risico op misbruik weer als de kansen op re-integratie op de arbeidsmarkt.

3. Het college onderzoekt signalen en tips die relevant zijn voor het recht op uitkering.

Artikel 4. Nadere regels bestuurlijke boete, terugvordering en verhaal van bijstand

1. Het college stelt nadere regels op voor het opleggen van een bestuurlijke boete en voor het terugvorderen/invorderen en het verhalen van kosten van bijstand als bedoeld in respectievelijk artikel 58 tot en met 62i Participatiewet, artikelen 44 tot en met 47 Bbz-2004 en de artikelen 25 tot en met 31 IOAW/IOAZ.

2. In de nadere regels bedoeld in het eerste lid, worden ten minste regels gesteld op grond waarvan geheel of gedeeltelijk van verdere terugvordering en verhaal kan worden afgezien.

Artikel 5. Bijzondere situaties

In bijzondere situaties kan het college afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ Meierijstad 2017.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 2 januari 2017.

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

A.F.J. Franken M.A. Fränzel